13 C
Amsterdam

Directeur Artsen zonder Grenzen: ‘Ons vak wordt existentieel bedreigd’

Majorie van Leijen
Majorie van Leijen
Journalist en Midden-Oostendeskundige

Lees meer

Afgelopen weekend liep hij mee in de demonstratie in Den Haag. Diezelfde week sprak hij collega’s toe op het zorgcongres, waar hij de veiligheid van hulpverleners in crisisgebieden onder de aandacht bracht en opriep tot engagement van de medische beroepsgroep. Als directeur van Artsen zonder Grenzen staat Karel Hendriks regelmatig tegenover politieke uitdagingen.

Laten we voorop stellen dat Artsen zonder Grenzen bewust heeft gekozen voor een
maatschappelijke positie, vertelt de dertiger aan de telefoon. ‘Dat is de reden waarom de organisatie in de jaren ’70 is afgesplitst van het Rode Kruis. De aanleiding waren structurele misstanden in Nigeria, waar de organisatie actief was. De mensen die uiteindelijk Artsen zonder Grenzen oprichtten – een combinatie van artsen en journalisten – wilden zich kunnen uitspreken tegen die misstanden en niet alleen pleisters plakken.’

Sinds Hendriks in april vorig jaar aantrad als directeur van Artsen zonder Grenzen (AzG) heeft hij regelmatig zijn stem laten horen. Een nieuwkomer was hij zeker niet. Sinds 2017 was hij al betrokken bij de organisatie, als onderzoeker, missieleider in Irak of als lobbyist in Den Haag. Ook voor zijn tijd bij AzG werkte hij voor verschillende vluchtelingenorganisaties, waaronder de UNHCR. ‘Het werk in het buitenland trok me altijd enorm. Toen ik een gezin kreeg en vader werd besloot ik dichterbij huis te gaan werken’, vertelt hij.

Beeld: AzG

Toen je deze baan aannam, had je toen voor ogen dat je op deze manier positie in zou moeten nemen?

‘Dit is wel de reden dat ik als hulpverlener in zo’n directie terecht wilde komen ja. Ik vind het heel belangrijk om het perspectief dat wij meenemen vanuit onze missies mee te geven aan politici. Om hen recht in de ogen aan te kunnen kijken en hen erover te vertellen, want de meeste beleidsmakers hebben maar weinig gezien van wat geweld, conflict en oorlog met mensen doet.

‘Ik wil echt niet pretenderen dat ik heb ervaren wat mensen in deze situaties ervaren. Ik zat altijd in een luxepositie, ik kon altijd weg. Maar ik merk dat mijn collega’s en ik dit wel goed onder woorden kunnen brengen en dat dit impact heeft. Het is heel belangrijk dat onze politici dit zien, voelen en in hun hoofd hebben wanneer ze wetten en plannen maken.’

Voedseluitgifte in Zuid-Darfur door AzG. Beeld: Abdoalsalam Abdallah

Zorg is neutraal, jullie bieden hulp aan iedereen die dat nodig heeft. Is het moeilijk om neutraal te blijven?

‘Nee, ik vind dat eigenlijk totaal niet. Het is een basiswaarde die heel diep in de kern zit  van de manier waarop we werken. Maar ik vind het wel belangrijk dat mensen snappen dat neutraliteit niet betekent dat we altijd stil zijn. Neutraliteit betekent dat we altijd de kant van de patiënt zullen kiezen. Als een van beide partijen direct verantwoordelijk is voor etnische zuivering, dan moet je dat benoemen. Dat is geen schending van onze neutraliteit, maar uitspreken wat onze patiënten overkomt.’

Denk je dat er iets kan veranderen in de opstelling van Nederland?

‘Ik zie het nu een stuk positiever in dan vijf maanden geleden. Dan heb ik het vooral over een verschuivend sentiment bij de algemene bevolking. Mensen vinden steeds vaker de Nederlandse lijn onacceptabel, zwak en zacht. Je ziet het bij opiniepeilingen, je ziet het ook aan het aantal handtekeningen onder de petitie die we onlangs lanceerden. Hierin vragen we om meer steun en bescherming van hulpverleners. Deze petitie is in een aantal weken 150.000 keer getekend werd, dat is echt heel erg veel.’

En de politieke opinie, verschuift die mee?

‘Het veranderende standpunt van Caspar Veldkamp (minister Buitenlandse Zaken, red.) vind ik significant. Voor mij betekent het nog te weinig, want het is slechts een intentie. Hij heeft gevraagd om een onderzoek naar de schending van mensenrechten door Israël (na dit interview werd bekend dat het voorstel van Veldkamp is aangenomen en het onderzoek er komt, red.) Het gaat nog niet over de consequenties van deze schendingen, waar wij om
gevraagd hebben.

‘Het veranderende standpunt van Caspar Veldkamp vind ik significant’

‘Toch is het wel degelijk een verandering, zeker als je kijkt naar de taal die Veldkamp gebruikt heeft in de brief die hij aan de EU-buitenlandvertegenwoordiger stuurde. Daarin heeft hij het over onacceptabele schendingen en zegt hij dat het tijd is dat wij als EU daar onze conclusies aan verbinden. Dat hebben we het Nederlandse kabinet niet eerder horen zeggen.

‘Wat ik ook positief vind, is dat deze stellingname inspirerend werkt voor andere landen, die nu ook kritischer worden. Het is schandalig dat het zolang heeft moeten duren, maar het is toch een positieve verandering. Het laat ook zien hoe belangrijk het is dat heel veel Nederlanders en organisaties consequent van zich laten horen.’

Een beschoten auto van AzG in Haïti. Beeld: AzG

Er is de laatste tijd veel aandacht voor de veiligheid van hulpverleners in conflictgebieden. Lopen hulpverleners tegenwoordig meer risico’s dan vroeger?

‘Allereerst denk ik dat het goed is om uit te leggen waarom we zoveel nadruk leggen op de veiligheid van hulpverleners. Het is van intrinsiek belang dat onze medewerkers en anderen die zorg verlenen veilig zijn en in leven blijven. Anders ontstaan er complete gebieden waar hulpverlening niet langer mogelijk is.

‘Dat gezegd hebbende, hulpverleners worden inderdaad steeds vaker tot doelwit gemaakt. Je ziet in toenemende mate dat het tot een oorlogsstrategie wordt verheven om medische infrastructuur plat te leggen. De Wereldgezondheidsorganisatie(WHO) houdt aanvallen op medische voorzieningen bij. Zij zien een flinke escalatie vanaf 2022 en het lijkt erop dat deze trend doorzet. Dat is echt eng om te constateren.

‘Het wordt tot een oorlogsstrategie verheven om medische infrastructuur plat te leggen’

‘We zien het zelf ook. In Myanmar zagen we dat hulpverleners doelbewust werden geraakt omdat ze betrokken waren bij het verzet tegen militaire regime. In Gaza worden ziekenhuizen disproportioneel vaak getroffen. In Soedan worden aanvallen op medische voorzieningen gezien als een machtsmiddel, omdat je hiermee controle krijgt over de toevoer van hulpverlening. Gaza en Soedan liggen niet heel ver van elkaar af. In deze landen is de situatie vier keer erger dan in andere oorlogsgebieden waar we werken.’

Wat betekent dat voor jullie als organisatie?

‘Kijk, het risico hoort bij ons vak en dat risico zijn we bereid om te nemen. Wij zijn er op ingericht om ons te beschermen tegen aanvallen waarbij we collateral damage kunnen zijn. Wij zijn er niet op ingericht om ons te beschermen tegen aanvallen waarbij we tot doelwit gemaakt worden. Dat kunnen we ook niet. Dan zouden we ons in ondergrondse bunkers moeten ingraven of iets dergelijks. En dat is natuurlijk niet de manier waarop wij ons werk willen doen.’

Vluchtelingen komen aan in een kamp in Noord-Darfur na aanvallen op hun dorp. Beeld: Marion Ramstein, AzG

Wat kun je er wel tegen doen?

‘Wij zouden graag zien dat we aangifte kunnen doen in Nederland als een van onze
hulpverleners wordt aangevallen. Dat kan bijvoorbeeld door de Wet Internationale Misdrijven aan te passen. Deze is nu alleen van toepassing als het slachtoffer Nederlands is. Op het moment dat mijn Soedanese collega omkomt bij een gerichte aanval op een kliniek, of een Palestijnse arts die voor ons in dienst is sneuvelt, kunnen wij ons in principe niet beroepen op die wetgeving en dus geen aangifte doen. Maar wij zijn als Nederlandse organisatie wel aangevallen.

‘Daarnaast willen we ook dat Nederland als gastland van het internationaal recht gaat investeren in een onafhankelijk instituut gericht op bewijsgaring. Vaak kunnen daders in conflicten niet direct berecht worden, omdat ze buiten de jurisdictie vallen van het internationaal recht. Maar als ze een keer een EU-land bezoeken en het bewijs al op de plank ligt, is de kans dat ze berecht worden groter. Dit geeft het signaal uit dat het recht je uiteindelijk kan achterhalen.’

Er gaat nu weinig daadkracht uit van het internationaal recht. Er ligt een arrestatiebevel voor Netanyahu, toch kan hij nog steeds op bezoek bij EU-landen.

‘Het internationaal recht staat er niet goed voor. Sterker nog, het staat aan de rand van de afgrond. Maar het is de beste bescherming die wij de afgelopen decennia hebben gehad.

‘Bovendien stellen we beiden voor: internationaal recht én meer nationale wetgeving om daders in conflictgebieden te kunnen berechten. Het idee van het internationaal strafhof is dat het een court of last resort is. Als alle binnenlandse mogelijkheden benut zijn, kun je daar terecht. Ik zeg niet dat Nederland de rol van het strafhof moet overnemen met nationale wetgeving, maar nu zien we eigenlijk het tegenovergestelde, namelijk dat we alleen maar op het strafhof leunen.

‘We willen dat Nederland een leidende rol neemt bij het in stand houden van de normen rondom oorlogsvoering’

‘We willen dat Nederland een leidende rol neemt bij het in stand houden van de normen rondom oorlogsvoering. Als andere landen volgen, dan ontstaan er verschillende jurisdicties waarbinnen geweld tegen hulpverleners vervolgd kan worden. We zien wereldwijd de aanvallen op hulpverleners in oorlogsgebied toenemen. Dan is het zinvol dat er meerdere mogelijkheden zijn om hier consequenties aan te verbinden.’

Na de inval in Jenin, van 28 augustus tot 6 september, hervatten de teams van Artsen zonder Grenzen hun psychologische eerstehulpactiviteiten in het vluchtelingenkamp. Beeld: Alexandre Marcou, AzG
Na de inval in Jenin, van 28 augustus tot 6 september, hervatten de teams van Artsen zonder Grenzen hun psychologische eerstehulpactiviteiten in het vluchtelingenkamp. Beeld: Alexandre Marcou, AzG

Artsen zonder Grenzen heeft inmiddels elf collega’s verloren in Gaza. Wat doet dit met jou?

‘Ik voel me er heel erg machteloos van als ik dat hoor. Het totale onvermogen om hen te kunnen beschermen, daar word ik echt heel treurig van. Ik ben nu een jaar directeur,  daarvoor heb ik zelf in veel landen gezeten als hulpverlener. Maar er zijn plekken waarvan ik me afvraag of ik er tegenwoordig nog wel naartoe zou durven gaan. Dat is een vraag die ik mezelf in het verleden niet hoefde te stellen.

‘Daarbij maak ik me ontzettend veel zorgen over wat dit betekent voor de toekomst van ons vak. Ik heb echt het gevoel dat ons vak existentieel wordt bedreigd. Ons vermogen om hulp te bieden aan mensen in nood wordt bedreigd. Niet alleen in Gaza, maar ook op andere plekken. Hulp bieden aan mensen in nood is geen gunst, maar een recht. Dat moeten we heel sterk blijven bevechten.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -