8.4 C
Amsterdam

‘Ik wil mijn Armeense identiteit niet verloochenen’

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

Sinds de jaren zestig wonen er duizenden Armeniërs in Nederland, het leeuwendeel in Twente. Wie zijn de Armeniërs? En hoe beleven Armeense Nederlanders hun identiteit?

In Nederland wonen meer dan twintigduizend Armeniërs, sommigen beweren zelfs dat het er nu bijna veertigduizend zijn. Veel Armeniërs wonen in Twente, vooral in Almelo. Daarnaast zijn er ook gemeenschappen te vinden in Amsterdam, Assen en enkele andere plaatsen in ons land. Wie zijn de Armeniërs? Hoelang bestaat de Armeense gemeenschap in Nederland al? Wat voor gemeenschap is dit? En op welke manieren proberen Armeense Nederlanders vorm te geven aan hun identiteit? De Kanttekening sprak hierover met Onik Gelici van de Armeense Apostolische Kerk in Almelo, met GroenLinks-Statenlid Armine Stepanyan en met Hagop Korkisyan en Arad Azad van de pan-Armeense scouting- en sportvereniging Homenetmen.

Christelijke natie

Een belangrijke plek voor de Armeniërs in Nederland is de Armeense Apostolische Kerk in Almelo. We hebben hier afgesproken met Onik Gelici, voorzitter van het bestuur van deze kerk. Het christelijk geloof is iets wat de Armeniërs, in Armenië en in de diaspora, bindt. ‘Voor ons zijn het christelijk geloof en de christelijke tradities heel belangrijk’, vertelt Gelici. ‘De doop, het huwelijk en de dood zijn momenten in het leven waarbij de kerk een belangrijke rol speelt.’ Behalve geloof en kerk zijn de Armeense keuken, Armeense muziek, Armeense kunst en Armeense feesten belangrijke elementen voor het Armeens-zijn. ‘We zijn goed geïntegreerd in de Nederlandse samenleving, maar proberen wel aan onze eigen identiteit, onze eigen tradities, vast te houden.’

Armenië is soms een onafhankelijke natie geweest, vaker was het land bezet door buitenlandse machten. In de oudheid was Armenië eerst een Perzische satrapie (provincie, red.) en vervolgens een regionale mogendheid, voordat het land een bondgenoot en vazal van Rome werd. In het jaar 301 werd Armenië christelijk, twaalf jaar voordat keizer Constantijn de Grote met het Edict van Milaan het christendom godsdienstvrijheid verleende in het Romeinse Rijk. Armenië is daarmee het eerste land ter wereld dat officieel het christendom heeft geaccepteerd, een feit waar de Armeniërs nog steeds heel trots op zijn. Tegenwoordig zijn de Armeniërs nog steeds bijna allemaal lid van de Armeense Apostolische Kerk. Dit kerkgenootschap behoort tot de oosterse of oriëntaals-orthodoxe kerken, net als de Syrisch-Orthodoxe Kerk en de Koptische Kerk. De liturgie in de Armeense kerk is in het Armeens. In 405 kregen de Armeniërs een eigen alfabet, dat was ontworpen door de monnik Mesrop Masjtots. Dankzij dit alfabet kon de Armeense nationale identiteit worden bewaard, ook in tijden dat Armenië werd bezet door vreemde mogendheden.

In de consistoriekamer van de Armeense kerk in Almelo hangen foto’s van de hoofdstad Yerevan en de kathedraal van Etsjmiadzin, de oudste kathedraal ter wereld. Op de achtergrond is op beide foto’s de berg Ararat te zien, waar volgens het Bijbelboek Genesis de Ark van Noach aanspoelde na de allesverwoestende zondvloed. De Ararat ligt tegenwoordig in Turkije, maar de Armeniërs zijn van mening dat dit hun berg is. Je ziet de berg op veel Armeense afbeeldingen.

De huidige republiek Armenië is tegenwoordig een stuk kleiner dan het historische Armenië en bestaat alleen uit het oostelijke deel. Het westelijke deel hoort nu bij Turkije. De betrekkingen tussen Turkije en Armenië zijn zeer slecht, met als gevolg dat de grens tussen beide landen gesloten is. Ook de grens tussen Armenië en Azerbeidzjan is gesloten. Dat komt omdat Armeniërs sinds 1991 Nagorno-Karabach heeft bezet, een Armeense enclave in Azerbeidzjan.

24 april

In de boekenkast van de consistorie staan veel boeken, over de kerk, de geschiedenis van Armenië en de tragedie van 1915, die door de Armeniërs en veel historici de Armeense Genocide genoemd wordt. Er liggen twee dozen met exemplaren van het boekje De eerste Holocaust van de eminente Britse Midden-Oosten-correspondent Robert Fisk. ‘We hebben hier toen duizenden exemplaren van laten drukken. Het is een kort en krachtig verhaal over de tragedie van 1915, vooral interessant voor mensen die de geschiedenis niet goed kennen’, vertelt Onik Gelici.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog verloren tussen de een en twee miljoen Armeniërs in het Ottomaanse Rijk het leven. Ze werden vermoord of kwamen om van de honger, dorst en ontberingen tijdens gedwongen marsen naar de Syrische woestijn. De Armeniërs en ook de meeste historici zijn van mening dat er sprake was van doelbewuste volkerenmoord. Turkije daarentegen ontkent ruim honderd jaar later nog steeds dat de gebeurtenissen een genocide genoemd moeten worden en spreekt over de Armeense kwestie. Deze opstelling staat een verzoening tussen de Turken en de Armeniërs in de weg. Het eerste Nederlandstalige boek hierover verscheen al in 1920: Verkochte zielen (de vertaling van het in 1918 verschenen boek Auction of Souls) van Aurora Mardiganian, een meisje dat de moordpartijen overleefde. Enkele jaren geleden heeft de Armeense gemeenschap in Nederland besloten dit boek opnieuw uit te geven.

Op het terrein van de Armeense kerk in Almelo staat een monument, waar Armeniërs, Aramese christenen, Assyriërs en anderen elk jaar op 24 april een herdenking organiseren. Op deze dag in 1915 werden tientallen prominente Armeniërs in Istanbul gearresteerd om vervolgens te worden vermoord, een gebeurtenis die wordt gezien als het startschot van de massamoord. Ook in Assen wordt elk jaar een herdenking georganiseerd op 24 april. Dit jaar zullen in Assen voor het eerst ook Turkse en Koerdische Nederlanders acte de présence geven. Het is een gezamenlijk initiatief van THPP en Jongerencommissie Sirt, die met zijn initiatief hoopt verschillende groepen mensen bij elkaar te brengen. Andere Turkse Nederlanders die van mening zijn dat de gebeurtenissen van 1915 een genocide genoemd moeten worden zijn GroenLinks-Kamerlid en historicus Zihni Özdil en VARA-documentairemaker Sinan Can, die in 2015, honderd jaar na de genocide, de documentaire Bloedbroeders heeft gemaakt. Aan het christelijke maandblad De Nieuwe Koers bekende Can vorig jaar dat hij vanwege zijn documentaire Turkije niet meer durft te bezoeken. Ook is hij, vanwege zijn documentaire, vaak bedreigd door nationalistische Turken.

In Frankrijk, waar meer dan een half miljoen Armeniërs wonen, wordt dit jaar voor het eerst een nationale herdenking georganiseerd. Het Nederlandse parlement heeft weliswaar begin vorig jaar besloten om de gebeurtenissen van 1915 als de Armeense Genocide te erkennen, wat kwaad bloed zette bij Turkije, maar de Nederlandse regering heeft deze stap niet gezet. Onik Gelici hoopt dat die stap in de toekomst nog een keer gezet gaat worden. Over de Turkse erkenning is Onik Gelici voorzichtig optimistisch. ‘Turkije heeft de strijd opgegeven om andere landen proberen te dwingen de Armeense Genocide niet te erkennen. Tegen het besluit van Frankrijk om 24 april nationaal te herdenken was er een minimaal protest. Erdogan durfde in 2015 ook niet tegen de Russische president Poetin te protesteren, die dat jaar in Armenië op de honderdjarige herdenking aanwezig was. Indirect erkent Turkije hiermee de Armeense Genocide.

Foto: Armeense Apostolische Kerk Almelo

Verzoening

In Nederland erkennen alle politieke partijen in de Tweede Kamer – behalve Denk – de gebeurtenissen van 1915 als de Armeense Genocide. Maar de motieven zijn niet altijd zuiver. Armine Stepanyan, die in 2001 als politiek vluchtelinge met haar moeder en broer naar Nederland kwam, heeft stevige kritiek op de populistische partijen PVV en Forum voor Democratie. We belden haar enkele dagen na het bezoek aan de Armeense kerk. ‘Ik vind het echt verschrikkelijk als Geert Wilders of Thierry Baudet rond 24 april weer over de Armeense Genocide begint. Dat doen ze namelijk niet omdat ze zo begaan zijn met het Armeense volk, maar om moslims te bashen, om racisme te promoten. Tegen hen wil ik zeggen: maak geen misbruik van het leed van mijn volk voor je eigen politiek gewin.’

Stepanyan is op 20 maart met voorkeurstemmen verkozen in de Provinciale Staten van Zuid-Holland voor GroenLinks. Veel Armeniërs stemmen CDA en ChristenUnie, die zich ook jarenlang hard maken voor de Armeense zaak en opkomen voor christenen in het Midden-Oosten. Maar dit is geen wet van Meden en Perzen. Stepanyan komt uit een links Armeens nest. Voor haar is de Armeense traditie weliswaar ook belangrijk – ‘Ik wil mijn identiteit niet verloochenen en draag nog steeds een kruisje, ook vind ik het belangrijk dat mijn bijna zesjarige zoontje de Armeense taal leert, dat is een vorm van cultureel kapitaal’ – maar ze hecht ook waarde aan individuele vrijheid en emancipatie.

Stepanyan is voor een verzoening tussen de Turken, Koerden en Armeniërs en doet daarom ook mee aan het initiatief van Tayfun Balcik cum suis. ‘Ik ben voor een verzoening, maar de Armeense Genocide moet erkend worden, anders is er geen helingsproces. Pas als de dader, in dit geval Turkije, de daden erkent, dan pas kunnen de slachtoffers aan het helingsproces beginnen. Als je honderdvier jaar lang hoort dat je liegt, dan heeft dat impact. Het wordt tijd dat Turkije de Armeense Genocide gaat erkennen. Ik ben heel blij dat mensen als Balcik, Özdil en anderen opstaan om hier aandacht voor te vragen. Ze zijn nu nog in de minderheid, maar ze zorgen er wel voor dat er een dialoog op gang komt, ze staan op voor verandering.’

Scouting

Religie en de Armeense Genocide zijn belangrijk voor de Armeense identiteit, maar dat is ook de scouting. In Almelo  bestaat een afdeling van Homenetmen, een pan-Armeense scouting- en sportvereniging die sinds 1918 bestaat en als doel heeft Armeense kinderen in de diaspora de Armeense identiteit en nationaal besef bij te brengen. Scoutingleider Hagop Korkisyan vertelt: ‘Veel kinderen hadden als gevolg van de Armeense Genocide hun familie verloren. Homenetmen werd hun nieuwe familie. Elk jaar organiseert Homenetmen een jamboree, waar mensen over de hele wereld naartoe gaan. Vorig jaar was het extra feestelijk, omdat we honderd jaar bestonden.’ We zien de kinderen, die onderverdeeld zijn in verschillende leeftijdsgroepen, de Nederlandse en Armeense vlag hijsen, waarop ze het Wilhelmus en het Armeense volkslied zingen. Ook tijdens de herdenking van de Armeense Genocide spelen de kinderen van Homenetmen bij de plechtigheid een rol.

De negentienjarige Arad Azad is eveneens actief voor Homenetmen. Hij vluchtte in 2011 uit Irak vanwege het oorlogsgeweld. ‘Ik kwam hier met een vrachtwagen, illegaal. Ik heb nu gelukkig wel een verblijfsvergunning.’ Veel familieleden van Azad wonen nog Irak, waaronder zijn tante waarmee zijn moeder regelmatig contact heeft via skype. Azad voelt zich echter meer verbonden met Armenië. ‘Natuurlijk ben ik er niet geboren, maar Armenië is in zekere zin wel mijn echte vaderland. Ik ben er ook een paar keer naartoe op vakantie geweest. Maar ik heb er geen familie wonen.’

Sint Servaas

Ten slotte, hoe is de Armeense gemeenschap in Nederland eigenlijk zo ontstaan? Ongeveer de helft van de Armeniërs in ons land bestaat uit West-Armeniërs, die vanaf de jaren zestig vanuit Turkije naar Nederland geëmigreerd zijn. De andere helft komt uit Armenië (tot 1991 de Socialistische Sovjetrepubliek Armenië), Azerbeidzjan (inclusief Nagorno-Karabach), Syrië, Libanon, Irak en Iran. Hoewel de meeste Armeniërs nog niet heel lang in Nederland wonen zijn de banden tussen ons land en Armenië al meer dan duizend jaar oud. ‘Sint Servaas, de eerste bisschop van Maastricht afkomstig uit de vierde of vijfde eeuw na Christus, komt uit het koninkrijk Armenië’, vertelt Onik Gelici. ‘Mede dankzij de Armeniërs is Nederland dus in aanraking gekomen met het christelijk geloof, gekerstend.’

Daarnaast kende Amsterdam in de zeventiende en achttiende eeuw al een kleine Armeense gemeenschap. ‘We zijn een volk van handelaren. Amsterdam was in de zeventiende eeuw het centrum van de wereldhandel en in deze tolerante stad konden Armeniërs bovendien in alle vrijheid hun geloof belijden.’ Armeniërs uit Turkije spreken vaak slecht Armeens, wat komt doordat het leren van de Armeense taal in Turkije feitelijk verboden is. Onik Gelici spreekt zelf ook geen Armeens, hoewel hij het wel deels kan verstaan. Als hij in Armenië is heeft hij een tolk nodig. Drie keer is Onik Gelici in Armenië geweest, de laatste keer was vorig jaar. ‘Een neef van mij woont in het land.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -