7 C
Amsterdam

Rotterdam: afkeuringsmotie Denk en Nida tegen Aboutaleb verworpen

Lees meer

De Rotterdamse gemeenteraad verwierp gisteren een motie van afkeuring van Denk en Nida, gericht tegen burgemeester Ahmed Aboutaleb en politiechef Fred Westerbeke. Aanleiding van de motie was de kwestie rond racistische appjes bij de Rotterdamse politie, schrijft RTV Rijnmond.

Volgens Denk-fractievoorzitter Stephan van Baarle was het optreden van Aboutaleb te slap. De burgemeester zou het vertrouwen van veel Rotterdamse burgers op deze manier ondermijnen.

‘Hij zegt in veel situaties: ik zoek de randen op, ik schuw een harde aanpak niet. Maar nu is zijn aanpak boterzacht.’

Ercan Büyükcifci van Nida beaamde dit. ‘De burgemeester en politieleiding van een stad, waar de meerderheid van de bevolking inmiddels bestaat uit diverse etnische minderheidsgroepen, kiezen ervoor om hard te zijn tegen burgers die de wet overtreden. Maar ze zijn ondertussen nog onvoldoende bereid korte metten te maken met politieracisme.’

Aboutaleb was het oneens met de kritiek. ‘De politiechef en ik hebben ons ook in de meest sterke bewoordingen uitgelaten over wat er is gebeurd. Net als de gemeenteraad. Er is niets verzacht.’

De burgemeester gaf bovendien aan dat een motie van afkeuring aan het adres van een politiechef juridisch gezien eigenlijk helemaal niet kan.

De motie kreeg enkel de stemmen van Denk en Nida zelf.

De Rotterdamse agenten die zich in een WhatsApp-groep racistisch uitlieten zijn inmiddels overgeplaatst en werken niet langer in het gebied Delfshaven.

‘Uit alle gesprekken die zijn gevoerd in het district en de ervaringen die de wijkagenten hebben opgehaald in de wijken, blijkt dat het draagvlak voor deze collega’s dusdanig is afgenomen’,  schreef de politie hierover.

Eind februari werden vijf Rotterdamse agenten schriftelijk berispt vanwege hun uitlatingen in de politie-appgroep. De agenten noemden biculturele Nederlanders ‘kankervolk’, ‘kutafrikanen’ en ‘pauperallochtonen’, op wie ze wilden ‘schieten’. ‘Weer een Turk minder’, werd er gezegd na de moord op het 16-jarige Turks-Nederlandse meisje Hümeyra.

- Advertentie -