De Beverwijkse Bazaar is een begrip onder Nederlanders met een migratieachtergrond. Bijna alles doet denken aan de overdekte markten uit het Midden-Oosten, waar de meeste marktkooplui vandaan komen. ‘Kom, kom, de lekkerste watermeloenen van Beverwijk’, zo klinkt het welkom.
Het is prachtig weer zaterdagochtend, wanneer mijn Turks-Koerdische buurman met zijn gezin aanbelt en meldt dat er nog een plekje beschikbaar is in zijn auto naar de Beverwijkse bazaar. Daar zeg ik geen nee tegen.
De laatste keer was alweer vijf jaar geleden. Toentertijd met broeder Balçik en zijn snel uitbreidende, jonge gezin. Het was als vanouds met onze vader en moeder in de jaren negentig.
Voor jonge families uit Amsterdam en omstreken is de Beverwijkse Bazaar een match. Het is twintig minuten rijden met de auto. Er is altijd parkeerplek en goed, relatief goedkoop eten. Mensen kopen er letterlijk van alles. Van leren jassen tot de nieuwste smartphones en meubels die thuis worden gebracht en in elkaar gezet. Als de kinderen ongeduldig worden van al het shoppen, dan is er meer dan voldoende speelaanbod.
Voor ons begint de dag met een heerlijk broodje Vietnamese bapao. De loempia’s zijn met ‘halal-kip’, zo schrijft de Vietnamees in koeienletters op zijn kraampje. Je moet tegenwoordig kennelijk van alle markten thuis zijn om te overleven.
‘Uit de speakers toetert Koerdische granni halay muziek’
Terwijl we de laatste restjes van onze bapao’s verorberen, zet een Koerdische fruitverkoper muziek op waar we onmiddellijk van gaan swingen. Uit de speakers toetert Koerdische granni halay muziek, met die typische, meeslepende elektro-saz. Gelijk in trance. Hup, vier stappen naar voren, vier stappen terug.
De Turkse fruitverkoper van het kraampje ernaast lacht naar het tafereel, maar roept daarna gekscherend ‘Erdogan!’ Te veel Koerdische lol naar Turkse maatstaven wellicht. We lopen meteen door.
‘Het lijkt, klinkt en ruikt er als het Midden-Oosten’
Dan lopen we de tenten van de overdekte bazaars binnen. Het lijkt, klinkt en ruikt er als het Midden-Oosten. Denk aan klanten die afdingen, schreeuwende kruideniers en de geur van pepers in allerlei soorten.
Terug naar de jaren negentig, waar ik werd meegesleurd om goedkope kleding te scoren. Dat was toen niet altijd even prettig, omdat er vaak ook nep-Nikes werden verkocht, waar op school lacherig om werd gedaan.
Wat me opvalt is dat de Turkse en Marokkaanse marktkooplui geen dominante factor meer zijn. Ja, er zijn nog wat Turkse restaurants en kapsalons, maar die lijken geen spat veranderd in de afgelopen twintig jaar. Vergane glorie.
‘Ook al is het goedkoop, kom met een dikke portemonnee en veel laadruimte’
Er waait tegenwoordig een oosterse wind. Afghaanse, Iraanse en Syrische marktkooplui hebben de boel overgenomen en brengen nieuw leven in de bazaar met hun eigen restaurants, kleding en vooral heel veel vlaggen: Koerdische, Turkse en Afghaanse vlaggen maar ook vlaggen van het Vrije Syrische Leger en van Palestina. De vlaggen van de hele wereld, behalve van Israël.
Verder zijn er uiteraard keffiyeh-sjaals, lange gewaden in allerlei stoffen en tapijten te vinden. Dus, ook al is het goedkoop, kom met een dikke portemonnee en veel laadruimte.
De klapper van de dag was toch wel het Afghaanse ijs met kardemom. Godallemachtig, we hebben wel voor een jaar ijs gegeten. Niet zo vettig als Italiaans roomijs, dus heerlijk te doen na de geroosterde, zoutige mais.
Het fijne is dat iedereen zich welkom voelt in Beverwijk. Ook autochtone Nederlanders die hun ogen uitkijken en genieten van de Midden-Oosterse keuken voor een schappelijke prijs. Voor de oer-Amsterdammers onder hen zijn er zelfs terrasjes om uit te buiken met een glas bier. Lang leve André Hazes!
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!