6.3 C
Amsterdam

De stille emancipatieslag van vrouwen en meiden in de multiculturele stad

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

We kennen allemaal het fenomeen van jongerenwerkers en -centra. Minder bekend is dat er ook vrouwen- en meidenwerkers actief zijn, om vrouwen uit achterstandsgroepen zelfvertrouwen en weerbaarheid mee te geven. ‘Empowerment’ is hierbij het toverwoord. De Kanttekening zoomt in op het multiculturele Utrecht: ‘We focussen op de toekomst, níet op de trauma’s of het land van herkomst.’

‘Onze strijd voor gelijke rechten van vrouwen is nog lang niet af. In lokale politiek is er nog te weinig aandacht voor vrouwenrechten. Wil je meer vrouwen aan de top, dan begin je onderop: in asielzoekerscentra, in buurthuizen, in studieverenigingen, bibliotheken en op de straten. Op die plekken, vanuit het midden van de samenleving, werken nu al veel vrouwen op hun eigen manier, in stilte, aan emancipatie en gelijke rechten. Deze stemmen moeten meer zichtbaar worden.’

Aan het woord is het Iraans-Nederlandse GroenLinks-raadslid Melody Deldjou Fard (42) uit Utrecht. Zij is één van de initiatiefneemsters van een ‘stadsgesprek’ komende dinsdag, op Internationale Vrouwendag, in het Utrechtse stadshuis. Het doel: Utrechtse vrouwen, organisaties en initiatieven zichtbaarder maken en in contact brengen met elkaar en lokale politici. Zo kunnen de vrouwen de handen ineen slaan en meedenken over hoe de rechten en de positie van meisjes en vrouwen versterkt kan worden.

Beeld: Melody Deldjou Fard

Deldjou Fard: ‘Op landelijk niveau wordt wel gepraat over belangrijke thema’s zoals de loonkloof, gratis kinderopvang en het recht op zelfbeschikking, maar lokaal blijft het vaak stil.’ Volgens haar laten talloze onderzoeken zien dat vrouwen vaker buiten de boot vallen in de totstandkoming van gemeentelijk beleid. ‘8 maart is voor mij een moment waarop vrouwen uit de stad een podium krijgen’, vertelt de Utrechtse politica enthousiast. ‘Want hoe zit het met hún dromen, ambities, talenten en vaardigheden?’

Vrouwencafé

Eén van de Utrechtse vrouwen die zich speciaal voor vrouwen uit achterstandsgroepen inzet, is de Syrische Salma Fayad (38). Zij organiseert via stichting De Voorkamer een ‘vrouwencafé’ voor vrouwelijke asielzoekers in de stad (foto).

‘We wilden een veilige plek creëren voor vrouwen alleen. We komen samen met vrouwen van verschillende achtergronden, en organiseren voor hen verschillende events. Veel vrouwen voelen zich veiliger in gezelschappen met alleen vrouwen, waar ze zichzelf kunnen zijn. Bij gemengde bijeenkomsten is dat een stuk lastiger.’

Het vrouwencafé wordt bezocht door vrouwen tussen achttien en zestig jaar. Sommige vrouwen komen er met hun moeder. Naast vluchtelingenvrouwen doen ook internationale studentes aan het vrouwencafé mee, evenals enkele autochtone vrouwen uit de wijk Lombok. Bijeenkomsten trekken ongeveer 25 vrouwen, aldus Fayad.

‘Onze events gaan soms om hele basale dingen, zoals de vraag hoe je een mondkapje op moet doen. Ook organiseren we cursussen over de Nederlandse taal. Daarnaast doen we ook leuke dingen, zoals een historische tour door het centrum van Utrecht of de talentenshow ‘Women on the Spot’, waar vrouwen hun speciale talenten kunnen laten zien aan anderen. We willen deze vrouwen hun energie teruggeven, zodat ze weerbaarder zijn en meer zelfvertrouwen hebben. We hebben daarom ook een dansworkshop georganiseerd. Dan is niet alleen leuk, maar ook een manier om jezelf uit te drukken.’

Asielzoekster Nairouz (44) uit Syrië, één van de bezoekers, noemt het vrouwencafé ‘een veilige plek, een safe space waar vrouwen en meisjes zichzelf kunnen zijn en waar ze zichzelf kunnen empoweren’. De ontmoetingen met andere vrouwen vindt ze inspirerend. ‘We leren elkaar hier goed kennen. Het uitwisselen van verhalen geeft je een rustig gevoel. Het is een plek waar wij als vrouwen elkaar kracht geven.’

Sommige bezoeksters van het vrouwencafé zijn alleenstaande moeders, vertelt Fayad. Om ervoor te zorgen dat deze vrouwen kunnen meedoen, is er voor deze kinderen een speciale kinderopvang georganiseerd, waar ze Nederlands leren of leren tekenen. Fayad: ‘We willen hierin inclusief zijn.’

Ze legt uit dat het vrouwencafé op de toekomst van asielzoekersvrouwen is gericht. ‘We willen daarop focussen – níet op de trauma’s uit het verleden, het land van herkomst of de reis die deze vrouwen hebben gemaakt naar Nederland. Het gaat ons om de levensreis die deze vrouwen maken, om transformatie.’

‘We willen deze vrouwen hun energie teruggeven, zodat ze weerbaarder zijn en meer zelfvertrouwen hebben’

Heel mooi vindt Fayad het project ‘Her Story’. ‘Enkele maanden terug schreven vrouwen uit mijn groep een brief aan zichzelf, die ze straks weer gaan lezen. Op die manier leer je veel van jezelf, wie je bent, wat je ambities en dromen zijn.’ Asielzoekster Nairouz was ooit lerares, vertelt ze, maar haar droom nu is om haar eigen kleine restaurant te hebben. Maar een baan als administratief medewerkster vindt ze ook goed. Ze wil sowieso weer aan het werk.

Moeilijke onderwerpen als huiselijk geweld en racisme worden niet in de workshops besproken, zegt Fayad. ‘Wel komen er vrouwen bij ons met persoonlijke problemen, maar die kaarten ze liever niet in de groep aan, wat begrijpelijk is. We willen vooral niet te formeel zijn, niet te ernstig, en leuke activiteiten doen. Dat hebben deze vrouwen ook nodig.’

Niet alleen de Internationale Vrouwendag van 8 maart, maar heel maart staat bij De Voorkamer in het teken van vrouwenrechten. ‘Ook organiseren we een gezamenlijke activiteit voor vrouwen én mannen over Internationale Vrouwendag.’

Asielzoekster Nairouz vindt 8 maart heel belangrijk, zegt ze. ‘We vieren deze dag zodat we de stemmen van vrouwen horen die hun politieke, economische, sociale rechten opeisen. Het is ook een dag waarbij we stil staan bij alle moeilijkheden die op ons pad komen, en die we moeten overwinnen.’

Meidenhuiskamer

In de Utrechtse wijk Overvecht zet de Marokkaans-Nederlandse jongerenwerker Hanae Haddouche (40) van JOU (Jongerenwerk Utrecht) zich specifiek in voor Utrechtse meiden. ‘Het jongerenwerk in Utrecht was lange tijd vooral gericht op jongens, met als doel dat zij naar school gaan, geen overlast veroorzaken en niet in de criminaliteit belanden. Maar het meidenwerk mag niet het onderschoven kindje zijn. Ons werk is ook belangrijk, want meiden verdienen net als jongens een goede toekomst.’

Ze is erg trots op de ‘meidenhuiskamer’, een huiskamer waar meiden hun huiswerk kunnen doen, praten met jongerenwerkers, elkaar helpen met huiswerk of sollicitatiebrieven. ‘Flats in Overvecht en andere soortgelijke wijken zijn heel klein, zodat je daar praktisch niet kunt zijn met andere meiden. Daarom zijn we met deze aparte huiskamers voor meiden begonnen. Op straat samenkomen is immers geen optie.’

Haddouche vindt het concept van de meidenhuiskamer heel goed. ‘Ik hoop dat het initiatief uit Utrecht navolging krijgt in andere wijken van de stad en ik gun het ook de andere steden, zoals Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Hier kunnen meiden zich namelijk echt ontwikkelen’, zegt ze.

‘Het meidenwerk mag niet het onderschoven kindje zijn. Meiden verdienen net als jongens een goede toekomst’

Bewoners van Overvecht hebben diverse achtergronden. Veel ouders houden hun dochters thuis, uit bezorgdheid dat hen iets overkomt, vertelt Haddouche. ‘Daarom zijn deze meiden dikwijls nogal verlegen. Jongeren ervaren kansenongelijkheid en kunnen hun wijk niet uitkomen. Hun eigen wijk is hun veiligheid. Ouders bezitten nou eenmaal geen netwerk om hun kinderen perspectief te bieden buiten die wijk. Wij als jongerenwerkers zorgen er juist voor dat ze hun vleugels uitslaan en dat de meiden hun talenten en krachten elders in kunnen zetten.’

In de meidenhuiskamer komen de meiden praktisch dagelijks bij elkaar. Dat zorgt voor verbinding en perspectief, aldus Haddouche. ‘De meiden ondersteunen elkaar en ontwikkelen zich beter. Wat we hier in Overvecht doen moet ook elders gebeuren.’

Dankzij de meidenhuiskamer komen meiden in contact met andere meiden, leren ze sociale skills, en kweken ze ook meer zelfvertrouwen. Haddouche: ‘Het mooie is dat meiden elkaar ook helpen, ze trekken elkaar omhoog. Natuurlijk stimuleer ik hen ook om zelfredzamer te worden, bijvoorbeeld door henzelf het telefoontje te laten plegen bij het bedrijf waar ze een stage willen lopen.’

Komende dinsdag organiseert de meidenhuiskamer een talkshow in het stadhuis van Utrecht, waarin politici en bestuurders vragen aan de meiden kunnen stellen. ‘Het is van groot belang dat het meidenwerk ook voldoende aandacht krijgt van de politiek’, zegt Haddouche. ‘Jongens hebben een grotere mond en krijgen daarom meer aandacht – en dus wordt er ook meer gemeentegeld besteed aan projecten die zich vooral op jongens richten. We willen dat er meer tijd en geld wordt vrijgemaakt aan de meiden die deze aandacht ook verdienen.’

Krachten bundelen

GroenLinks-raadslid Deldjou Fard beaamt: ‘Het is enorm belangrijk dat gemeentes vanuit een ‘gendergelijkheid-bril’ beleid maken. De budgetten voor het jongerenwerk moeten eerlijk verdeeld worden tussen jongens en meisjes. Meiden hebben vaak hele andere behoeften en hebben daardoor andere voorzieningen nodig. Is daar wel genoeg oog voor?’

Ook de specifieke aandacht voor vluchtelingenvrouwen van stichting De Voorkamer vindt Deldjou Fard een goede zaak. ‘Het beleid is nu te vaak gericht op het zo snel mogelijk aan het werk krijgen van mensen’, zegt ze. Volgens haar houdt dit beleid te weinig rekening met de behoeftes van vrouwen, die ook de kans moeten krijgen om een nieuwe carrière in het land van aankomst op te starten en economisch zelfstandig te worden. Deldjou Fard is voor een bottum-up-benadering van vrouwenrechten. ‘Om de positie van vrouwen te versterken is meer nodig dan landelijke wetgeving voor vrouwenquota om de top van bedrijven diverser te krijgen.’

Tijdens het stadsgesprek op 8 maart ontmoeten vrouwen met verschillende achtergronden elkaar in het stadhuis. ‘Het zijn vrouwen met meer of minder van de zogenoemde vinkjes’, zegt Deldjou Fard. ‘Er komen vrouwen die door hun sociaaleconomische situatie minder kansen hebben gehad, vrouwen in topposities en vrouwen die als nieuwkomers nog niet genoeg geworteld zijn en hun plek zoeken. Deze verschillende groepen vrouwen ontmoeten elkaar zelden, door de scheidslijnen die de maatschappij heeft gecreëerd. Als samenleving leven we steeds meer in onze eigen bubbels. Ik hoop dat deze avond een ontmoetingsmoment wordt waar we voorbij de bubbels en vinkjes kijken. En onze krachten bundelen, ons verbinden en elkaar aanvullen vanuit ieders unieke talenten en mogelijkheden.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -