De Assyrische gemeenschap in Nederland rouwt. Op 20 maart werd het stoffelijk overschot van Simuni Diril teruggevonden in een beek in het Turkse dorpje Beytüssebap, in de zuidoostelijke provincie Sirnak.
De vrouw was sinds 11 januari vermist. Haar man Hurmüz Diril is nog steeds spoorloos. Het vermoeden is dat hij ook vermoord is.
Het Nederlandse Platform Tur Abdin zet zich in voor de rechten van de Syrisch-orthodoxe christelijke minderheid in Turkije en maakt zich grote zorgen. Volgens woordvoerder Adnan Kulhan is het Turkse dossier over de zaak vertrouwelijk. Hij vermoedt dat de overheid de daders de hand boven het hoofd houdt.
De Turkstalige editie van the Independent – Independent Türce – suggereert dat de Koerdische terreurbeweging PKK achter de ontvoering en de moord zit. Kuhan wijst dit van de hand. Als de PKK een actie uitvoert, dan houden ze hier ook een persverklaring over. Dat is nu niet gebeurd, zegt hij.
‘Bovendien heeft de PKK helemaal geen reden om het echtpaar Diril wat aan te doen. Ze stonden niet bekend als tegenstanders van de PKK of als informanten van de regering. Sterker nog, toen Simuni en Hurmüz Diril nog in Istanbul woonden namen ze regelmatig deel aan demonstraties van de Zaterdagmoeders, die aandacht vragen voor kinderen die vermist zijn. Ook veel Koerden doen aan deze demonstraties mee.’
Volgens Kulhan zou het heel goed kunnen dat jaloerse dorpsbewoners of dorpswachters uit Sirnak achter de ontvoering en moord zitten. ‘Simuni en Hurmüz Diril hadden veel geld en woonden lange tijd in Istanbul. Dat kan ressentiment hebben veroorzaakt.’
Hij zegt dat Syrisch-orthodoxe christenen in Zuidoost-Turkije sinds 1915 – het jaar van de Armeense en Assyrische genocides – als ‘prooi’ worden gezien. ‘Er heerst straffeloosheid in Turkije. Het jachtseizoen is van tijd tot tijd geopend. We weten nog niet wie deze twee mensen heeft gekidnapt en wie Simuni Diril heeft vermoord, maar we kennen de discriminerende en haatdragende soevereine mentaliteit.’
De Turkse overheid doet veel te weinig om de moord op te lossen, zegt Kulhan. ‘De autoriteiten voerden de eerste dagen geen zoek- en reddingsactiviteiten uit, maar verlieten het dorp door een showfoto te geven. Het stoffelijk overschot van Simuni Diril werd op 20 maart gevonden door haar eigen zoon.’
Wat hij toen zag was volgens Kulhan verschrikkelijk: ‘Ze lag ontkleed in de beek, haar haar was eraf geschoren, ze had verschillende botbreuken en ze miste bovendien een arm.’
In de Turkse media lees je nergens over de ontvoering van het echtpaar Diril en de moord op Simuni Diril.
‘Het interesseert ze niets. In Turkije is geen persvrijheid’, aldus Kulhan. ‘Vroeger had je tenminste nog een linkse onafhankelijke pers, maar die is er niet meer. Turkse kranten vinden een misdaad nu alleen interessant als ze de PKK of de Gülenbeweging hiervan de schuld kunnen geven – wat Independent Türce ook probeerde te doen, zonder enig bewijs.’