Wereldwijd daalt het aantal terreurslachtoffers, maar in vijf jaar tijd is extreemrechtse terreur bezig met een spectaculaire opmars. Dat staat in de Global Terrorism Index (GTI) 2019, die is uitgebracht door de internationale denktank Institute for Economics & Peace.
Al vier opeenvolgende jaren registreert GTI een daling van het aantal sterfgevallen door terrorisme. In 2018 stierven er 16.000 mensen door terrorisme. Dat is minder dan de helft van het totale aantal slachtoffers in 2014. De daling is toe te schrijven aan de verliezen die terreurgroepen IS en Al Shabaab hebben geleden, aldus de GTI.
Het rapport vermeldt ook dat extreemrechts terreur een groeiende dreiging voor het Westen is: het aantal slachtoffers zou in vijf jaar tijd verdriedubbeld zijn. En dat aantal stijgt drastisch, blijkt uit de GTI. Waar in 2018 nog 26 sterfgevallen te betreuren waren, zijn er vanaf september 2019 tot nu al 77 slachtoffers toegeschreven aan extreemrechts.
Europa is qua terrorisme nog altijd het meest veilige gebied, na Midden-Amerika en de Cariben. De vijf meest geteisterde landen volgens de GTI zijn Irak, Afghanistan, Pakistan, Syrië en Nigeria, gebieden waar per jaar duizenden doden gevallen door terreuraanslagen.
Trieste koploper is Afghanistan: met zevenduizend doden nam dat land in 2018 bijna de helft van het totale aantal terreurslachtoffers voor haar rekening.
