12.9 C
Amsterdam

Geen rode lijn voor Israël: Schoof houdt vast aan diplomatie

Majorie van Leijen
Majorie van Leijen
Journalist en Midden-Oostendeskundige

Lees meer

Vanochtend gingen vijf grote mensenrechtenorganisaties in gesprek met premier Schoof om te praten over de stilte van Nederland over Gaza. Een koerswijziging zit er echter niet in, was de conclusie.

Wat er ook gebeurt, Nederland zal de weg van diplomatie blijven bewandelen, was het antwoord van minister-president Schoof op de vraag waar voor Nederland de rode lijn ligt. Die vraag werd hem in januari ook al gesteld; toen antwoordde hij dat het internationaal recht deze rode lijn was. ‘Hier kwam de minister-president nu op terug’, zei Michiel Servaes van Oxfam. ‘Dat vind ik uitermate schokkend.’

Het is de eerste keer dat Oxfam, Pax, Artsen zonder Grenzen, Save the Children en Amnesty International samen optrekken om het kabinet op te roepen tot een fundamentele koerswijziging. Aanleiding voor het gesprek was de campagne ‘Niet in mijn naam’. Op 12 december plaatsten honderdduizenden Nederlanders deze slogan op hun sociale media na een oproep van Oxfam. Er werd vervolgens een gesprek gepland met premier Schoof op 30 januari, maar toen kreeg de premier griep. Bovendien was er op dat moment net een staakt-het-vuren, waardoor de urgentie van het gesprek naar de achtergrond verdween.

‘Deze maand verloren we onze elfde medewerker’

Het staakt-het-vuren is inmiddels geschonden en het geweld is in hevigheid toegenomen, zegt Karel Hendriks van Artsen zonder Grenzen. ‘Alle remmen zijn los. Er is een totale humanitaire blokkade. Onze voorraden raken op en brandstof kan het land niet in, wat gevolgen heeft voor de hygiëne in Gaza. Slechte hygiëne zorgt voor evenveel slachtoffers als het geweld zelf. Bovendien kunnen we onze hulpverleners steeds minder bescherming bieden. Deze maand verloren we onze elfde medewerker.’

Reden genoeg om de politiek tot actie te manen, vinden de organisaties. Ze kwamen daarom met een aantal concrete maatregelen die het kabinet zou kunnen nemen. Maar de premier sprak tijdens het gesprek vooral over diplomatieke middelen. Daarnaast benadrukte hij dat Nederland niet bereid is een principieel standpunt in te nemen over schendingen van het internationaal recht. Hij erkent wel dat er (rechten)schendingen plaatsvinden, maar vertrouwt blind op het huidige diplomatieke spoor, aldus de organisaties.

Dit is een dubbele standaard, vindt Dagmar Oudshoorn van Amnesty International. ‘Waar kabinetsleden zich wel degelijk uitspreken over gepleegde oorlogsmisdaden door Rusland of in Syrië – met daaropvolgende sancties en andere politieke drukmiddelen – lukt het premier Schoof maar niet om een aanval op onschuldige burgers, waaronder kinderen, in Gaza, die in hun slaap worden gedood door Israëlische bombardementen, te veroordelen.’

De vijf organisaties roepen premier Schoof op om consequenties te verbinden aan de schendingen van het internationaal (humanitair) recht door Israël, en om in EU-verband te pleiten voor een onderzoek naar de schendingen van artikel 2 (de mensenrechtenclausule) in het associatieverdrag tussen de EU en Israël. Daarnaast moet Nederland de militaire samenwerking met Israël herzien.

Nederland moet andere staten aanspreken op hun verplichting om samen te werken met het Internationaal Strafhof. Ook moet Nederland alle mogelijke politieke, economische en diplomatieke middelen inzetten om de druk op Israël op te voeren.

Goed nieuws

Vlak voordat de persconferentie begon, kwam er toch iets van goed nieuws, vertelt Rolien Sasse van Pax. ‘Nederland heeft zojuist besloten de export van goederen voor militaire doeleinden te stoppen. Maar we hebben ook andere concrete acties voorgesteld, waarop geen reactie werd gegeven.’

‘Kabinetsleden spreken zich wel degelijk uit over gepleegde oorlogsmisdaden door Rusland of in Syrië’

Neem bijvoorbeeld de import van Israëlische wapens. ‘Dit zijn wapens die in Israël zijn gebruikt tegen Palestijnen. Deze wapens zijn getest in combat – een verschrikkelijke manier van reclame maken. Daar moeten we niet aan mee willen werken’, aldus Sasse.

Ook de bescherming van hulpverleners verdient prioriteit, vinden de organisaties. Vorige week werden vijftien hulpverleners gedood die duidelijk herkenbaar waren als hulpverlener, zo bleek uit een video van The New York Times. De bescherming van hulpverleners wordt een steeds grotere uitdaging, vertelt Karel Oudshoorn.

‘Er zijn bijna geen afspraken meer te maken over het veilig bieden van hulpverlening. Er is geen enkel ziekenhuis meer dat volledig kan opereren. Transporten kunnen niet meer veilig worden uitgevoerd. Medewerkers moeten regelmatig een ziekenhuis verlaten omdat ze tijdens hun werk worden aangevallen. Apparatuur in ziekenhuizen wordt systematisch onklaar gemaakt door een enkele kogel. De humanitaire respons is volledig verlamd.’

Meer dan 50.000 doden

‘Waar ligt die rode lijn? Die lijkt er niet te zijn. Levens redden mag geen levens kosten. Maar waar ga je naartoe wanneer je een medewerker verliest van een Nederlandse organisatie? We proberen ons recht te halen in Israël, maar in Nederland is er eigenlijk geen loket waar we daarvoor terechtkunnen.’ Artsen zonder Grenzen start daarom vandaag een petitie om aandacht te vragen voor betere bescherming.

De organisaties verwachten maximale inzet van de premier om de humanitaire blokkade van Gaza te beëindigen en hulpverleners de bescherming te bieden die het recht hun garandeert. Na meer dan 50.000 doden kan het kabinet-Schoof niet langer stil blijven, aldus de vijf.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -