Op mobiele telefoons van zes Palestijnse mensenrechtenactivisten is spyware van het Israëlische surveillancebedrijf NSO Group ontdekt. De NGO’s Frontline Defenders en Amnesty International en onafhankelijke onderzoekers van de Universiteit van Toronto maakten dit bekend.
Een van de gehackten is mensenrechtenactivist Ubai Aboudi, een 37-jarige econoom en Amerikaans staatsburger. Hij leidt een onderzoekscentrum in Ramallah op de bezette Westelijke Jordaanoever. Aboudi vertelt de Arabische nieuwszender al Jazeera dat hij ‘elk gevoel van veiligheid’ verloor door deze ‘onmenselijke’ hack. Aboudi vindt het vooral verontrustend dat afluisteraars op de hoogte waren van zijn communicatie met buitenlandse diplomaten.
De in Ierland gevestigde NGO Frontline Defenders beschouwt Israël als hoofdverdachte. De eerste twee inbraken werden vastgesteld op 19 oktober, drie dagen nadat de Israëlische minister van Defensie zes Palestijnse NGO’s tot ‘terroristische’ organisaties had verklaard. Critici vinden de timing typisch.
De Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Haq heeft er bij de Verenigde Naties op aangedrongen de beweringen te onderzoeken.
NSO kwam eerder dit jaar in het nieuws omdat het bedrijf spyware ontwikkelde voor autoritaire regimes, die deze software gebruiken om mensenrechtenactivisten en andere dissidenten te bespioneren. De Amerikaanse president Joe Biden heeft vorige week NSO en Candiru, een ander Israëlisch bedrijf dat sypware levert, op de zwarte lijst gezet.
In reactie op deze Amerikaanse beslissing heeft Israëlische overheid besloten afstand te nemen van het spionagebedrijf. De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken stelt dat de NSO Group geen onderdeel is van de Israëlische overheid en strikte regels moet volgen.
Gisteren sprak een Amerikaans hof van beroep uit dat WhatsApp de NSO Group kan aanklagen. In tegenstelling tot buitenlandse regeringen geniet het bedrijf geen soevereine immuniteit, aldus de rechtbank.
