Moslims noemen de duivel Iblis. Hij is geen gevallen engel, zoals Lucifer uit de Bijbel, maar een djinn. Iblis wil zo veel mogelijk mensen in het verderf storten, omdat hij tegenover Allah wil bewijzen dat zij hun bevoorrechte positie helemaal niet verdienen.
Onlangs verscheen bij de Belgische uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts het boek Satan: een geschiedenis van de duivel. Als religieuze en literaire belichaming van het kwaad – denk aan Lucifer in de Bijbel en Mefistofeles in Goethes Faust – is de duivel al zo’n 2000 jaar een belangrijke figuur in de Europese geschiedenis. In de christelijke traditie is de duivel een gevallen engel, die in opstand kwam tegen God en daarom uit de hemel werd gegooid en de mensen op aarde tot zonde probeert te verleiden. Maar hoe zit het met de duivel in de islam?
Tijdens de hadj, de bedevaart naar Mekka en Medina, is de steniging van de duivel een belangrijk ritueel. Gelovigen gooien stenen naar de duivel, om hem te tonen dat hij hen onmogelijk van het rechte pad zal kunnen afleiden. De duivel zou de profeet Ibrahim hebben geprobeerd te verleiden tot ongeloof, opdat hij zijn zoon Ismaël niet zou offeren. Uiteindelijk steekt Allah op het allerlaatste moment een stokje voor dit mensenoffer, nadat Ibrahim voor de geloofsproef geslaagd was.
Het stenigen van de duivel tijdens de hadj is een religieuze plicht, zegt arabiste Caroline Janssen, professor aan de Universiteit van Gent. ‘De pelgrim laat Satan geen ruimte om door te dringen in de ziel, waar die immers maar één doel bij voor ogen heeft: Gods plannen dwarsbomen. De pelgrim moet de rite eigenhandig uitvoeren en de drie zuilen met zeven kiezels raken, anders is de hadj niet compleet. Als dat niet kan, bijvoorbeeld door een lichamelijke beperking, kun je iemand inhuren die het stenigen voor jou doet.’
Joden en christenen geloven dat de duivel een gevallen engel is. De islam echter leert dat hij een demon is, een djinn, aldus Janssen. ‘Iblis, zo heet de duivel in de islam, is namelijk uit vuur geschapen, en engelen uit licht. Er zijn ook andere satans, demonen, die voor Iblis hebben gekozen. Daarnaast er zijn ook goede djinns.’
‘Tot het Laatste Oordeel kan de duivel zijn gang gaan in de wereld’
De Koran vertelt het verhaal dat Allah de engelen bij zich riep en hen vroeg om te buigen voor de mens, die Hij net geschapen had uit klei. De duivel was ook uitgenodigd op deze bijeenkomst. Hij weigerde voor de mens te buigen. Allah was vertoornd en wilde Iblis straffen, een straf die eindigen zou op de Dag des Oordeels. Maar de duivel vroeg om uitstel tot na de die dag. Hij had namelijk helemaal geen berouw voor zijn hoogmoed en wilde zo veel mogelijk mensen in het verderf storten, om zo te bewijzen dat de mensen hun bevoorrechte positie helemaal niet verdienen. Janssen: ‘Het uitstel heeft dus een psychologisch voordeel voor Iblis, maar is op termijn nefast. De hel is immers voor eeuwig.’
Tot het Laatste Oordeel kan de duivel zijn gang gaan in de wereld. Maar tegelijkertijd zijn de gelovigen beschermd. ‘Maar hij (de duivel, red.) zal hen (de mensen, red.) in niets schaden tenzij met verlof van God. En op God is het dat de gelovigen hun vertrouwen moeten stellen.’ (Soera 58:10, vertaling J.H. Kramers.)
De duivel slaagt erin om de mensen tot zonde te verleiden in het paradijs. Maar hoewel de zwakheden van Adam consequenties hebben wordt zijn zonde hem vergeven, omdat Allah de mensen ook blijft steunen nadat ze uit het paradijs zijn verbannen. Ondertussen probeert de duivel de mensen op aarde te verleiden tot zonde. Iblis zaait volgens de Koran tweedracht onder de mensen, maakt hen bang, zet hen aan tot zonden. Hij laat hen bij afgoden te rade gaan, met alcohol en kansspelen zet hij mensen tegen elkaar op.
‘Dat je eerst nog je email wil checken en daarom te laat bent voor het gebed: dit is het werk van Iblis’
De duivel probeert ook te voorkomen dat mensen hun religieuze plichten vervullen en maakt hen vergeetachtig, hij fluistert mensen slechte gedachten in en verleidt mensen met loze beloftes. Andere satans helpen hem hierbij. Overal ligt het gevaar van de duivel op de loer: in poëzie en in de muziek, op de markten en in badhuizen, in tattooshops, bij waarzeggers. Volgens sommige conservatieve exegeten heeft de duivel ook dochters die vrouwen lesbisch maken. Volgens sjeik Yasir uit Texas, die veel volgers heeft op YouTube, is een satan ‘om het even wie je weghaalt van het pad van Allah’. De intellectueel die met zijn slimme vragen je doet twijfelen aan de eeuwige geloofswaarheden, de gedachte dat je arm wordt als je anderen aalmoezen geeft of dat je eerst nog je email wil checken en daarom te laat bent voor het gebed: dit is het werk van Iblis. Je moet deze satan bestrijden. Op tijd. Want als de Dag des Oordeels straks aanbreekt is het te laat. Iblis, wiens doel het is om mensen te misleiden, laat zijn aanhangers op die dag bovendien in de steek.
Andere stromingen
Maar de islam is meer dan alleen de orthodox-soennitische uitleg van de islam, zegt Janssen. Islamitische mystici en vrijdenkers, veelal soefi’s, hebben in het verleden gewaagde uitspraken gedaan over de duivel. De duivel zou bijvoorbeeld groot gelijk hebben dat hij niet voor de mensen boog, omdat je alleen voor God mag buigen. Volgens de Jezidi’s, een religieuze minderheid in het Midden-Oosten, was Gods verzoek aan de engelen dan ook een test. Alleen de engel Shaytan slaagde hier glansrijk voor. Orthodoxe moslims stellen Shaytan gelijk met Iblis en noemen de Jezidi’s duivelsaanbidders. Dat is ook de reden waarom de Jezidi’s eeuwenlang zwaar worden vervolgd in het Midden-Oosten, met als dieptepunt de genocide door de extremisten van IS.
De orthodoxe islam leert dat de duivel geen vat heeft op profeten. Niet op Ibrahim, niet op Mohammed. Daarom roept De Duivelsverzen van de Brits-Indiase schrijver Salman Rushdie ook zo veel weerstand op onder veel moslims. Rushdies roman gaat in op een middeleeuws verhaal over Mohammed, waarin beschreven wordt dat de profeet zich door de duivel had laten verleiden. De traditionele godinnen van het polytheïstische Mekka kregen dankzij een – zo later bleek duivelse – openbaring van Mohammed toch een plekje naast Allah, als heilige kraanvogels die voor de mensen bemiddelden bij Allah. Janssen: ‘Het is een heel ingewikkeld boek. Rushdie schopt tegen de heilige huisjes van de islam, waarbij hij zich beroept op de kritische traditie in de islam. Hij zocht in zijn roman de randen op en dreef de spot met zaken die moslims dierbaar waren. De Iraanse ayatollah Khomeini besloot mede daarom een fatwa tegen hem uit te spreken.’
Ten slotte wordt de duivel ook gebruikt in het politieke discours. Zo noemde diezelfde Khomeini de Verenigde Staten ‘grote satan’ en Israël ‘kleine satan’. Veel moslims spreken tegenwoordig bovendien over Israhel, als het over Israël gaat, en noemen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu Shaytanyahu. Janssen: ‘Satan is hier geen metafoor, maar een politiek instrument. Of mensen daadwerkelijk geloven of het hier daadwerkelijk om de duivel gaat of niet maakt dan nog weinig uit. Zowel in de strijd tegen moslims als tegen niet-moslims wordt Satan als symbool van de tegenstander gebruikt. Zo citeerde the Jerusalem Post met instemming een Hollywoodacteur, die de aanval van 7 oktober op Israël door Hamas satanisch noemde.’
Heksen
Animistische Afrikaanse religies kennen de figuur van de duivel niet, vertelt antropoloog Koenraad Stroeken. ‘We denken als Europeanen dat de duivel een algemeen gegeven is, maar dat is te eurocentrisch gedacht. Niet alle culturen hebben een duivel. Het absolute kwaad bestaat wel, maar in de figuur van een heks. Een heks kan een vrouw of een man zijn en zorgt voor onheil. Vooral in tijden van crisis, als mensen niet weten wat er aan de hand is, zijn ze geneigd om heksen de schuld te geven van rampen. Misschien wenst een familielid of iemand anders mij ongeluk toe. Dat krijgt cultureel vorm in de heks.’
‘Tegenwoordig worden geïdentificeerde heksen niet langer geëxecuteerd’
Om je tegen heksen te beschermen ga je naar de genezer. ‘Hij kan heksen identificeren door ingewanden te lezen van geslachte kippen. De genezer weet niet wie het slachtoffer is van het onheil. Zijn taak is slechts om de heks te identificeren. Het aanwijzen van de heks ontstaat in gesprek met de cliënt. Tegenwoordig worden geïdentificeerde heksen niet langer geëxecuteerd. Je moet alleen betalen voor een medicijn dat je tegen de heks beschermt.’
Stroeken legt uit dat de heksenvervolgingen in Afrika anders waren dan die in Europa. ‘Sinds de jaren 1990, toen Tanzania zich moderniseerde, had je geen tribunaal meer waar mensen zich kunnen verdedigen. De heks werd sindsdien opgejaagd en gedood. Ik heb onderzoek gedaan naar culturele oplossingen in enkele dorpen in Tanzania. Elk dorp heeft minimaal twee genezers. Ze identificeren veel heksen. Over heel het gebied is dit in totaal gemiddeld zo’n 1000 per dag, meer dan 300.000 heksen per jaar dus.’
En toch wordt er bijna niemand omgebracht. Hoe kan dit? Stroeken: ‘Het antwoord is dat divinatie, het ritueel van de genezer om de heks te identificeren, geweld tegen vermeende heksen juist tegengaat. Op plekken waar divinatie verboden is geweest vinden meer heksendodingen plaats. Mensen die zich machteloos voelen, kiezen sneller voor een wanhoopsoplossing. De genezer daarentegen geeft cliënten een veilig gevoel, waardoor ze niet overgaan tot geweld. Je moet dus niet zomaar gaan pleiten voor het afschaffen van dit soort praktijken, want dit kan tot onaangename neveneffecten leiden.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!