Elk jaar op 24 april herdenken Armeniërs de Armeense Genocide van 1915. Dit jaar is de herdenking extra beladen, vanwege de oorlog in Gaza die volgens veel Armeniërs ook een genocide is.
Sinds 7 oktober is de wereld in de greep van het Israëlisch-Palestijnse conflict. De brute oorlog, die begon met de Hamas-slachting van 1200 Israëliërs, heeft tot een meedogenloze tegenreactie van Israël geleid, die volgens velen genocidaal van karakter is. In de oorlog waar maar geen einde aan komt, zijn al meer dan 30.000 Palestijnen in Gaza omgekomen.
Op 24 april herdenken Armeniërs jaarlijks de Armeense Genocide uit 1915, toen tijdens de Eerste Wereldoorlog anderhalf miljoen Armeense christenen werd vermoord door het Jong-Turkse militaire regime. Het bloedbad in Gaza, 109 jaar later, doet vele Armeniërs aan die gewelddadige episode uit hun eigen geschiedenis denken.
‘Als een volk dat heeft geleden onder genocide weten Armeniërs heel goed wat Israël nu doet in Gaza’, zegt Vartan Estukyan, redacteur bij het Armeens-Turkse weekblad Agos. ‘We kunnen ons heel goed inleven in wat er nu met de Palestijnen gebeurt.’ Hij beschouwt de Israëlische oorlog in Gaza als een genocide. Tegelijk erkent hij de gevoeligheid van het gebruik van deze term en zegt hij dat elk volk het eigen lijden ‘een zweem van uniciteit’ toedicht.
‘Armeniërs beschouwen 1915 als de eerste genocide van de twintigste eeuw, terwijl sommige Joden een stap verder gaan en claimen dat de enige echte genocide de Holocaust was. Beide standpunten lijken me verkeerd, omdat verschillende vernietigingscampagnes onder de noemer genocide kunnen vallen. Niemand kan die term toe-eigenen. Terwijl de Holocaust door de gehele wereld wordt geaccepteerd en veel landen inmiddels de Armeense Genocide erkennen, zal vroeg of laat ook de genocide die nu in Gaza wordt gepleegd door Israël in de geschiedenisboekjes terecht komen.’
Ook voor socioloog Sayat Tekir, actief voor de Turks-Armeense beweging Nor Zartonk (Nieuw Ontwaken) is er een ‘vanzelfsprekende link’ tussen de Armeniërs en de Palestijnen.
‘Armeniërs zijn een volk dat uit hun eigen gebieden is verjaagd’, zegt hij. ‘Wij Armeniërs begrijpen daarom als de besten het lot van de Palestijnen in Palestina en het vluchtelingenbestaan in de Palestijnse diaspora. De Palestijnen worden ook al decennialang van huis en haard verdreven door Israël en zijn nu zelfs slachtoffer van de genocide in Gaza.’
‘Veel Joden spreken zich uit tegen de genocide in Gaza’
Tekir wijst op het collectieve geheugen van volkeren die genocidaal zijn uitgeroeid. ‘Wanneer andere volkeren ook slachtoffer worden van vernietiging, dan roept dat meteen herinneringen op aan de eigen uitroeiing’, legt hij uit. ‘Daarom hebben de gebeurtenissen in Gaza invloed op Armeniërs en laten ze hun stem horen. Wij van Nor Zartonk doen dat ook, omdat we geloven in wat de Palestijnse politica Hanan Ashrawi heeft gezegd. We cannot rely upon the silenced to tell us they are suffering. (We kunnen niet rekenen op degenen die tot zwijgen zijn gebracht om ons te vertellen dat zij lijden.) We moeten de stem zijn van andere onderdrukte volkeren. We moeten de Palestijnse schreeuw om hulp versterken door zelf ook te schreeuwen.’
Maar hoe zit het dan met de Joodse gemeenschap? Zij waren slachtoffer van de Holocaust en andere vervolgingen. En de gebeurtenissen van 7 oktober triggerden bij veel Joden aloude angsten.
‘Ik houd geen enkele Jood verantwoordelijk voor wat er gebeurt in Gaza’, antwoordt Agos-redacteur Estukyan. ‘Mijn verwijt richt zich op de Israëlische staat en zijn supporters. Overigens zou je precies vanwege de Holocaust van Joden kunnen verwachten dat ze dezelfde empathie zouden hebben over het lot van de Palestijnen. En dat gebeurt dan ook gelukkig. Vele Joden spreken zich uit tegen de genocide in Gaza.’
Hamas is niet het Palestijnse volk
Tekir noemt de huidige situatie in Gaza een ‘gruwelijke vorm van ironie’ voor de staat Israël. ‘Het volk, of beter gezegd de staat Israël, die namens het Joodse volk zegt te spreken en zelf slachtoffer is geweest van genocide, pleegt nu zelf een genocide. Dit gezegd hebbende kan ik de burgerslachtoffers die Hamas heeft gemaakt met de slachting op 7 oktober niet onbenoemd laten. Maar Hamas is niet het Palestijnse volk. Toch richt de Israëlische operatie zich tegen nu tegen de gehele Palestijnse bevolking. Dat wordt ook door zelfkritische Israëlische Joden gezegd. Dat zijn Joden die voor vrede en gelijkheid zijn. Het is belangrijk om hen niet te vergeten.’
Activist Max de Ploeg, die een Armeense en Joodse achtergrond heeft, is eveneens zeer begaan met het lot van de Palestijnen. Op 24 april zal hij in gedachten met hen zijn. Niet alleen vanwege de ‘fysieke vernietiging’ van mensen, vertelt hij, maar ook vanwege de culturele genocide die nu plaatsvindt en de historische identiteit van Palestina als Arabisch land dreigt uit te wissen. Dit doet hem denken aan hoe in Turkije de christelijke Armeense cultuur nu grotendeels is verdwenen.
‘Al die universiteiten, bibliotheken, moskeeën en kerken, alles wordt platgebombardeerd en uitgewist door Israël, de gehele infrastructuur maken ze kapot. Natuurlijk doet dit mij denken aan de manier waarop Turkije de Armeense identiteit in historisch Armenië heeft weggevaagd, door duizenden kerken, scholen, ambachten en fabrieken te verwoesten. In 1948 verwoestte Israël tijdens de Nakba meer dan 500 dorpen, die werden gezuiverd van Palestijnen. Deze geschiedenis herhaalt zich nu in Gaza. Inmiddels zijn de eerste plannen voor het bouwen van Israëlische nederzettingen op de Gazastrook aangekondigd.’
Beruchte uitspraak van Hitler
Daarom staat De Ploeg op 24 april, maar ook op 4 en 5 mei stil bij de huidige vernietiging in Gaza, die grotendeels ontkend wordt door het Westen. ‘Wanneer we ‘nooit meer’ zeggen moet dat principe voor iedereen gelden.’ De Ploeg wijst op een beruchte uitspraak van Adolf Hitler. In 1939, vlak voordat de Duitse legers Polen binnenvielen, zei de Führer tegen zijn officieren dat ze genadeloos moesten zijn. ‘Wie herinnert zich vandaag nog de vernietiging van de Armeniërs?’, vroeg hij zich retorisch af. De Ploeg: ‘Laten we niet dezelfde fout maken en ook de Palestijnen herinneren. Want anders komt er nooit een einde aan het geweld.’
‘Voor veel Israëliërs komt het bestaansrecht van de staat Israël op nummer 1, zoals bij Turken de Turkse staat altijd nummer 1 is’
De Armeense Genocide wordt door de Turkse staat ontkend. De Ploeg ziet parallellen met Israël, dat nu ontkent een genocide tegen de Palestijnen te plegen. ‘Ze zeggen constant dat ze tegen terroristen vechten en dat ze het recht hebben om zichzelf te verdedigen. Dit lijkt op de retoriek van de Jong-Turken in het Ottomaanse Rijk. Zij zouden in 1915 ook een terroristisch wespennest in Armenië hebben uitgerookt en de daarmee veiligheid van de Ottomaanse staat hebben gegarandeerd. Voor veel Israëliërs komt het bestaansrecht van de staat Israël op nummer 1, zoals bij Turken de Turkse staat altijd nummer 1 is. Beide landen hebben dan ook een sterk etno-nationalistische karakter, waarbij de staat er met name voor één volk moet zijn. In de Turkse propaganda worden Koerden soms ‘Bergturken’ genoemd. De Israëlische propaganda noemt Palestijnen vaak ‘Arabieren’. Het is in beide gevallen staatspropaganda: Turkije en Israël zeggen hiermee dat er maar één volk het legitieme recht op zelfbeschikking heeft, terwijl het andere volk eigenlijk niet bestaat.’
Als het aankomt op Joodse gevoeligheden en historische angsten, beschouwt De Ploeg het bestaan van de Israëlische staat als een vorm van ‘verraad’. ‘Israëlische politici misbruiken de geschiedenis van de Holocaust om kritiek op Israël verdacht te maken, zegt hij, door een claim van slachtofferschap. Maar tegelijkertijd zijn de Israëliërs gekomen als kolonisten en zijn het de Palestijnen die het recht hebben om zich te verdedigen tegen een bezetting. Tevens misbruiken Israëlische politici de joodse religieuze identiteit en de davidster als symbool voor hun staat. Hiermee brengen ze zelf de strijd tegen antisemitisme in gevaar, omdat ze het gebruiken ter legitimering van Israëlisch staatsgeweld. Zo leer je dus helemaal niks uit het verleden. Integendeel, het geweld uit het verleden wordt als propaganda voor nieuw geweld gebruikt, dat weer vijandigheid opwekt. Logischerwijs is het in Israël, als bezettingsmacht, voor Joden juist minder veilig dan elders in de wereld. ’
Nagorno-Karabach
Estukyan wijst nog op een ander, voor veel Armeniërs gevoelig punt als het gaat over Israël: de militaire steun aan Azerbeidzjan in de oorlog om Nagorno-Karabach. De Armeense enclave is sinds het begin van dit jaar officieel opgeheven, na twee verwoestende oorlogen. Meer dan 100.000 Armeniërs hebben eind vorig jaar de enclave onder Azerbeidzjaanse druk verlaten.
‘Die Israëlische steun aan Azerbeidzjan, ook qua militaire inlichtingen, heeft er mede voor gezorgd dat er na 5000 jaar geen enkele Armeniër meer is overgebleven in de enclave. Daarom mag geen Armeniër meer naast de Israëlische staan en is er veel meer sympathie voor de Palestijnen’, aldus Estukyan.
Tekir merkt op dat de Armeense sympathie met Palestijnen al langer bestaat. ‘In het verleden hebben Armeense revolutionaire groepen zich zelfs in de vrijheidsstrijd van de Palestijnen gemengd. De historische leider van de PLO, Yasser Arafat, heeft zich vaak positief uitgelaten over Armeniërs en erkende de Armeense Genocide. In de strijd voor een democratisch Palestina verklaarde hij de Armeniërs en Palestijnen tot één volk.’
Hij noemt ook de Armeense buurten in Jeruzalem die door Israëlische kolonisten worden bedreigd. ‘Armeniërs worden in hun eigen buurten en woningen belaagd door extreemrechtse Israëlische racisten’, vertelt hij. ‘Ze worden in elkaar geslagen, zoals Palestijnen elke dag worden vernederd op de Westbank. De Israëlische staat wil Jeruzalem volledig homogeniseren en maakt daarbij geen onderscheid tussen Palestijnse moslims of christelijke Armeniërs. Alles moet volgens Israël Joods-Israëlisch worden.’
Volgens De Ploeg legt de ‘Turks-Azerbeidzjaanse-Israëlische’ militaire samenwerking de ‘totale hypocrisie’ van christelijke en rechtse politici in Nederland bloot, die op 24 april de Armeense Genocide herdenken.
‘Ze draven ieder jaar weer op, omdat de slachtoffers van de Armeense Genocide christenen zijn. Over de moslims in Gaza hoor je hen uiteraard niet. Tot zover universele mensenrechten. Maar ook in hun solidariteit met christenen zijn deze politici hypocriet. Want hun liefde voor Israël is zo ver gevorderd dat het hen blind heeft gemaakt voor de Israëlische steun aan Azerbeidzjan en de onderdrukking van Palestijnse christenen en Armeniërs in Jeruzalem door Israël.’ Volgens De Ploeg creëer je juist op deze manier een onveilige geopolitieke situatie. ‘Want deze politici durven hun mond niet open te trekken tegen de staat Israël, die maar zijn gang kan blijven gaan.’
‘Ontkenning is de laatste fase van genocide’
Met welke herdenkingsboodschap willen Estukyan, Tekir en De Ploeg afronden?
Estukyan: ‘Na 109 jaar is er nog steeds Turkse ontkenning. Dit is een groot obstakel voor het voorkomen van nieuwe genocides in de toekomst. Hoewel de Turkse regering harde woorden gebruikt tegen Israël blijven ze met het land handel drijven, waardoor ze medeverantwoordelijk zijn voor de humanitaire ramp in Gaza. We moeten historische en huidige genocides erkennen. Hoe eerder hoe beter. Misschien ben ik een utopist, maar als iemand wiens voorouders zijn afgeslacht kan ik niet anders doen dan dit verwachten van iedereen.’
Herdenking als moment van solidariteit en verbinding
Tekir: ‘Ontkenning is de laatste fase van genocide. Eerst worden mensen uitgemoord en daarna ontkennen daders dat ze iets misdaan hebben. Die ontkenning begint eigenlijk vanaf het eerste moment dat de misdaden bewust gepleegd word, en de daders alles op alles zetten om vervolging te voorkomen. Dus ontkennen ze dat ze iets verkeerd hebben gedaan. Die ontkenning stopt nooit meer als het onderdeel wordt van de nationale identiteit. Dit is bij de meeste genocides het geval, alleen in nazi-Duitsland is het anders gelopen. Vandaag wordt de Armeense Genocide nog steeds ontkend door Turkije en vindt voor de ogen van de wereld een nieuwe genocide plaats in Gaza. Wanneer je geen rekenschap aflegt over je eigen geschiedenis dan zal het geweld voortduren. Turkije heeft dat 109 jaar niet gedaan wat betreft de Armeniërs. En Israël al sinds 1948 niet met betrekking tot de Palestijnen, met alle misdadige gevolgen van dien.’
De Ploeg: ‘Herdenkingen zijn niet alleen belangrijke momenten om te rouwen en de doden te herdenken, maar kunnen hopelijk ook leermomenten zijn en momenten van solidariteit en verbinding tussen groepen. Helaas merk ik dat de Armeense Genocide en de Joodse Holocaust te vaak voor politieke doeleinden wordt ingezet, om te polariseren of de Nederlandse samenleving af te zetten tegen de ‘ander’, de Turk, de moslim. Als je dat doet, dan ben je niet bezig met herdenken en lering trekken, maar met geopolitieke belangen.’
Zo claimt de Nederlandse politiek vaak genoeg ‘joods-christelijk’ te zijn als samenleving, terwijl de Joden in Nederland eeuwenlang zijn gestigmatiseerd, gediscrimineerd en vervolgd, zegt De Ploeg. ‘Met deze geclaimde joods-christelijke identiteit dragen ze impliciet de boodschap uit: we zijn niet-moslim. Door pal achter deze genocide in Gaza te staan polariseren politici de samenleving tegen moslims en iedereen die zich identificeert met het leed van de Palestijnen. Dit brengt ons niet verder. Pas als we tegen alle genocides en vormen van onrecht staan dan pas kunnen we spreken van waardige herdenkingen. Dat kunnen we niet als we selectief zijn en genocides opportunistisch gebruiken als stok om de ander te slaan.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!