Kemal Kilicdaroglu, presidentskandidaat namens een blok van zes oppositiepartijen bij de verkiezingen van 14 mei, heeft het leger opgeroepen om Afghaanse vluchtelingen tegen te houden die Turkije proberen binnen te komen.
‘Er is nieuws dat Afghaanse vluchtelingen ons land binnenstromen’, twitterde de politicus, partijleider van de seculiere CHP. ‘Ik roep onze soldaten op: het vaderland is van ons allen, en de grens is de eer van ons allen. Doe uw plicht aan de grens, luister naar niemand.’
Kilicdaroglu zei eerder dat hij, als hij wordt verkozen als president dit jaar, voorrang zal geven aan de belangen van Turkije met betrekking tot de in 2016 met de Europese Unie gesloten vluchtelingendeal. Op dit moment leven er miljoenen vluchtelingen in Turkije – meer dan vier miljoen Syriërs, maar daarnaast ook meer dan 300.000 anderen, voornamelijk Afghanen. In 2022 werden er meer dan 66.000 Afghanen teruggestuurd naar hun land.
Vluchtelingen in Turkije zijn het doelwit van Turkse politici, vooral van de CHP, die hen aanwijzen als zondebok voor alle sociaaleconomische problemen waarmee het land kampt. Ook zijn vluchtelingen regelmatig slachtoffer van racistische aanvallen. Turkije stuurt Afghaanse vluchtelingen rechtstreeks terug naar Afghanistan, of houdt hen tegen aan de grens met Iran, zonder te controleren of ze in aanmerking komen voor internationale bescherming. Hierover bracht Human Rights Watch in november vorig jaar een kritisch rapport uit.
Anderhalf jaar geleden sprak de Kanttekening met de Afghaanse journalist Mojtaba Naderi, die ondergedoken zat in Istanbul. ‘Zodra de politie mij in de gaten heeft, zullen ze naar mijn paspoort en mijn verblijfplaats vragen’, vertelde hij toen. ‘Ik neem veel risico als ik naar buiten ga.’