9.2 C
Amsterdam

Amsterdam moet de deur sluiten voor het CIDI, vindt BIJ1. Terecht?

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

Moet Amsterdam het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), dat opkomt voor Joden in Nederland en voor Israël, in de ban doen? BIJ1 vindt van wel. Het CIDI reageert ontstemd: ‘Ze willen ons cancelen omdat we een andere mening hebben.’

‘De samenwerking met CIDI wordt per direct verbroken’, schrijft BIJ1 Amsterdam in haar concept-verkiezingsprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen. Dit, omdat het CIDI desinformatie over ‘het koloniale beleid van Israël’ zou verspreiden. Het CIDI hanteert bovendien een definitie van antisemitisme die bepaalde kritiek op Israël uitsluit, zegt BIJ1.

De partij refereert naar de definitie van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA). De IHRA noemt antisemitisme ‘haat tegen Joden (…) gericht op Joodse of niet-Joodse individuen en/of hun eigendommen, op Joodse gemeenschapsinstellingen en religieuze voorzieningen’. De IHRA noemt elf voorbeelden, waarvan zeven betrekking hebben op Israël.

BIJ1 pleit voor de Jerusalem Declaration-definitie, die kritiek op Israël en antisemitisme wél van elkaar zou onderscheiden: ‘Antisemitisme is discriminatie, vooroordelen, vijandigheid of geweld tegen Joden als Joden (of Joodse instellingen als Joods).’ De verklaring geeft ook voorbeelden van uitingen ten opzicht van Israël die wel of juist niet antisemitisch zijn.

CIDI-directeur Hanna Luden herkent zich niet in het beeld dat BIJ1 schetst van de organisatie. ‘We werken samen met de gemeente Amsterdam, omdat het een openbare instelling is en omdat we dingen aankaarten. We hebben geen formele of informele samenwerkingsovereenkomst’, zegt Luden.

De CIDI-directeur proeft achter de kritiek van BIJ1 iets anders. ‘Ik krijg het gevoel dat ze geloven in een machtige Joodse lobby, die achter de schermen veel invloed uitoefent. BIJ1 heeft het zeer op het CIDI gemunt. Ze willen ons cancelen omdat we een andere mening hebben. Dat cancelen vind ik zorgelijk, en ook het meest gevaarlijke aan het hele verhaal. We doen ons werk omdat we de belangen van de Joodse gemeenschap behartigen. Dan benaderen we ook de gemeente Amsterdam. Daar is niets mysterieus aan. Iedereen, ook BIJ1 is altijd welkom om inhoudelijk kritiek te leveren.’

Een woordvoerder van BIJ1 Amsterdam reageert: ‘Amsterdam ziet het CIDI als dé autoriteit op het gebied van antisemitisme, en haalt stelselmatig onderzoeken van het CIDI aan. Ook werken het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA) en het CIDI nauw met elkaar samen.’

Maar deugen de CIDI-rapporten over antisemitisme dan niet, volgens BIJ1 Amsterdam?

‘Deels kloppen die rapporten natuurlijk wel. Maar wij beschouwen Israëlkritiek niet als antisemitisme. Het CIDI wil mensen de mond snoeren. Dat Luden onze kritiek op het CIDI in verband brengt met een geloof in een machtige Joodse lobby is een vorm van karaktermoord. We hebben uiteraard geen probleem met Joodse invloed in het bestrijden van antisemitisme, wel met een organisatie die vooral de belangen van de apartheidsstaat Israël behartigt.’

‘Wij beschouwen Israëlkritiek niet als antisemitisme. Het CIDI wil mensen de mond snoeren’

En hoe zit het met de IHRA-definitie? ‘In het Amsterdams Joods Akkoord, waar bijna alle partijen in de gemeenteraad voor hebben gestemd, is de IHRA-definitie indirect verwerkt’, vertelt een woordvoerder van BIJ1 Amsterdam. ‘Dat vinden wij problematisch en daarom stemden wij toentertijd tegen.’

Het gaat volgens BIJ1 niet zozeer om de ‘nogal vage’ IHRA-definitie, maar om de voorbeelden die vervolgens worden gegeven. ‘Daarin staan maar liefst zeven voorbeelden van Israëlkritiek. Sommige daarvan worden ten onrechte als antisemitisch aangemerkt.’

Neem vergelijkingen tussen nazi-Duitsland en Israël en tussen de onderdrukking van Palestijnen nu en Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. BIJ1: ‘Over de smakelijkheid van zulke vergelijkingen valt uiteraard te twisten, maar dit is geen antisemitisme.’

Luden ziet dit anders. Ze beschouwt de kritiek van BIJ1 als een afleidingsmanoeuvre, om het maar niet over bepaalde vormen van antisemitisme te hebben. ‘De IHRA-werkdefinitie is voor mij niet heilig. Als er een betere definitie van antisemitisme is, dan hanteren we die. De IHRA-werkdefinitie heeft als grote voordeel dat deze gedragen wordt door heel veel landen en organisaties en richtlijnen kent voor gebruik, en ook een procedure voor verbetering. De voorbeelden zijn ‘voorbeelden’ om er een gevoel en richting bij te geven, het oordeel blijft bij de mensen.’

En wat vindt Luden dan van de Jerusalem Declaration, die als BIJ1 wordt voorgesteld als alternatief? ‘Deze verklaring kent net als de IHRA-definitie goede elementen en problemen. Ook de Jerusalem Declaration geeft voorbeelden, onder andere over Israël. Maar het belangrijkste is: deze verklaring zegt een ‘middel voor het interpreteren van de IHRA-definitie’ te zijn.’

Volgens Luden is het belangrijkste dat beide definities niet gepolitiseerd worden. ‘Het zijn geen juridisch bindende definities, maar werkdefinities. Ze zijn niet bedoeld om in de rechtspraak gebruikt te worden, maar om te helpen bij de bepaling of iets antisemitisch is of niet. Het gaat CIDI om het bestrijden van antisemitisme, van antisemitische beelden en vooroordelen. Mijns inziens kunnen allen die kritiek willen uitoefenen op Israël het zo doen zonder mensen te kwetsen. BIJ1 vindt bijvoorbeeld de vergelijking met de nazi’s en de Holocaust niet antisemitisch, maar begrijpt wel dat zulke vergelijkingen kwetsend zijn. Dan zeg ik: respecteer het feit dat Joden dit kwetsend vinden en doe het niet.’

Dodenherdenking op de schop?

BIJ1 wil ook dat de Dodenherdenking van 4 mei anders wordt. Die is nu volgens het concept-programma ‘in de basis racistisch en onvolledig’, omdat er geen verantwoordelijkheid wordt genomen voor ‘Nederlands oorlogsgeweld en medeplichtigheid aan internationale terreur’. Want ‘nog steeds worden Indonesische, Surinaamse, Koreaanse, Iraakse (…) slachtoffers van Nederland (of door Nederland ondersteund) oorlogsgeweld niet herdacht’.

Deze passage vindt CIDI-directeur Luden eveneens kwetsend. ‘Onder het mom van inclusiviteit wil BIJ1 alles uithollen. Je mag best de Indonesische slachtoffers herdenken die vielen in 1945-1950, de slachtoffers van de trans-Atlantische slavenhandel en slachtoffers van andere tragedies, maar graag niet op 4 mei. Daar schiet niemand iets mee op. Het bevordert geen begrip tussen de verschillende bevolkingsgroepen, laat staan kennis van de geschiedenis.’

Luden krijgt, zo concludeert ze, een ‘naar gevoel’ bij het programma van BIJ1. ‘Het is mooi dat de partij zich zegt in te zetten voor allemaal minderheden, maar ‘toevallig’ vallen wij Joden bij BIJ1 altijd buiten de boot.’ Luden noemt dat het BIJ1-programma allemaal groepen benoemt die herdacht moeten worden tijdens de Dodenherdenking, maar waarin de Joden, Sinti en Roma onbenoemd blijven.

‘Mooi dat BIJ1 zich zegt in te zetten voor allemaal minderheden, maar ‘toevallig’ vallen wij Joden altijd buiten de boot’

‘Wij zijn uiteraard voor het herdenken van de Joodse slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog’, zegt BIJ1 Amsterdam. ‘Maar een Dodenherdenking moet ook een moment zijn van kritische zelfreflectie, waarin we ook stilstaan bij het leed dat Nederland heeft veroorzaakt.’

We moeten een eerlijk verhaal over de geschiedenis vertellen, vindt BIJ1. ‘Dus dat Nederlanders van kleur en communisten oververtegenwoordigd waren in het verzet tegen de nazi’s. Maar ook dat de NSB’ers vlak na de oorlog al gauw gerehabiliteerd werden, terwijl de Joodse overlevenden van de oorlog na hun terugkeer uit de concentratiekampen niet bepaald met open armen werden ontvangen. Bovendien kreeg de Jodenvervolging pas in de jaren zestig een plek in de nationale herdenking op de Dam. Het beeld dat witte Nederlanders goed waren, klopt daarom niet.’

Antisemitisme is een probleem dat BIJ1 wel degelijk onderkent, besluit de woordvoerder van BIJ1 Amsterdam, maar: ‘Als je antisemitisme écht wil bestrijden, dan moet je niet Israël gaan verdedigen maar kijken naar extreemrechts, waar het echte antisemitisme vandaan komt.’ De BIJ1-woordvoerder ontkent niet dat er zoiets ‘links antisemitisme’ bestaat, maar ‘we moeten vooral samen met onze Joodse landgenoten een sterk en solidair links blok zijn tegen het gevaarlijke antisemitisme van extreemrechts’.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -