Vijfhonderd dagen zat hij vast in Gaza, terwijl bommen de huizen om hem heen met de grond gelijk maakten en het voedsel langzaam opraakte. In januari dit jaar kon Abed al Attar eindelijk terug naar zijn gezin in Almere, maar niets is nog hetzelfde.
Voordat hij vertrok, had hij een baan bij een zonnepanelenfabrikant. Hij hoefde zich weinig zorgen te maken over zijn ouders in Gaza, die tot 7 oktober 2023 een relatief rustig leven leidden in Deir al Balah, een stad in het midden van de Gazastrook. Hij twijfelde dan ook niet toen hij een uitnodiging ontving voor een bruiloft in deze stad, op 7 oktober.
‘Gaza was een heel mooi stuk land’, verzucht hij. ‘Nu is het nauwelijks bewoonbaar. Er zijn geen scholen, geen ziekenhuizen, bijna geen gebouwen meer. Een zak meel kost 300 euro. Als mijn familie meel heeft, bakt mijn moeder er brood van in een geïmproviseerde stenen oven, net als vroeger. Mensen eten zelfs beschimmeld brood, omdat het beter is dan honger.’
Elke dag sterven mensen van de honger
Voedsel is het meest centrale thema voor de Palestijnen die er wonen, blijkt al snel uit het gesprek. Sinds maart zijn de grenzen volledig dicht voor humanitaire hulp, en dus ook voor voedselhulp. Er komt niets meer binnen, elke dag sterven mensen van de honger. Maar ook toen Abed nog in Gaza zat, was voedsel moeilijk verkrijgbaar. ‘Alles is duur, handelaren verkopen hun waren voor extreme prijzen. Ik was er elke dag mee bezig. Ik haalde geld op, sloeg meel en water in en bracht dat naar mensen in mijn wijk.
‘Ze zitten voor hun tent en wachten, dat is alles wat ze kunnen doen’
‘De mensen daar kunnen niet kopen wat ze nodig hebben. Ze hebben natuurlijk veel meer nodig: medicijnen, melk, luiers, vlees, pannen om in te koken, noem het maar op. Maar veel mensen hebben helemaal geen geld. Ze zitten voor hun tent en wachten, dat is alles wat ze kunnen doen. Ik vergat mezelf daar helemaal. Mensen in Nederland waren bezig met mij, ik was bezig met de mensen daar.’
Rechtszaak tegen de Israëlische regering
In januari 2025 mocht de Abed eindelijk de grens oversteken met Jordanië. Vanaf daar vloog hij, vergezeld van personeel van het ministerie van Buitenlandse Zaken, naar Amsterdam. Niemand weet waarom het zo lang heeft geduurd voordat Abed het land uit mocht. De familieleden waarmee hij het land inkwam, mochten wel vertrekken, maar de naam van Abed stond niet op de lijst, vanwege ‘veiligheidsredenen’. Pas toen de Israëlische mensenrechtenorganisatie Gisha een rechtszaak aanspande tegen de Israëlische regering, kwam er schot in de zaak. Een dag voor de hoorzitting stond zijn naam opeens op de lijst.
‘Het was ontzettend moeilijk om mijn familie daar achter te laten. Mijn ouders hebben medische zorg nodig die ze daar op dit moment niet kunnen krijgen. Ik heb familieleden achtergelaten in een hele moeilijke situatie. Maar in Almere heb ik mijn vrouw en twee dochters. Ik moest terug naar mijn gezin’, zegt de Nederlandse Gazaan.
Hoe het nu met hem gaat? Hij praat er niet makkelijk over. Abed heeft een trauma opgelopen, daarvoor heeft hij nu professionele hulp. Zijn baan bij de zonnepanelenfabrikant is hij kwijt. Hij moet eerst aansterken, voordat hij de draad weer op kan pakken, zegt hij zijdelings.
Makkelijker vindt hij het om te praten over wat er nodig is in Gaza. Dankzij zijn contacten met de handelaren in Gaza kan hij geld sturen naar de juiste personen. Vanuit Nederland kan ik ook meer betekenen dan daar’, vertelt hij. ‘Ik haal geld op en stuur dat naar lokale hulporganisaties als Hope voor Gaza. Zij kopen meel en water en delen dat uit aan de mensen daar. Met een zak meel van 25 kilo kunnen ze een week lang gezinnen voeden.’
‘Toen de camera uit stond, stalen diezelfde soldaten het voedsel’
Op deze manier houdt Abed zijn familie in leven. ‘We kunnen vanuit Nederland echt wel helpen. We zijn niet helemaal machteloos’, zegt hij. Maar dat humanitaire hulp op dit moment erg ingewikkeld is, kan hij beamen. ‘Dit komt niet alleen doordat het niet naar binnen mag. Er speelt meer dan dat. Ik heb een keer een truck vol voedsel naar binnen zien gaan. Israëlische soldaten maakten hier een filmpje van, om aan de wereld te kunnen laten zien dat ze wel voedsel binnenlieten. Maar toen de camera uit stond, stalen diezelfde soldaten het voedsel en verkochten ze het voor hoge prijzen aan Palestijnse handelaren.’
Verschil tussen wat de media meldt en de werkelijkheid
Het zijn dit soort verhalen die de Nederlandse media niet bereiken, vertelt hij. ‘Israël vertelt namelijk dat de trucks geplunderd worden door Palestijnen. Dit verhaal komt vervolgens in de media. Laatst werd ik uitgenodigd door NOS, om te vertellen wat ik heb gezien. Daar vertelde ik onder andere over deze discrepantie, tussen wat de media meldt en wat er in werkelijkheid gebeurt. Dat wisten ze niet op de redactie.’
Wat ook niet in de media komt, zijn de beelden die Abed deelt op sociale media. Wie hem volgt, krijgt een dagelijkse dosis lugubere realiteit voorgeschoteld. Verbonden kinderlichamen, een huilend kind in een net gebombardeerd flatgebouw met niet veel verder een romp van een ander kind, of een man op een stoel die levend verbrandt. Veel van de beelden zijn te schokkend en worden door sociale media verwijderd. Maar het zijn de getuigenissen die hij direct uit Gaza op zijn telefoon krijgt.
‘Als Israël heel Gaza inneemt, zal het alleen maar erger worden’
‘Het internet is slecht. Ik kan echt niet elke dag bellen. Maar ik spreek mijn ouders regelmatig. Ze wonen nog in hetzelfde huis. Een plek met een dak van platen en met gaten aan meerdere kanten door de bombardementen in de buurt. Inmiddels wonen hier al mijn familieleden. Eerst woonden ze verspreid over het land. Een zus in Rafah, een andere zus in Gaza-stad, maar nu is het nergens in het land nog veilig. Als Israël heel Gaza inneemt, zal het alleen maar erger worden’, zegt Abed.
‘Ze hebben zichzelf een primitieve levensstijl aangemeten. Ze bedenken oplossingen voor hun problemen. Die steenoven hebben ze zelf gemaakt. Ze gaan gewoon door, want ze willen leven. Gazanen houden van het leven.’
Dit geldt ook voor Abed. Hoewel zijn leven volledig is veranderd, put hij ook kracht uit de mogelijkheden die hij hier heeft en wat hij daarmee kan betekenen. ‘Ik wil mensen vertellen wat ik daar heb meegemaakt. Het is moeilijk voor te stellen hoe het daar nu is, maar ik ben er geweest. Ik heb met eigen ogen gezien wat de Israëlische soldaten doen.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!