10.4 C
Amsterdam

Europa maakt de weg vrij voor terugkeerhubs, maar tegen welke prijs?

Majorie van Leijen
Majorie van Leijen
Journalist en Midden-Oostendeskundige

Lees meer

Terugkeerhubs voor afgewezen migranten in landen als Oeganda of Rwanda werden tot voor kort gezien als controversieel. Toch staan alle seinen vanuit Europa nu op groen. Mensenrechtenschendingen liggen op de loer, zeggen critici.

Stel je voor, je komt uit Zuid-Soedan. Je vlucht naar Nederland, waar je asielaanvraag wordt afgewezen. Maar je kunt niet terug, omdat de regering in je land van herkomst niet meewerkt. Dan bestaat de kans dat je in een detentiecentrum in Oeganda terechtkomt.

Het is een realistisch scenario, nu op Europees niveau de voorwaarden voor dergelijke terugkeerhubs worden versoepeld. Op dit moment dicteert de terugkeerrichtlijn dat afgewezen asielmigranten alleen mogen worden teruggestuurd naar hun land van herkomst. ‘Naar een derde land mag alleen als de terugkeerder dat zelf wil, en dat wil natuurlijk niemand’, zegt Mark Klaassen, universitair docent en lid van de Adviesraad Migratie.

Het Europese Parlement stemde gisteren echter in om deze vereiste uit de terugkeerrichtlijn te halen. De Europese Commissie deed dit al eerder en ook de Europese migratieministers stemden vorige week met een meerderheid in. Dit betekent dat lidstaten ‘terugkeerders’ vanaf volgend jaar naar derde landen mogen sturen waarmee het afspraken heeft gemaakt, bijvoorbeeld een land in de buurt van het herkomstland, legt Klaassen uit.

Mark Klaassen

‘Wat er in feite is gebeurd, is dat de wetgever dit juridisch mogelijk heeft maakt. De vraag is alleen: kun je dit juridisch gezien dan ook daadwerkelijk doen?’, zegt Klaassen. Daar heeft de universitair docent zijn twijfels bij. ‘Dat heeft twee redenen. Ten eerste moet je kunnen garanderen dat mensenrechten op zo’n plek niet in het geding zijn. Ten tweede is een land als Oeganda zelf herkomstland van vluchtelingen.’

Volgens cijfers van het IND vroegen vorig jaar 174 mensen uit Oeganda asiel in Nederland en staat daarmee ongeveer op gelijke voet met buurlanden Congo, Zuid-Soedan en Tanzania. ‘Oeganda staat al enige tijd bekend om schendingen van mensenrechten, vooral waar het gaat om de LHBTQ-gemeenschap’, zegt Eduard Nazarski, lid van de Commissie Mensenrechten bij de Adviesraad Internationale Vraagstukken.

Hij is er niet gerust op dat het de terugkeerders beter zal begaan in Oegandese detentiecentra. ‘Het lukt Nederland niet om deze mensen terug te sturen naar hun land van herkomst, waarom zou het Oeganda dan wel lukken? De kans is groot dat een land als Oeganda druk gaat uitoefenen op deze mensen, ik houd mijn hart vast’, zegt hij. Gevraagd hoe deze druk eruit zou kunnen zien, noemt hij ‘opsluiting’, ‘weinig te eten krijgen’,  of ‘geen toegang tot medische zorg of rechtshulp’. ‘Het regime is heel hard.’

Niemand wil dit

Je zou je dan ook kunnen afvragen waarom Nederland kiest voor een land als Oeganda om afgewezen migranten te huisvesten. De suggestie voor een terugkeerhub in dit Afrikaanse land kwam van de hand van toenmalig PVV-minister Reinette Klever, die het ter sprake bracht tijdens een bezoek aan het land begin 2025. Nederland zou financiële steun bieden bij de opvang. De Oegandese regering reageerde positief. In september dit jaar werd een letter of intent getekend door beide partijen. Daarmee nam het een voorsprong op de Europese wetgeving, die pas volgend jaar in werking zal treden, als het het Parlement instemt.

‘Waarom Oeganda? Waarschijnlijk omdat er niet veel andere landen zijn die de terugkeerders willen opvangen’, zegt Klaassen. Eerder ging het Verenigd Koninkrijk in zee met Rwanda. Het Hoogste Gerechtshof zei toen: dat mag, maar niet met Rwanda. Toch kiezen Europese regering voor landen met een twijfelachtige reputatie, waarschijnlijk omdat er niet veel landen zijn die dit willen doen.’

Toch kwam het idee niet uit de lucht vallen. Al jaren worstelen Europese regringen met een ineffectief terugkeerbeleid. Een groot deel van de migranten, het gaat niet alleen om asielzoekers, vertrekt niet. Cijfers over de aantallen zijn niet betrouwbaar, omdat sommige van hen van de radar verdwijnen. Wel is duidelijk dat het niet altijd aan de migrant is of hij terugkeert naar het land van herkomst. Zo hebben migranten niet altijd de juiste papieren om op een vliegtuig te stappen, en werken niet alle ambassades mee om dit te faciliteren.

‘Op deze manier konden de EU-landen de verantwoordelijkheid over migranten afschuiven’

Europese regeringen discussiëren al jaren over een effectief migratiebeleid, inclusief terugkeer, vertelt Europarlementariër Tineke Strik (GroenLinks-PvdA). Eerst lag de nadruk van de discussies op de Dublin-verordening. Volgens dit principe is het eerste land van binnenkomst binnen de EU in principe verantwoordelijk voor de behandeling van een asielverzoek. Maar zuidelijke lidstaten vonden dat ze onevenredig veel werden belast, terwijl noordelijke lidstaten dit principe juist wilden behouden, vertelt zij.

‘Er ontstond toen een impasse. Europese landen kwamen er lange tijd niet uit. Daardoor kwam de focus steeds meer te liggen op het sluiten van deals om mensen tegen te houden en sneller uit te zetten. Op deze manier konden de EU-landen de verantwoordelijkheid over migranten afschuiven. Daar konden ze het wél over eens worden. Nederland en Italië hebben hierin het voortouw genomen en zijn het concept van hubs gaan uitwerken. Nu zijn steeds meer lidstaten overtuigd dat hierin de oplossing ligt.’

Tineke Strik. Beeld: GroenLinks

‘Wat ons vooral opviel aan het Commissievoorstel, is dat heel vaag is. Er staat alleen in dat mensen wel mogen worden teruggestuurd naar andere landen dan hun land van herkomst. Er staat niets in over de terugkeerhubs en de voorwaarden. Hoe lang mag iemand bijvoorbeeld in detentie blijven zitten? Wat als iemand ook vanuit de terugkeerhub niet terug kan naar het land van herkomst? Wie gaat dit bovendien monitoren?’

‘Dit soort vragen zijn tot nu toe niet beantwoord. Onze lezing is dan ook dat de Europese Commissie het aan de lidstaten wil laten hoe dit verder uitgewerkt moet worden’, gaat zij verder. ‘Zo krijgen lidstaten wat ze willen en kan de Europese Commissie de handen ervan aftrekken. Want het gaat problemen opleveren. Er zullen rechtszaken volgen, en daar zit de Europese Commissie niet op te wachten.

Strik reageerde ronduit teleurgesteld toen op 17 december het voorstel door het Europese Parlement om de terugkeerrichtlijn aan te passen werd aangenomen, want hier had het nog kunnen stranden. Maar een coalitie van christendemocraten en extreemrechts stemden in, een voorbeeld van ‘populistische angstpolitiek’, zegt de Europarlementariër. ‘Het zijn inhumane proefballonnetjes, die stoer klinken maar niet gaan werken.’

Politiek middel voor de bühne

Ook in de principeovereenkomst van Nederland met Oeganda is nog veel onduidelijk. Er mag dan misschien een akkoord liggen, maar er is nog weinig bekend over de uitvoering. De huidige opvang van vluchtelingen in Oeganda is al niet best. Onlangs werd duidelijk dat het voor een groot gedeelte afhankelijk is van externe financiering.

De belofte van Europees geld is wellicht juist daarom aantrekkelijk. Nederland zal Oeganda in ieder geval financieel ondersteunen bij de opvang. Maar of het de opvang ook zal begeleiden, of experts naar Oeganda zal sturen, blijkt niet uit het voorstel. Bovendien, hoeveel kan Nederland nou echt betekenen voor de opvang van vluchtelingen in Oeganda, vraagt Nazarski zich af. ‘Het is niet dat het in Nederland zo vlekkeloos verloopt. Is Nederland een expert op dit gebied? Als dat wel zo was, dan zou deze constructie niet nodig zijn.’

Bovendien denkt Nazarski dat er weinig interesse is in de uitvoering vanuit de Nederlandse regering. ‘Dit zie je ook terug bij de strafbaarheidsstelling van ongedocumenteerden. Er is geen enkel besef dat het om mensen gaat die in een moeilijk pakket zitten. Als je die mensen ergens anders onderbrengt, heb je er geen omkijken meer naar, lijkt nu wel het idee.

Eduard Nazarski

‘Als je zaken doet in Oeganda, moet je als bedrijf een risicoanalyse doen. Dan zou dat nu ook moeten gebeuren om er een terugkeerhub te realiseren’, vindt hij. ‘Dit zou een goed moment zijn om de voorwaarden te stellen. Of te bepalen wat er gebeurt als de opvang onder de norm duikt. Maar ik denk dat hier weinig interesse in is. De Oeganda-deal lijkt me vooral een maatregel voor de bühne, waarvan de motieven twijfelachtig zijn en de haalbaarheid niet realistisch.’

Met dit laatste is Klaasen het eens. ‘Dit middel is een botte bijl. Ik begrijp dat er iets moet gebeuren om terugkeer te bevorderen. Iemand met een terugkeerverplichting moet kunnen vertrekken. Maar de oplossing zit denk ik toch in onderhandelen met de herkomstlanden. Dit is minder makkelijk, maar realistischer dan het grote politieke middel waar nu alle inspanningen naartoe gaan.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -