Moslima’s die als gemeentelijk handhaver werken, mogen van de Tweede Kamer geen hoofddoek dragen. Een PVV-motie die oproept tot een verbod ‘dan wel anderszins tegengaan’ van de hijab werd vanmiddag aangenomen.
Naast de PVV steunde ook coalitiepartij VVD de motie, evenals SP, SGP, JA21, Forum voor Democratie, Groep Van Haga, BBB en Pieter Omtzigt.
In november nam de gemeenteraad van Utrecht nog een motie aan die het boa’s toeliet om met een keppel of hoofddoek hun beroep uit te oefenen. Deze maatregel stond voor de zomer gepland, maar hier dreigt Den Haag dus een stokje voor te steken.
Vorige maand zei justitieminister Fred Grapperhaus nog dat de kwestie rond hoofddoekjes en boa’s een lokale kwestie is. Dat is nu niet langer het geval.
In navolging van het Utrechtse besluit werd de kwestie rond hoofddoekjes en boa’s in verschillende andere grote steden onderdeel van debat. Met deze motie probeerde de PVV die geest weer terug in de fles te krijgen.
De Kamer nam ook nog een motie aan van VVD en BBB die de regering oproept om, net als bij de politie, landelijke regels voor boa’s op te stellen waarbij een ‘neutrale uitstraling van het uniform’ het uitgangspunt is.
In Amsterdam overwoog de politietop in 2017 om islamitische agentes een hoofddoek toe te staan als onderdeel van het politieuniform. Deze plannen leidden tot veel ophef, waarna de plannen weer terug in de la werden gestopt.
In veel westerse landen kunnen islamitische wetshandhavers wel een hoofddoek dragen. Het gaat onder meer om de Verenigde Staten, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Australië en Ierland. Ook in Israël is het toegestaan.