‘Mijn naam is Mohammed, maar ik ben me in de loop van de tijd Mo gaan noemen, omdat alles wat Arabisch is door veel mensen in Nederland als negatief wordt gezien.’
Werken in Marokko. Er verschijnen steeds meer arbeidsbemiddelingsbureaus die dat aanbieden. Sommige Marokkaanse Nederlanders die een baan vinden in Marokko wagen de sprong en emigreren naar hun land van herkomst. De Kanttekening sprak met de eigenaar van het arbeidsbemiddelingsbureau Maroc At Work Rachid Khoukhi en het naar Marokko geëmigreerde Mohammed Ouhamcha uit Amsterdam die via het bedrijf aan een baan kwam.
‘De zaken gaan erg goed’
Khoukhi heeft zelf een tijdje in Marokko gewerkt. ‘Juist daarom leek het me leuk ook anderen die kans te geven. Na ruim drie jaar in Marokko gewoond te hebben kwam ik op het idee om mensen die in het land willen werken, te begeleiden. Ik verzon een naam, schreef me in bij de Kamer van Koophandel en startte mijn arbeidsbureau in de havenstad Casablanca. Wij werven, selecteren en begeleiden goed Nederlandssprekende kandidaten. Maar een andere specialiteit is ook het koppelen van mensen die meertalig zijn.’ De entrepreneur runt Maroc At Work nu al ruim twee jaar. ‘De zaken gaan erg goed.’
Het arbeidsbureau zoekt onder meer docenten hairstyling, visagie en Nederlands. Ook heeft het werk voor teamleiders, frontdeskmedewerkers en mensen voor helpdeskfuncties. Het grossiert verder in callcenter-werk. ‘We bieden vaste banen aan, maar we hebben ook mogelijkheden voor zzp’ers. Mensen hoeven geen specifieke opleiding afgerond te hebben om te kunnen voldoen aan de eisen. Daarnaast kunnen werknemers hun vliegticket van Nederland naar Marokko vergoed krijgen en sommige bedrijven vergoeden ook de reiskosten in Marokko. Verder beschikt het bureau over tijdelijke woonruimte voor werknemers, zowel gedeelde als niet-gedeelde woningen.’ Khoukhi hoopt in de toekomst met zijn bureau door te groeien en nog veel meer mensen te helpen aan een ‘topervaring’ in Marokko.
‘Er brak iets in mij’
Ouhamcha vertrok zeven jaar geleden naar Marokko om er te werken via Maroc At Work. Hij vertoeft er nog steeds en als het aan hem ligt blijft dat zo. ‘Ik liep jaren met een onbestemd gevoel rond in Nederland. Ik kon er de vinger niet op leggen, totdat ik terugkwam van een vakantie in Marokko. Ik kwam terug en er hing een donderwolk over Nederland. Ik ervoer dat ook figuurlijk. Het klimaat in Nederland ten aanzien van mensen die moslim zijn is verslechterd. Er brak iets in mij. Ik had helemaal geen gevoel van ‘ha, lekker weer thuis’. Ik voelde me niet meer prettig in Nederland, het land waar ik geboren en getogen ben. Ik ervoer er continu een ongemakkelijke sensatie’, vertelt Ouhamcha. ‘Een voorbeeld dat ik ook tekenend vind is: mijn naam is Mohammed, maar ik ben me in de loop van de tijd Mo gaan noemen, omdat alles wat Arabisch is door veel mensen in Nederland als negatief wordt gezien. Het begon eigenlijk eerder al. Ik kreeg een laag schooladvies. Ik moest naar de lts (lagere technische school, red.), terwijl ik veel meer in mijn mars had.’
Ouhamcha streek neer in Casablanca. Hij werkt er als callcenter-medewerker. ‘Casablanca is de poort naar Afrika. Economisch gezien is het de ader van Marokko.’ Bij de haven ziet hij de opslagloodsen waarin elke dag weer de bezittingen van andere Marokkaanse Nederlanders die zijn aangekomen zitten. ‘Casablanca herbergt mensen van allerlei verschillende nationaliteiten, onder wie mensen uit Zuid-Amerika. Het heeft ook haar eigen Chinatown en er staan zowel moderne als oude gebouwen.’ Ouhamcha werkt van negen tot vijf uur. Expres worden de Noord-Europese kantoortijden aangehouden, omdat ze naar Nederland en Vlaanderen bellen. ‘De Nederlandstaligen verdienen hier circa duizend euro per maand. Franstalige operators verdienen beduidend minder, omdat er in Marokko veel Franssprekenden zijn.’ De lokale bevolking verdient gemiddeld zo’n 350 euro per maand. ‘Ik heb een arbeidsovereenkomst. Ik geniet sociale voorzieningen, ben verzekerd tegen ziektekosten en bouw een pensioen op. Het is wat dat betreft hetzelfde als in Nederland.’ Hij zegt in het verleden nog wel eens zijn hoofd gestoten te hebben. ‘Ik ging werken bij bedrijven in Marokko die elf- tot twaalfhonderd euro per maand boden voor werkzaamheden. Het ene bedrijf beloofde nog meer dan het andere. Maar die werden na een tijdje weer opgedoekt, door mismanagement.’ Ouhamcha relaxt na het werk in een café. ‘Je doet er een drankje. Casablanca heeft veel horeca-hotspots.’
Op de vraag of het leven in Marokko verschilt met dat van in Nederland, zegt Ouhamcha: ‘Ja. Islamitische feesten, zoals de ramadan en het offerfeest, worden hier door heel het land gevierd. In Nederland legde ik keer op keer aan collega’s uit waar die festiviteiten voor stonden. Dat is hier niet nodig.’ Ouhamcha benadrukt dat het leven in Marokko hem ‘hartstikke goed’ bevalt. ‘Ik ben zelfs getrouwd hier en ik heb een zoontje van drie jaar. Laat ik het zo zeggen: geen haar op mijn hoofd die eraan denkt terug te gaan naar Nederland, en ik heb een heel bos haar.’ Dan wordt hij onderbroken. ‘Het is mijn chef’, verontschuldigt hij zich. Zijn middagpauze is om.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!