4 C
Amsterdam

De islam als emancipatiemotor: ‘Het feminisme ís al te vinden in de Koran’

Vera Boonman
Vera Boonman
Journalist.

Lees meer

Gaan feminisme en de islam samen, of staan ze tegenover elkaar? Islamitische feministen vinden dit een achterhaalde vraag. ‘Voor mij betekent moslim zijn per definitie dat ik voor vrouwenrechten sta.’

In een recente lezing spraken socioloog Saskia Glas (Radboud Universiteit Nijmegen) en arts en islamoloog Noor Compier over het feminisme binnen de islam. De lezing werd georganiseerd door ‘De Ware Islam’, een jongerenorganisatie binnen de Ahmadiyya-moslimgemeenschap.

Ahmadiyya geloven dat de Indische moslimgeleerde Mirza Ghulam Ahmad (1835-1908) de laatste profeet is, iets dat volgens orthodoxe moslims overigens niet kan. In de grondbeginselen van de Ahmadiyya-moslimgemeenschap is direct te lezen: ‘De ware islam is een religie die gelooft in de gelijkheid en emancipatie van de vrouw’. En daar gaat het dan ook over tijdens de lezing.

‘Het leek de jongerenorganisatie wel belangrijk om vrouwen te betrekken bij dit onderwerp, in plaats van dat mannen erover vertellen,’ vertelt Compier met een lach.

Compier geeft vaker lezingen, maar dan gaat het niet alleen over feminisme. ‘Het is een cliché. Er is veel meer te vertellen dan alleen jihad en feminisme’, zegt ze. Ondanks dat ze inmiddels al bijna vijftien jaar lezingen geeft, vindt ze het niet meteen vervelend: ‘Het is altijd interessant om weer een ander perspectief te laten zien.’

Tijdens de lezing vertelt Compier over het islamitisch feminisme en haar eigen zoektocht naar haar plek binnen Nederland. Toen ze begin jaren negentig vanuit Pakistan in Nederland aankwam, leek het nog alsof migrantenvrouwen meer kans maakten als ze zich kleedden als een westerse vrouw.

Compier: ‘Ik vroeg me af: wat heb ik te bieden?’ Vanuit deze positie hielp het Compier, zelf behorend tot de Ahmadiyya, zich te verdiepen in haar geloof.

De andere spreker, Saskia Glas, heeft een compleet andere achtergrond. Zij besloot onderzoek te doen naar de mening over vrouwenrechten in Arabische landen toen ze hoorde over de massale aanrandingen in Keulen tijdens de nieuwjaarsnacht van 2015 op 2016.

‘Er werd gedacht dat het grootste deel van deze aanranders Noord-Afrikaanse asielzoekers waren. Het publieke debat dat volgde was niet heel genuanceerd en erg populistisch’, vertelt Glas in de lezing. ‘Er volgden protesten van Syrische asielzoekers die zeiden: ‘Ik heb een religie, maar ik ben geen seksist en ik geef wel om vrouwenrechten.’’

Haar interesse was aangewakkerd. De volgende vier jaar werkte Glas aan haar proefschrift over vrouwenrechten in Arabische landen.

Met enquêtes onder 70.000 Arabische burgers deed ze haar onderzoek. Hierin stonden vragen over hoe belangrijk de burgers hun geloof achtten en hoe vaak ze bijvoorbeeld naar de moskee gingen, aangevuld met vragen over vrouwenrechten zoals het recht op educatie en een carrière. Een op de vier noemt zichzelf een moslimfeminist, ‘een grote minderheid dus’, aldus Glas in de lezing. Deze mensen hebben geen problemen met vrouwenrechten.

Als er per land gekeken wordt, dan ziet Glas meer moslimfeministen in de landen met de sterkste feministische bewegingen, zoals Marokko, Tunesië, Egypte en Algerije. Ze zag ook dat vrouwen die zich sterk religieus voelden juist meer vrouwenrechten steunden. Noor Compier voegt toe dat feminisme al ontstond in de islam met de komst van de profeet Mohammed.

Compier: ‘Tegen alle gelovigen, het maakt niet uit of het een man of vrouw is, zegt de islam: ‘Wees als Maria (Maryam, de moeder van Jezus / Isa, red.)’. De islam ziet de vrouw niet als een lager wezen. Ik denk zelfs dat Europese vrouwen een verrijking kunnen vinden in de Koran.’

‘Mohammeds vrouwen mochten blijven werken, iets waar feministen in Nederland voor moesten vechten’

Hierover gaat het ook in de cursus van Anne Dijk, religiewetenschapper en islamitisch theoloog, die sinds begin deze week online te volgen is. Haar cursus duurt zes weken en gaat over de geschiedenis van vrouwen in de islam. Ze maakt zelf onderscheid tussen islamitisch feminisme en moslimfeminisme.

Het eerste is meer gericht op het bestuderen en interpreteren van islamitische bronnen. Moslimfeminisme strijdt tegen elke vorm van vrouwenonderdrukking, wat voornamelijk politiek, activistisch of seculier van aard kan zijn. ‘En er kan natuurlijk overlap zijn; een moslimfeminist kan zich baseren op islamitische bronnen’, vult Dijk aan.

Berna Toprak bevestigt dit. Ze is medeoprichter van moslimcollectief S.P.E.A.K., dat zich uitspreekt tegen structurele uitsluiting van moslimvrouwen. Toch krijgt het collectief daar niet altijd de ruimte voor binnen het westerse feminisme, zegt Toprak.

‘Het westerse feminisme heeft een andere geschiedenis dan moslimfeminisme. De strijd met de kerk, het verzet tegen de invloed van de kerk heeft het westerse feminisme erg gevormd. Het moslimfeminisme heeft een andere levensloop gehad. Toch blijft het binnen westers feminisme ‘raar’ als je religieus bent.’

Dit herkent Anne Dijk. Het zorgt ervoor dat ze terughoudend is om zichzelf meteen feminist te noemen. ‘Voor mij betekent moslim zijn per definitie dat ik voor vrouwenrechten sta.’ Zelfbeschikking en gelijkwaardigheid was er al in de tijd van de profeet Mohammed, stelt Dijk, alleen het woord ‘feminisme’ bestond nog niet.

‘Zijn vrouwen mochten blijven werken. Iets waar feministen in Nederland voor moesten vechten, is met de komst van de Koran gegeven. Voor mij is religie júíst een bron van emancipatie.’

Noor Compier ziet het onbegrip naar haar religie veel terug. ‘Het is extra lastig voor migranten die naar Europa toe komen. Zij zijn geen islamitische geleerden en toch worden ze in Europa aangesproken op allerlei regels en kennis van de islam die ze niet hebben.’

Er zijn vrouwen die in Nederland komen en stoppen met het praktiseren van de islam. ‘Zij zetten zich er tegen af, maar dit is een product van hun onderdrukking, iets dat in hun land voorkwam. Die patriarchale systemen zitten in de cultuur, in onwetendheid.’

Beeld: Wikimedia Commons

Toekomst

‘De profeet Mohammed voorspelde dat deze tijd de ergste moslimgeleerden zou kennen. Het zouden de ergste wezens op aarde zijn’, vertelt Compier. ‘Als je kijkt wat er in sommige moskeeën wordt gepredikt over de rol van vrouwen, dan is dit schokkend. Maar dit is tegen de leer van de islam.’

Om dit te verbeteren, is het volgens Compier vooral belangrijk dat we blijven onderwijzen over de islam. ‘Zo leer je mensen zelf na te denken, zodat ze geen schapen zijn.’

De laatste jaren ziet Berna Toprak ook een hoopvolle verandering in het gesprek rondom moslimfeminisme. ‘Soms resulteren gesprekken voor ons in verantwoording afleggen, dat we uit moeten leggen dat we wel echt feminist zijn. Maar sinds een paar jaar zie ik wel een shift: zo zie je tegenwoordig bij de Women’s March altijd een moslima die haar verhaal doet.’

Toprak ziet de verandering ook in talkshows en de politiek. ‘Ik zie enorm goede voorbeelden, maar dat maakt het niet meteen makkelijk. Als moslima hoef je er alleen maar te zíjn en je wordt van alle kanten aangevallen. Er wordt continu aan je getwijfeld. Gelukkig staat er nu altijd een netwerk klaar om je op te vangen.’

En S.P.E.A.K. hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden, voegt ze toe. ‘We kunnen leren van de zwarte vrouwenbeweging en van de LGBTQ+-beweging. We staan op de schouders van reuzen. Deze bewegingen zijn ons voor geweest en zij hebben vergelijkbare dingen meegemaakt. We kunnen ons nu organiseren en zo zie je dat er veel steun is. Dat geeft wel hoop voor de toekomst.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -