Een Turkse, Syrische en Maleisische moslim vertellen over hun ramadan. Wat missen ze uit hun land van herkomst? ‘Je kunt daar aan alles merken dat het ramadan is.’
Zoals anderen weken van tevoren bezig zijn met hun kerstversiering, kerstmaaltijd en de cadeaus onder de boom, is ramadan voor moslims de maand van het jaar om naar uit te kijken. ‘In Turkije begint de voorbereiding op de ramadan ongeveer twee maanden van tevoren. Eerst komt de maand Recep, daarna de maand Sha’ban en uiteindelijk de maand Ramadan. Deze drie maanden zijn heel speciaal,’ vertelt Mehmet uit Doetinchem. Mehmet vluchtte uit Turkije en wil niet herkend worden. We gebruiken daarom een pseudoniem.
‘De ramadan is een periode in het jaar waarin je familie weer ontmoet. Daar leven wij naartoe. Iedereen is in afwachting van de ramadan. We maken het huis schoon, kopen nieuwe kleren, bereiden alvast eten en bewaren dat in de diepvries’, zegt Sona Akil Souqi, een moslima van Syrische komaf. Ze woont met haar man in het Gelderse Neede en vertelt graag over de betekenis van deze maand.
‘De eerste dag ga je altijd naar het ouderlijk huis’
Afgelopen zaterdag begon de ramadan, de eerste dagen zijn nu voorbij. Dit jaar zijn de dagen kort: de eerste maaltijd (iftar) wordt genuttigd rond half zeven ’s avonds, terwijl de laatste maaltijd (sohur) voor half zes ’s ochtends wordt gegeten. Zo is de dagelijkse routine in zekere zin goed aan te houden. Een zegen voor veel moslims, want het normale leven gaat hier gewoon door. ‘In Nederland verandert onze dagelijkse routine niet veel door de vastenmaand. Dat was in Turkije wel anders. Daar veranderde ramadan je dagelijkse ritme aanzienlijk’, vertelt Mehmet.
Iftarmaaltijd
De iftar is een belangrijk moment tijdens de ramadan. Dan komt iedereen bij elkaar en wordt er uitgebreid gegeten. ‘De eerste dag ga je altijd naar het ouderlijk huis. Dat kán een probleem zijn: als we op de eerste dag naar mijn schoonmoeder gaan, dan is mijn moeder boos. En andersom ook. Daarom ga ik soms naar mijn moeder en mijn man naar zijn moeder,’ vertelt Sona.

Daarna is het een komen en gaan van gasten en uitnodigingen. Vaak worden de uitnodigingen al maanden van tevoren rondgestuurd en is het een grote puzzel om alle afspraken in een maand te plannen. Als er gasten zijn, wordt dan ook alles uit de kast gehaald. ‘Ik wil voor iedereen die komt eten verzorgen’, zegt Sona.
‘Iedereen heeft zo zijn eigen manier om het vasten te verbreken. Mijn vader wilde altijd eerst roken en daarna een sapje drinken. Mijn moeder begint altijd met dadels en mijn zwager wil eerst koffie, een Arabische koffie light. Mijn schoonmoeder vindt rijst met kip erg lekker, dus maak ik dat gerecht voor haar. Maar ik maak ook soep met rode linzen, dat geeft weer energie. En er is fattoush, fatteh, kibbeh en tabouleh (typisch Syrische gerechten, red.).’
‘We beginnen de iftar met dadels, vanwege de voedingswaarde, maar ook omdat de Profeet dadels at tijdens de ramadan’, vertelt Mehmet. ‘Vóór de iftar ga ik naar de bakker om pide te kopen, dat is traditie.’
Bezinning
Ramadan gaat niet alleen over eten en drinken. Het is ook een maand van bezinning. Moslims ontmoeten elkaar in de moskee voor de taraweeh-gebeden tot in de late avonduren of bidden thuis, met familie. Veel moslims kiezen ervoor om in de vroege ochtenduren de Koran te lezen, na het nuttigen van de sohur, of juist tot diep in de nacht.
‘Soms is er een ‘gebed van de dag’, in Maleisië stond dat bijvoorbeeld in de krant’
Juliana Idris, een Rotterdamse van Maleisische afkomst, vertelt hierover: ‘In deze maand is de deur van de hel gesloten, terwijl de deur van de hemel juist 24/7 openstaat. Het biedt je de mogelijkheid om dichter bij Allah te komen. Dit is iets waar ik erg enthousiast van word, dat had ik als kind al. Soms is er een ‘gebed van de dag’, in Maleisië stond dat bijvoorbeeld in de krant. Als je dat gebed die avond doet, is de beloning extra groot. Voor mij voelde dat altijd als een soort adventskalender: je opent elke dag een vakje en krijgt daar dan iets voor terug.’
Als kind ging Juliana graag naar de moskee voor de taraweeh-gebeden. ‘Hier kwam dan iedereen uit de buurt samen, het schepte een band.’ In Nederland doet ze dat thuis en vooral in de weekenden, wanneer ze meer tijd heeft. ‘Er is niet echt een moskee in onze buurt waar je ’s avonds naartoe kunt lopen. We doen weleens het taraweeh-gebed met het gezin, maar niet elke avond.’
Ramadan-buzz
‘In Turkije kun je aan alles merken dat het ramadan is,’ vertelt Mehmet. ‘Overal zijn evenementen en de media zenden veel ramadan-gerelateerde programma’s uit. In moskeeën worden activiteiten georganiseerd, er zijn drukbezochte markten en de taraweeh-gebeden trekken veel mensen. Ik mis ook de spirituele sfeer van de ramadan in Turkije. Mensen richten zich daar meer op het bidden en geven vaak geld, voedsel of kleding aan de armen. Er wordt veel waarde gehecht aan religieuze activiteiten en het gemeenschapsgevoel.’
Sona herkent dit uit haar land. ‘In Syrië is de ramadan doordrenkt met religieuze activiteiten zoals taraweeh-gebeden, Koranrecitaties en liefdadigheid. In Nederland zijn deze activiteiten beperkter en vinden ze vooral plaats binnen moskeeën en gezinnen. Ik zou best willen dat de moskee hier voor ‘haar’ moslims ramadan-vieringen zou organiseren, maar over de hele gemeente zijn er misschien honderd moslims. Voor veel mensen is de moskee best ver weg en als je werkt, heb je daar geen tijd voor.’
‘Wij kregen dit jaar een doosje dadels van de buurvrouw’
‘In Nederland is ramadan minder zichtbaar. In grote steden zijn er wel evenementen, zoals ramadanmarkten of gezamenlijke iftar-maaltijden, maar over het algemeen blijven de vieringen beperkt tot moskeeën of islamitische centra. Wij vieren ramadan gewoon thuis,’ zegt Mehmet.
Nederlandse ramadan
Toch is er ook vanuit de Nederlandse gemeenschap steeds meer aandacht voor de ramadan. Supermarkten hebben vaker een aangepast assortiment en winkelketens spelen in op de vraag naar cadeaus, die door familieleden worden uitgewisseld tijdens het Suikerfeest. Bovendien zijn er steeds vaker gedeelde iftars, waaraan ook niet-moslims deelnemen uit interesse in hun vrienden, kennissen of collega’s.
Juliana merkt op dat ze hele fijne collega’s heeft wat dit betreft. ‘Als ik naar mijn werk ga, houden mijn collega’s er rekening mee. Zo is er binnenkort een jubileumetentje van een collega, dat werd aangepast aan de tijd dat ik mag eten, zodat ik erbij kan zijn. Dat vind ik erg lief.’
‘Wij kregen dit jaar een doosje dadels van de buurvrouw. ‘Gefeliciteerd met de ramadan!’ Mijn collega’s feliciteren me ook met de ramadan, dat vind ik heel leuk’, vertelt Sona.
‘Ramadan is een bijzonder gevoel’, besluit ze. ‘Het is niet alleen: ik ga niet eten en drinken. Je helpt ook anderen die minder geld hebben met een lekkere maaltijd. Natuurlijk moet je mensen altijd helpen als dat kan, maar tijdens ramadan is dat anders. Mijn vader zei altijd: één maand werken we voor onze God en de andere maanden werken we voor onszelf.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!