Is een uit 1926 daterend standbeeld in Tilburg van de katholieke missionaris Peerke Donders (1809-1887) kolonialistisch en racistisch? Activist Kenneth Cuvalay vindt van wel. Hij wil dat het standbeeld uit het Wilhelminapark verwijderd wordt. ‘Dit standbeeld zorgt voor emotionele stress bij zwarte mensen.’
Al in 2017, drie jaar voor de Black Lives Matter-protesten, schreef Tilburger Herman Fitters een vlammend artikel in het Brabants Dagblad dat het beeld van de katholieke missionaris Donders met ‘de slaaf’ niet meer kon.
‘Ik schaam me, als wijkbewoner, elke keer weer als ik langs het Wilhelminapark fiets en die beeldengroep in mijn ooghoek zie: een fier rechtopstaande witte man die hooghartig neerkijkt op een knielende zwarte man. In zijn rechterhand houdt de geestelijke een crucifix hoog in de lucht, terwijl zijn linkerhand (in één verbonden lijn naar beneden) rust op de kruin van de armzalige op de grond. Het is niet enkel een standbeeld, het is ook een knielbeeld.’
Activist Cuvalay, tevens voorzitter van de Tilburgse afdeling van de zwarte partij Ubuntu Connected Front, die in Tilburg niet in de gemeenteraad is vertegenwoordigd, onderschrijft deze kritiek volledig. Het standbeeld geeft een verkeerd beeld van de geschiedenis van de trans-Atlantische slavernij en het Nederlandse kolonialisme, vertelt hij.
‘De racistische verhoudingen van toen – waarin witte mensen hoger werden geacht dan zwarte mensen – zie je letterlijk terug in dit beeld, waarbij de zwarte persoon knielt. Dit standbeeld zorgt voor emotionele stress bij zwarte mensen, omdat het de wonden van drie eeuwen trans-Atlantische slavernij openhaalt.’
Cuvalay trekt een vergelijking met de Black Lives Matter-protesten. ‘Is de hand van de missionaris op het hoofd van de naamloze geknielde zwarte man feitelijk anders dan de knie van de politieagent in de nek van George Floyd?’
‘Is de hand op het hoofd van de zwarte man anders dan de knie in de nek van George Floyd?’
Het Tilburgse stadsbestuur schreef eind vorig jaar begrip en sympathie te hebben voor het streven van de activist, maar stelt dat het monument ‘in eerste instantie het verhaal van de onbaatzuchtige barmhartigheid van een bijzondere Tilburger uitdrukt’ en zeker niet ‘ongelijke machtsverhoudingen’ wil uitdrukken. Wel heeft het college besloten om een bordje bij het beeld te plaatsen, met een QR-code erbij voor extra tekst en uitleg. Bezwaren tegen het collegebesluit door Kenneth Cuvalay en Petra Ploeg, een witte vrouw die ook actief is voor Ubuntu Connected Front, werden in juni door het stadsbestuur als niet-ontvankelijk verklaart. In augustus stapten Cuvalay en Ploeg afzonderlijk naar de rechter om het beeld alsnog te laten verwijderen. Omdat hun beroepsprocedures nog lopen wil het stadsbestuur niets zeggen over de kwestie, aldus een woordvoerder van de gemeente Tilburg.
Over the top
De kritiek van Fitters, Cuvalay en anderen wordt niet op prijs gesteld door Hein van Oorschot, voorzitter van de Stichting Petrus Donders Tilburg. ‘Maar het beeld is van de gemeente, daar gaan wij niet over. De gemeente heeft wel een keer gevraagd of het beeld naar het Peerke Donderspark kan. Dat willen wij niet. Wij zetten geen beeld in ons park neer, als mensen dit beeld niet meer in de openbare ruimte wensen te hebben.’
Je moet het beeld in zijn tijd zien, vervolgt Van Oorschot. ‘Het is een ‘over the top’-standbeeld uit de tijd van het ‘rijke Roomsche leven’, maar het is geen koloniaal en racistisch beeld. Het missiewerk van de kerk is tweeduizend jaar oud. Zijn Willibrord en Bonifatius, die het christendom naar Nederland brachten, dan ook koloniale onderdrukkers? Ik heb de toespraken gelezen die werden gehouden tijdens de inhuldiging van het beeld in 1926. Daarin komt geen woord in voor dat je als racistisch zou kunnen duiden.’
En Cuvalay’s vergelijking tussen de handoplegging door Donders met de politieknie in de nek van George Floyd, dan? Van Oorschot: ‘Die hand is een verheffende zegening. Als je zo’n vergelijking maakt, dan ben je totaal van het padje af. Dan heb echt niet begrepen wat het beeld probeert te vertellen.’
Van Oorschot benadrukt de verdiensten van Donders. ‘Hij was een arme weversjongen, die gegrepen is door het geloof. Hij wilde wat doen aan de ellendige situatie van slaven en leprozen in Suriname, de mensen daar helpen. Hun leed had hem aangegrepen. Geloofsverkondiging was een belangrijk onderdeel van zijn missie. Daarnaast was hij bezig met naastenliefde: mensen helpen, zieken bezoeken. Maar bovenal: Donders was een tegenstander van slavernij en schreef in zijn brieven kritisch over de slavernij in Suriname.’
Donders was geen activist die slavernij actief bestreed, legt Van Oorschot uit, ‘wat voor hem vrijwel onmogelijk was’. Van Oorschot geeft een citaat van de missionaris uit 1846 om te laten zien ‘dat hij niet bevreesd was zijn grote afschuw uit te spreken’:
‘O, had men hier zooveel zorg voor het behoud en welzijn der slaven, als men in Europa voor de lastdieren heeft, dan zou het er beter uitzien. Wee! Wee!, Suriname in de grooten Oordeelsdag! Wee! Wee! Ja, duizendmaal wee den Europeanen, den eigenaren van plantageslaven, den administrateuren, den directeuren en blank-officieren, die allen over de slaven heerschen! Ongelukkig zij, die zich met het zweet en bloed verrijken van die arme slaven, die geen verdedigers vinden dan God!’
Kenneth Cuvalay kijkt hier toch echt anders tegenaan. Peerke Donders bestreed de slavernij niet actief, want hij maakte onderdeel uit van het koloniale systeem en had een koloniale mindset, zegt hij.
‘Zwarte en inheemse Surinamers werden door hem als halve wilden gezien, die het licht nog niet hadden gezien. Zo vernietigde hij heiligdommen van de ‘heidenen’, doopte hij mensen en bekeerde hen tot het christendom. Dat is barbaars. Van Oorschot blijft steken in ‘de tijdgeest’, die alle zonden van Donders ‘vergeeft’. Je moet de waarheid over de geschiedenis vertellen. En de waarheid is dat Donders door en door koloniaal dacht.’
Zending en kolonialisme
Is christelijke missie en zending per definitie koloniaal, zoals Kenneth Cuvalay stelt? Erik Borgman, hoogleraar Publieke Theologie aan de Universiteit Tilburg, vindt van niet. De progressief-katholieke theoloog volgt de discussie over Peerke Donders op de voet, maar alles ligt ‘net iets ingewikkelder’, vertelt hij.
‘Je kunt vinden dat mensen bekeren tot het christendom een vorm is van geestelijke kolonisatie, maar ik sprak ook een vrouw uit Suriname die naar Donders op bedevaart gaat. Zij ziet hem als de Surinaamse Willibrord en is dankbaar voor het geloof.’
Ook de stelling ‘Het christendom is koloniaal’ vindt Borgman te ongenuanceerd. ‘Die leuze klinkt goed, maar het klopt niet. Er zijn grote verschillen. In Congo, dat werd gekoloniseerd door de Belgen, gingen missie en kolonisatie hand in hand, maar in de Nederlandse koloniën lag dat toch echt anders. De Nederlandse autoriteiten vonden handel drijven belangrijker dan zieltjes winnen. Daarom werden de moslims in Indonesië geestelijk met rust gelaten, maar ook de ‘heidense’ Surinamers. Nederland was in die tijd bovendien een protestants land. Katholieken vormden een minderheid. De overheid zat niet op protestantse zendelingen, maar al helemaal niet op katholieke missionarissen te wachten. Bovendien hebben Surinamers zelf mede invulling en vorm gegeven aan hun christelijk geloof. Als je zegt dat het geloof van bovenaf is opgelegd aan de mensen, doe je het Surinaamse christendom tekort.’
‘Als we onze normen en waarden gaan opleggen aan de geschiedenis, dan is het einde zoek’
Tegenwoordig denken wij anders dan Donders over heidense heiligdommen, rituelen en gebruiken, vervolgt Borgman. ‘Ook in de Katholieke Kerk. Dat is goed en wat mij betreft vooruitgang. Maar je kunt dat niet tegen Donders houden. Iedereen in het Westen dacht toen zo. Als we onze normen en waarden gaan opleggen aan de geschiedenis, dan is het einde zoek. Over honderd jaar zijn de normen en waarden ongetwijfeld weer anders dan nu. Hopelijk is dat dan vooruitgang. Maar je kunt ons niet verwijten dat wij denken zoals wij denken.’
Cuvalay is niet overtuigd. Christelijke Surinamers zijn volgens hem gevangenen van een ‘mentale slavernij’, waardoor ze niet goed kunnen zien dat ze geestelijk worden onderdrukt. ‘Ze zijn geïndoctrineerd door het katholicisme.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!