Dat de zittende president Recep Tayyip Erdogan wellicht de Turkse presidentsverkiezingen gaat winnen, zorgde voor een zucht van verlichting in het Midden-Oosten, aldus Middle East Monitor.
Vanwege zijn verzoenende houding – Turkije normaliseerde onlangs de betrekkingen met Egypte en zoekt nu ook toenadering tot Syrië – is Erdogan weer een beetje populair bij de Arabische leiders.
Dat was in het verleden weleens anders. Erdogan voerde een assertief buitenlands beleid en stuurde Turkse troepen naar Irak om daar de Koerden te bestrijden, naar Syrië om grensenclaves te veroveren en naar Libië om de regering te steunen tegen de rebellen.
Toen de Turkse economie in de problemen kwam, vooral vanwege de torenhoge inflatie, veranderde Erdogan van tactiek. Hij normaliseerde de betrekkingen met Egypte en verzoende zich met de Verenigde Arabische Emiraten, en wil ook de betrekkingen met het Syrië van dictator Bashar al-Assad herstellen.
Koerden zien Erdogan nog steeds als de grote vijand, maar de Arabische landen niet meer. ‘Golflanden geven de voorkeur aan continuïteit boven verandering’, zei een politiek commentator uit de VAE. Daarom waarderen ze Erdogan meer dan oppositieleider Kemal Kilicdaroglu. ‘De persoon die we kennen is beter dan de persoon die we niet kennen.’
