Het CDA in Noord-Brabant gaat op provinciaal niveau samenwerken met het Forum voor Democratie. Voor veel CDA’ers passeert de partij daarmee een morele ondergrens. De Kanttekening sprak een aantal betrokken CDA-prominenten met een mening over de kwestie.
Harm-Jan van der Beek, voorzitter CDA Altena
‘Ik snap het heel goed als mensen zeggen dat Baudet door een morele ondergrens gaat. Het is een rare vogel en het is een gevaarlijke vogel. Als CDA’er kan ik me dus ook niet voorstellen dat je landelijk met zo’n man samenwerkt. Ik loop met een boog om Baudet heen vanwege alles wat hij zegt. Maar ik wil niet met een boog om zijn kiezers heenlopen. FvD-stemmers moeten we nog beter gaan uitleggen dat op een gepolariseerde partij stemmen het land niet vooruit helpt. En op iedere verjaardag zal ik de discussie aangaan waarom je moet oppassen voor een partij als FvD.
Maar in Brabant heb je ook te maken met een politieke realiteit waarmee je iets moet. Daarom was en is het een ontzettend moeilijke keuze om toch in zee te gaan met FvD. Maar als je naar de lokale mensen van FvD kijkt, dan zie je normale mensen. Met de lokale coalitie gaan we dus niet door een ondergrens.
We hebben met elkaar afgesproken dat we als provinciaal bestuur staan voor een aantal principeafspraken, onder andere dat iedereen meetelt in Brabant, ongeacht afkomst of geloof, en dat we als provincie onderdeel zijn van de Europese Unie en dat willen blijven. Op die manier hebben we geprobeerd om een zekerheid in de coalitie te bouwen dat FvD op lokaal niveau niet uit de bocht vliegt met gekke uitspraken.
‘Als je naar de lokale mensen van FvD kijkt, dan zie je normale mensen’
Wat als lokale FvD-mensen straks met de landelijke verkiezingscampagne in 2021 toch gaan roepen dat de islam niet bij Nederland hoort, of dat we uit de EU moeten? Op dat moment zou FvD zich een onbetrouwbare partner tonen. Dat soort taal past niet bij de afspraken die we hebben ondertekend. Dat zou voor mij dan wel een reden zijn om de samenwerking te herzien.
Of het naïef is om te denken dat het Brabantse FvD tijdens de landelijke verkiezingen van 2021 geen campagne zal voeren met de standpunten van het landelijke FvD? Dat zal de toekomst moeten uitwijzen.
Natuurlijk begrijp ik dat veel mensen felle kritiek hebben op de samenwerking. Met de ledenraadpleging konden CDA-leden met cijfers van 1 tot en met 10 aangeven hoe warm ze liepen voor een coalitie met FvD. Als je alleen de 1-stemmers en de 10-stemmers bij elkaar zou optellen tot een gemiddelde, dan was dat geen voldoende geworden. Maar neem je de rest mee, dan is er wel een meerderheid voor binnen de partij.
Ik ken tenminste één lid uit onze eigen afdeling dat is opgestapt vanwege de coalitie met FvD – van een andere opzegging weet ik niet precies achtergrond. Daartegenover staan mensen die dreigden hun lidmaatschap op te zeggen als de coalitie met FvD er niet zou komen. Ik vind het jammer als leden opstappen, maar kan het mensen niet kwalijk nemen als ze dit soort principiële keuzes maken.’
Guus Mulders, fractievoorzitter CDA Oisterwijk
‘De vraag rondom de coalitie met FvD gaat over principes: wat is aanvaardbaar voor mensen die CDA stemmen? De samenwerking met FvD is voor mij een brug te ver.
Het CDA heeft een aantal uitgangspunten, waaronder rentmeesterschap en solidariteit. Als je naar het eerste punt kijkt, zou je zeggen dat we zorgvuldig moeten omgaan met de dingen die voor mensen belangrijk zijn: natuur en klimaat, maar ook cultuur. Als je kijkt naar wat FvD daarover denkt, dan is dat toch een ander verhaal dan wat het CDA zou moeten voorstaan – al zijn we landelijk wel erg opgeschoven naar rechts onder leiding van Sybrand Buma.
Solidariteit en medemenselijkheid horen ook bij de C van het CDA: oog hebben voor de ander. Dat betekent niet dat we met Nederland voor de hele wereld kunnen zorgen. Maar de basis moet zijn dat we ons in de basis wel verantwoordelijk voelen. Menselijk vertrouwen in de ander, waar hij ook vandaan komt – wie goed doet, goed ontmoet –, de angel halen uit meningsverschillen. Geloven dat tegenstellingen overbrugbaar zijn en dat je ze zeker niet moet aanwakkeren, zoals FvD doet. Die polarisatie moet je niet steunen en zeker niet overnemen. Wanneer je als CDA politiek samenwerkt met een partij die polarisatie bijna als handelsmerk voert, heeft dat impact op je eigen geloofwaardigheid.
‘Wanneer we samenwerking met extreemrechts niet uitsluiten, dan halveren we als partij’
Het CDA Brabant heeft zichzelf in de vorige bestuursperiode een beetje buitenspel gezet, door niet te willen afstappen van het idee om dwars door het natuurgebied rond Eindhoven een grote rondweg aan te leggen. Dat was niet slim – ook niet erg passend bij het christelijke idee van rentmeesterschap. Maar de vorige coalitie is uiteindelijk vooral gebroken op de beeldvorming: dat het CDA de boerensector de nek om zou willen draaien. Een frame dat met veel succes de wereld in is geholpen door Farmers Defence Force. Maar het nieuwe bestuursakkoord dat er nu ligt, bouwt eigenlijk gewoon voort op het vorige. Ja, boeren krijgen nu 1,5 jaar langer de tijd om hun stallen aan te passen dan in het oude akkoord. Maar was dat het allemaal waard? Die 1,5 jaar zouden we als CDA ook wel gekregen hebben zonder de coalitie op te breken.
In 2021 zijn er landelijke verkiezingen. Wanneer we de huidige lijn volhouden en samenwerking met extreemrechts niet uitsluiten, dan halveren we als partij. De vraag is nu wat de electorale gevolgen gaan zijn voor het CDA. De boeren van FDF die deze ommezwaai hebben veroorzaakt met hun mediacampagne stemden waarschijnlijk toch al VVD of FvD – geen CDA. En denk maar niet dat je deze boeren afsnoept van extreemrechts. Bij de Brabantse ledenraadpleging was 44 procent principieel tegen samenwerking met FvD. De vragen in die ledenraadpleging waren ook nog eens gestuurd geformuleerd, waardoor samenwerking bijna als een onvermijdelijkheid werd gepresenteerd.
Dat ik nog CDA-lid ben is meer uit loyaliteit met de lokale afdeling. Ik ben fractievoorzitter van de CDA afdeling Oisterwijk. Een leuke club mensen, dus die laat ik niet schieten. Maar voor mij is een morele ondergrens gepasseerd. Ik heb destijds een aantal jaren geen CDA gestemd vanwege de samenwerking met de PVV.’
Dave Ensberg-Kleijkers, oud-bestuurslid CDA Noord-Brabant
‘Ik heb mijzelf de afgelopen jaren veelvuldig uitgesproken over de koers van het CDA en de rechts-conservatieve richting die de partij is ingeslagen. We worden in onze landelijke profilering steeds meer een marginale rechts-conservatieve partij. Dat is zonde van onze christelijke waarden en zonde van ons politieke potentieel.
Ik geloof oprecht dat de CDA-leden die pleiten voor samenwerking met FvD Brabant het goed menen. Na het klappen van de oude coalitie moest het CDA hier op zoek naar andere middenpartijen om een nieuwe coalitie te vormen. Maar het willen behartigen van de belangen van onze boerenachterban heeft geleid tot een situatie die helemaal uit de hand is gelopen. De prijs die we betalen is te hoog.
Door samen te werken met een partij als FvD zakt het CDA keihard door de morele ondergrens. De partij komt bijna om de week in het nieuws met racistische, fascistische of seksistische tweets van haar leider en andere partijleden.
Wat veel wordt gezegd, is dat FvD in Brabant anders is. Maar dat onderscheid is onzin. De Brabantse FvD-leden hebben nog nooit afstand genomen van Baudets uitspraken. De provinciale afdeling had in Brabant tijdens de verkiezingen niet eens een eigen programma en voerde nauwelijks campagne.
Als CDA hebben we een visie op rentmeesterschap. De intensieve veehouderij kent elementen die alleen al vanuit rentmeesterschap vragen om verduurzaming. Het college-akkoord dat er nu ligt, heeft wat betreft het verminderen van stikstof een hoger tempo en een strengere ambitie dan de landelijke streefdoelen. Als dit is waar we voor tekenen, moet je jezelf de vraag stellen: Was dit het waard, om hiervoor met de duivel in zee te gaan?
‘De Brabantse samenwerking gaat fungeren als springplank voor een landelijke samenwerking’
Ik voorspel dat we als CDA nog heel veel gedoe gaan krijgen met onze samenwerking met FvD. Je maakt deze partij en haar denkbeelden salonfähig voor de Kamerverkiezingen van 2021. De Brabantse samenwerking gaat fungeren als springplank voor een landelijke samenwerking. Tegen iedereen die van kleur, Jood of moslim is zeg je nu: het is geen probleem om in zee te gaan met een partij, waar de leden schaamteloos racistische en antisemitische teksten appen.
Er is daarnaast geen sprake van strenge voorwaarden voor de provinciale samenwerking, zoals door het CDA Brabant wordt gesuggereerd. Ook het proces naar de ledenraadpleging was niet zuiver. Drie kritische Brabantse afdelingen hebben om een ledenvergadering gevraagd om de samenwerking te bespreken. Die kwam er – online, wegens corona – maar het bestuur heeft in deze sessie alleen ruimte geboden voor het verhaal waarom we als CDA tot de overweging zijn gekomen om samen te werken met FvD. Principiële tegenstanders van de samenwerking kregen geen ruimte om op de ALV te pleiten tegen de samenwerking.
De drie afdelingen hebben het landelijk bestuur een brief gestuurd, waarin ze betogen dat de online ledenvergadering en de ledenraadpleging niet volgens de statuten en het huishoudelijk reglement zijn verlopen. Vooralsnog hebben ze geen deugdelijk antwoord ontvangen.
Wat is voor mijzelf de absolute morele ondergrens, waaronder ik mijzelf niet meer kan verantwoorden voor mijn CDA-lidmaatschap? Het eerlijke antwoord is: ik weet het niet.
Er zijn veel CDA’ers geweest die de afgelopen jaren zijn opgestapt, vanwege de rechts-conservatieve koers en politieke uitspraken waarin ‘nieuwe Nederlanders’ impliciet als bedreiging werden neergezet. Als de huidige koerst doorzet, wordt dit het einde van het CDA als brede volkspartij. We zijn geen namaak-VVD.
Zonde, want als je lokaal gaat kijken, zie je vaak een ander CDA – mensen die vrijwilliger zijn voor vluchtelingen, voor de voedselbank. Maar op landelijk niveau worden de laatste tien jaar vooral bureaus en adviseurs ingehuurd om te kijken wat ‘de kiezer’ wil horen – en de uitkomsten van die onderzoeken dienen dan als basis voor het politieke programma. Het resultaat: de slechtste verkiezingsuitslagen voor het CDA ooit.’
Anton Kamps, voormalig CDA-fractievoorzitter Oosterhout
Op 4 mei heb ik mijn CDA-lidmaatschap opgezegd. Ik voelde mij bij het CDA thuis vanwege de visie op de mens, op de samenleving en de zorg voor de schepping. En vanwege de lenigheid die past bij een brede middenpartij. Voor het werk in de gemeenteraad – en misschien geldt dat ook wel voor de provincie – heb je niet zo veel aan partij–ideologie.
Als je over riolering of de bestrijding van de eikenprocessierups overlegt, ben je vooral gebaat bij gezond verstand. Tachtig tot negentig procent van ons werk bestaat uit het oplossen van praktische problemen. Maar precies voor die overige tien of twintig procent ideologie of visie heb je gekozen voor een partij.
‘Het CDA verkoopt zijn ziel’
Die tien procent bepaalt je koers, zelfs in pietluttigheden. Als die partij die tien procent uit het oog verliest, puur om pragmatische redenen, verraadt ze zichzelf. De samenwerking met Forum voor Democratie is in mijn ogen een verraad aan alles waar het CDA voor staat.
Het CDA verkoopt zijn ziel. Waarom zou het CDA gaan samenwerken met een partij die ten diepste tégen het CDA is, omdat het CDA onderdeel is van het zogenoemde partijkartel? Ik zal het maar niet hebben over hoe FvD denkt over Europa, het klimaatprobleem en de positie van de vrouw.
Ik behoud mijn zetel in de gemeenteraad. Want wat heeft mijn protest voor zin als ik de zetel teruggeef aan het CDA, een ander mijn plaats inneemt en ik thuis zit te simmen? Ik ben natuurlijk een grote zondaar, maar ik ben geen rover. Het zijn het CDA en het landelijke bestuur die weigeren moreel leiderschap te tonen. Daarom ben ik van mijn partij beroofd.’
Inge van Dijk, wethouder Gemert-Helmond en voorzitter CDA Noord-Brabant
‘Als voorzitter van het CDA Brabant heb ik met het landelijke bestuur gesproken over wat we moeten doen met ons morele kompas in het licht van de politieke verhoudingen in onze provincie. De CDA-uitgangspunten, die doen iets met ons CDA’ers. Dat is waarom we voor het CDA gekozen hebben. En iedereen binnen onze partij geeft hier op een eigen manier invulling aan.
Voor sommige leden is de C in onze naam heel belangrijk. Voor mij is dat algemeen fatsoen: normen en waarden, elkaar helpen, je best doen en mensen niet te snel veroordelen. Op een bepaald moment kunnen verschillende uitgangspunten gaan schuren, bijvoorbeeld als je gaat samenwerken met andere partijen die wat betreft uitgangspunten ver van onze partij afstaan.
Maar waar staan wij als CDA als het gaat om het uitsluiten van andere partijen? Is uitsluiten niet arrogant? We zijn als CDA niet meer de machtspartij die we ooit waren. We zijn een middenpartij met vleugels en veel verschillende meningen. Ook als het gaat om samenwerken met FvD. Sommige afdelingen zeiden: ‘FvD? Nu niet, nooit niet!’ Van andere afdelingen hoorden we weer: ‘Zorg alsjeblieft dat links aan de kant wordt gezet.’
Een geluid dat we van veel afdelingen hoorde was: ‘Alleen in een coalitie stappen onder bepaalde voorwaarden.’ We hebben daarom met alle partijen van de coalitie ‘principes van samenwerking’ afgesproken. Zoals: ‘We discrimineren niet’ en ‘We horen bij Europa’. Dan kun je de rode kaart trekken wanneer een van de partijen deze afspraken schendt. Ik vind dat heel spannend. Maar we zien hier dat meneer de Bie (de fractievoorzitter van FvD Brabant, red.) van FvD heel anders communiceert dan Baudet en dat het met hem uitstekend samenwerken is.
Wat ik als voorzitter jammer vond en vind is dat er tussen CDA-leden in het begin vooral veel werd gediscussieerd via de krant en niet met elkaar. De afgelopen maanden, direct nadat bekend werd dat VVD door wilde praten met FvD en CDA, zijn wij alle afdelingen gaan bellen, om te inventariseren hoe men dacht over zo’n samenwerking. Eigenlijk hadden we ook nog regio-bijeenkomsten gepland om dit punt face-to-face te bespreken. Maar toen kwam de coronacrisis. Dus toen moesten we andere manieren bedenken.
Op een gegeven moment lag er een verzoek voor een ledenvergadering over deze samenwerking vanuit drie afdelingen die fel tegen waren. Dat werd een digitale presentatie met daarin ook een ledenraadpleging verwerkt. Deze ledenraadpleging ging over onder ander de principiële vraag: wel of niet samenwerken met FvD? De drie afdelingen wilden een principiële raadpleging zonder debat over de inhoud.
Het verhaal dat is gepresenteerd tijdens de online ledenvergadering was een feitenrelaas: wat is er gebeurd? Waarom is de vorige coalitie geklapt? Waarom staan we nu voor deze keuze? We hebben alles zo transparant mogelijk gemaakt. We hebben niets proberen te verdoezelen.
‘We zien hier dat meneer de Bie van FvD heel anders communiceert dan Baudet en dat het met hem uitstekend samenwerken is’
Zelf heb ik de ledenraadpleging heel bewust niet ingevuld. Ik dacht: ‘Stel dat mijn stemming uitlekt, dan gaat het daar weer over in plaats over wat de leden willen.’ Zelf stond ik niet te springen om een coalitie met FvD. Ik sta daar heel kritisch in. Maar ik snap de keuze van de fractie, aangezien er een inhoudelijk goed akkoord ligt met een aantal goede CDA-gedeputeerden.
Bovendien heeft de fractie het mandaat, niet het bestuur. Wij hebben een faciliterende en adviserende rol. Wel vinden wij het zo’n belangrijke discussie dat we de komende maanden nog een keer alle CDA-afdelingen afgaan om te praten over de huidige situatie en de toekomst. Nu gaat het over samenwerken met FvD, maar wie weet welke partijen komende jaren opstaan waarover eenzelfde soort discussie voorstelbaar is.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!