Een groep prominente atheïsten en vrijdenkers, waaronder de Nederlandse rechtsfilosoof en senator Paul Cliteur en de Britse evolutiebioloog en atheïstische publicist Richard Dawkins, zijn bang dat een nieuwe definitie van het begrip ‘islamofobie’ de vrijheid van meningsuiting bedreigt.
Paul Cliteur, Richard Dawkins hebben meegewerkt aan de nieuwe essaybundel Islamophobia. An anthology of concerns van de rechtse Britse denktank Civitas. Deze publicatie is een reactie op het in november 2018 verschenen rapport Islamophobia defined van de All-Party Parliamentary Group (APPG) on British Muslims, een collectief van islamitische parlementsleden uit het Verenigd Koninkrijk.
Daarin biedt APPG on British Muslims een definitie van islamofobie die nu gebruikt wordt door verschillende Britse lokale besturen en ook door politieke partijen. Deze definitie luidt: ‘Islamofobie is geworteld in racisme en is een soort racisme dat zich richt op islamitische en vermeend islamitische uitingen.’
Dawkins verzet zich hiertegen. ‘Islamofobie’ is volgens hem een onzinnig woord, dat geen definitie verdient. Haat tegen moslims vindt Dawkins verwerpelijk, maar haat tegen de islam, de religie, acht hij gerechtvaardigd. Dawkins: ‘Moslims zelf zijn de belangrijkste slachtoffers van de islam.’
Paul Cliteur, hoogleraar Encyclopedie van de Rechtswetenschap aan de Universiteit Leiden en voorzitter van de Eerste Kamerfractie van het Forum voor Democratie, is het met Dawkins eens. Hij vindt islamofobie een onmogelijk concept en is van mening dat we mensen die dit begrip gebruiken moeten wantrouwen.
‘Waarom noemen we iemand geen ‘sociofoob’ als hij kritiek heeft op het socialisme?’, vraagt Cliteur zich retorisch af. We moeten volgens Cliteur niet in de ‘val van het fobie-discours’ vallen en vrij zijn om andere religies en ideologieën te bekritiseren.