Surinaamse en Antilliaanse Utrechters mogen straks kosteloos hun achternaam veranderen, als die naam uit het koloniale verleden stamt, schrijft AD Utrecht. Dit heeft een meerderheid van de Utrechtse gemeenteraad besloten. Op dit moment moeten mensen die hun achternaam willen veranderen hiervoor 835 euro betalen.
Tot slaaf gemaakten in Suriname en op de Antillen hadden vaak alleen een voornaam. Na de afschaffing van de slavernij in 1863 kregen ze ook een achternaam, die ze echter zelf niet mochten bedenken. Dat werd voor hen gedaan. Vaak werden de voormalige tot slaaf gemaakten vernoemd naar Nederlandse steden, de plantage waar ze hadden gewerkt, of naar de producten die er werden verbouwd.
De gemeenteraad van Utrecht stemde in met een motie van Denk, die van mening is dat Surinamers en Antillianen van hun ‘belastende en denigrerende’ naam af moeten komen.
De Utrechtse gemeenteraad stemde ook in met een vervolgonderzoek naar het slavernijverleden van Utrecht. Uit het recent gepresenteerde historische onderzoek blijkt dat de Utrechtse gemeente, de Rooms-Katholieke Kerk, zendingsverenigingen, musea én de universiteit hebben verdiend aan de slavernij.
Een opmerkelijke conclusie is dat de achttiende-eeuwse feministe avant la lettre Belle van Zuylen, bekend van haar uitspraak ‘Ik heb geen talent voor ondergeschiktheid’, veel minder verlicht was dan gedacht.
‘Zij wordt vaak beschouwd als een positief voorbeeld van intelligentie, emancipatie en onafhankelijkheid, maar haar kapitaal was voor bijna 40 procent in koloniale compagnieën geïnvesteerd. De koloniale winsten maakten het mogelijk om een schrijvend leven in luxe te leiden waarbij ze zich niet kritisch uitte over slavernij’, stellen de onderzoekers.
Van Zuylen is naamgever van de Utrechtse wijk Zuilen. Maar burgemeester Dijksma wil nog niet denken aan het veranderen van namen in de stad die doen denken aan kolonialisme en slavernij.