Pakistan eist een onderzoek naar het overlijden van een seperatistenleider uit Kashmir die door India gevangen werd gehouden.
Het gaat om de Kashmiri leider Altaf Ahmad Shah, een prominent lid van de seperatistische partij Tehreek-e-Hurriyat, die al vijf jaar gevangen zat in New Delhi. Hij stierf dinsdagochtend in het ziekenhuis, slechts enkele dagen nadat bij hem uitgezaaide nierkanker was vastgesteld.
Samen met zes andere Kashmiri-leiders werd Shah gearresteerd, met als officiële reden dat hij geld zou hebben witgewassen. Hij was de schoonzoon van de vorig jaar overleden Syed Ali Geelani (91), die vroeger het verzet tegen India leidde.
De Pakistaanse minister-president Shehbaz Sharif neemt het nu persoonlijk voor Shah op. Hij verwijt India Shah aan zijn lot te hebben overgelaten.
Shah werd pas eind september naar het ziekenhuis overgebracht, terwijl het al langer slecht met hem ging.
Zijn familie deed in het verleden oproepen voor vrijlating op borgtocht of toegang tot betere medische zorg voor Shah, die ook jarenlang leed aan hoge bloeddruk en diabetes, waardoor hij in een risicocategorie terechtkwam tijdens coronapandemie.
In 2019 besloot India de speciale autonome status van het Indiase deel van dit overwegend islamitische gebied in te trekken. Sindsdien is Kashmir een door India geleide politiestaat, afgesloten van de buitenwereld.
India zegt de orde in Kashmir te willen herstellen, omdat islamitische separatisten er ruim dertig jaar streden tegen wat zij zien als een Indiase bezetting.
Kashmir wordt opgeëist door zowel India als Pakistan, die beide ook delen ervan besturen. De twee landen hebben twee oorlogen uitgevochten over het grondgebied.
