De Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern heeft excuses aangeboden voor fouten door politie en inlichtingendiensten in de aanloop naar de aanslagen door Brenton Tarrant in Christchurch. Er was ‘bijna uitsluitend’ aandacht voor moslimextremisten, niet voor extreemrechts.
Naar aanleiding van de aanslagen in Christchurch schreef een commissie een lijvig rapport van maar liefst 792 pagina’s. Daarin wordt geconcludeerd dat de politie en de veiligheidsdiensten nauwelijks oog hadden voor het gevaar van extreemrechts geweld, omdat ze ‘bijna uitsluitend’ gefocust waren op het gevaar van islamistisch terrorisme.
Hiervoor heeft Ardern haar verontschuldigingen nu aangeboden. ‘De commissie concludeert niet dat de aanslagen voorkomen hadden kunnen worden, maar we hadden meer kunnen doen en daarvoor maak ik mijn excuses.’ Ze zei ook dat de aanslag van Tarrant niet te voorkomen zou zijn geweest.
De commissie heeft 44 aanbevelingen gedaan om aanslagen te voorkomen. Premier Ardern neemt ze allemaal over. Het gaat onder andere om het oprichten van een nieuwe inlichtingendienst, nieuwe wetten die het aanpakken van online haat vergemakkelijken en het ontwikkelen van een programma om signalen van radicalisering in een vroeger tijdstip te kunnen zien.
In maart 2019 vermoordde de Australische Tarrant 51 moslims bij twee moskeeën in de stad Christchurch. Hij was geïnspireerd door de Noorse extreemrechtse terrorist Anders Breivik, die in 2011 in totaal 77 mensen doodde bij twee aanslagen. Net als Breivik schreef Tarrant een manifest, waarin hij zijn extreemrechtse, wit-nationalistische en anti-islamitische ideeën uit de doeken deed.
