9.6 C
Amsterdam

Studie: Nederlandse oorlogstactiek gaf Indonesië extra burgerdoden in ‘45-‘50

Lees meer

Volgens militair historicus Christiaan Harinck zorgde de tactiek van het Nederlandse leger tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1950) voor extra burgerslachtoffers.

Harinck promoveerde gisteren in Leiden op het proefschrift Zoeken, aangrijpen, en vernietigen! Hij onderzocht welke tactieken het Nederlandse leger inzette tegen de Republiek Indonesië.

‘De Nederlandse legerleiding wilde terugvallen op de lessen uit de nadagen van de Atjeh-oorlog, maar dat was een relatief kleinschalige guerrilla’, vertelt Harinck aan Historisch Nieuwsblad.

‘In 1945 was de opstand veel omvangrijker en waren de tegenstanders beter bewapend en georganiseerd. In plaats van de tactiek te wijzigen, besloot de legerleiding op te schalen. Door middel van uitvoerige patrouilles moest de vijand worden opgespoord en vernietigd. Maar de Nederlanders hadden te weinig mankracht en compenseerden dat met extra vuurkracht.’

De inzet van deze zware en onnauwkeurige geweldsmiddelen helpt volgens Harinck te verklaren waarom er in deze oorlog meer dan 100.000 Indonesiërs zijn omgekomen, tegenover 4.751 Nederlanders. ‘Het vermoeden is gegrond dat een aanzienlijk deel non-combattanten (burgers, red.) waren.’

Volgens Harinck zou Nederland, als er voor een andere tactiek was gekozen, ook de oorlog hebben verloren. ‘Er was geen militaire oplossing, maar de legerleiding zag dit niet in.’

Christiaan Harinck is de zoon van professor George Harinck, hoogleraar op het terrein van de protestantse kerkgeschiedenis.

- Advertentie -