De Oekraïense president Volodymyr Zelensky wil na de Russische invasie ‘één groot Israël’ van Oekraïne maken.
Hij noemt veiligheid als grootste zorgpunt van Oekraïne ‘voor de komende tien jaar’ en ziet hij Israël, waar bewapende burgers, kolonisten en soldaten genormaliseerd zijn in het straatbeeld, als ‘model’.
‘Een liberaal Europese staat is gezien de omstandigheden niet meer mogelijk’, zegt Zelensky nu. Toch zal Oekraïne de weg van autoritarisme niet bewandelen, volgens hem. Een dergelijke staat zou ook ‘verliezen’ tegen Rusland, zegt hij, ‘want mensen weten nu waar ze voor vechten’.
De beveiliging van ‘alle staatsinstituties, maar ook supermarkten en cinema’s’ dient opgeschroefd te worden met gewapende eenheden, aldus de president, die zelf van Joodse komaf is en uitgesproken voorstander van ‘warme banden’ met Israël.
Toch is Zelensky ook kritisch op Israël. Met name vanwege hun initiële stilte tegenover Russische oorlogsmisdaden. Met de slachting in Boetsja lijkt daar verandering in te komen.
‘We zijn natuurlijk in shock vanwege de verschrikkelijke beelden uit Boetsja en we veroordelen die’, zei de Israëlische premier Naftali Bennett gisteren, zonder Rusland te benoemen.
De minister van Buitenlandse Zaken Yair Lapid, deed dat wél: ‘De beelden uit Oekraïne zijn verschrikkelijk. Russische eenheden hebben oorlogsmisdaden begaan tegen onschuldige burgers. Ik veroordeel met klem deze misdaden’.