Het Turkse ministerie van Milieu wil een christelijke kerk uit de dertiende eeuw afbreken, die zwaar beschadigd werd door de aardbeving van 6 februari.
Het gaat om de Grieks-orthodoxe kerk Sint Joriskerk in het dorp Sarilar. In 1872 werd de kerk ook door een aardbeving verwoest, maar het gebedshuis werd in 1897 herbouwd, aldus kerkpastoor Yohanna Papazoglu.
De kerk beschikt niet over de benodigde papieren om door het ministerie van Cultuur als een historisch gebouw te worden erkend. Daarom beslist het ministerie van Milieu over het lot van de kerk.
Plaatsvervangend secretaris-generaal van de gemeente Istanbul, Mahir Polat, riep de autoriteiten op om het besluit terug te draaien en het gebouw te registreren als historisch monument. In reactie op Polat zei Birol Inceciköz, adjunct-directeur van de algemene directie van het ministerie van Cultuur en Toerisme, dat het gebouw in kwestie al was geregistreerd en dat ze de locatie momenteel aan het onderzoeken zijn. Maar hij vergiste zich. Dat ging om de Sint Nicolaaskerk in Iskenderun en niet de Sint Joriskerk.
Polat wees op de fout en benadrukte de urgentie van het behoud van de Sint Joriskerk, die aanzienlijke schade heeft opgelopen. Hij bekritiseerde de onjuiste informatie van Inceciköz en riep op tot een goed onderzoek naar de historische waarde van het gebouw.
Pastoor Papazoglu riep de autoriteiten ook op om de kerk te behouden. De behoefte van de mensen aan spiritualiteit is urgenter dan ooit, vooral na de ramp, zei hij.
De Sint Joriskerk is genoemd naar de heilige van Joris van Cappadocië, die de beschermheilige is van Engeland.