9.7 C
Amsterdam

In Nederland spreken we Nederlands? Dit zeggen mensen op straat

Anne-Rose Hermer
Anne-Rose Hermer
Journalist.

Lees meer

Je kent het misschien: je loopt op straat en hoort mensen praten in een taal die je totaal niet beheerst. Het zijn geen toeristen, maar bewoners van dit land. Zorgt dat voor ergernis? En waarom zouden ze in een andere taal spreken? We vroegen het, met mondkapje en op gepaste afstand, aan voorbijgangers in Rotterdam-Centrum.

Pieter (59) neemt het mensen niet kwalijk als ze op straat in een vreemde taal spreken, maar is niet gelukkig met de veranderende samenleving. ‘We zijn hier uiteindelijk in Nederland. Ik woon in een dorp in Zeeland, waar je tegenwoordig heel veel buitenlands op straat hoort, dat gesproken wordt door mensen die tijdelijk in Nederland zijn om hier te werken. Dat vind ik jammer. Zo gaat ons eigen karakter verloren. Ik ben trots op Nederland en op de Nederlands taal. Daarom wil ik graag mijn moedertaal blijven horen.’

Saska (74) is fermer. ‘Ik denk dan: spreek Nederlands! Je woont hier, dus maak van Nederlands je eerste taal. Ook thuis.’

Behalve Arabisch, Hindoestaans, Papiamento, Turks en andere buitenlandse talen hoor je ook straattalen op straat. Jack (66) ergert zich hier een beetje aan, geeft hij toe. ‘Dan heb ik het gevoel dat ze in hun eigen wereldje leven. Je sluit anderen buiten.’

De taal die ‘echte’ Rotterdammers spreken vindt hij wel mooi. ‘We gebruiken het vaak zonder het ons te realiseren. Neem de uitdrukking ‘Krijg de tering’.  Dat is intens Rotterdams. Ingeburgerde straattaal en dialect vind ik niet zo erg.’ Termen als Roffa (Rotterdam) en doekoe (geld) kent hij niet.

Ook op school wordt veel straattaal gesproken. Monica* (35) vindt dit een probleem. ‘Jongeren hebben altijd woorden gehad die alleen zij gebruikten. Dat is op zich niet erg, behalve als die taal het gangbare Nederlands gaat verdringen. Steeds meer leerlingen kunnen zich amper meer in algemeen beschaafd Nederlands uitdrukken.’

‘Ik ben trots op Nederland en op de Nederlands taal. Daarom wil ik graag mijn moedertaal blijven horen’

Het valt op dat de jongere mensen die wij spreken minder problemen hebben met een vreemde taal op straat, ongeacht hun etnische achtergrond. Chelsea (23) zegt dat het spreken van vreemde talen wat haar betreft gewoon hoort bij de multiculturele samenleving.

‘Althans, in Rotterdam is dat zo. Sorry, maar ik begrijp niet zo goed waar anderen zich dan aan ergeren. Op zich is het trouwens wel beter als je Nederlands spreekt. In de klas moesten we vroeger ook Nederlands spreken, maar in de pauze hoefde dit natuurlijk niet.’

Sara (22 jaar) denkt er net zo over. ‘Buiten is niet erg, op school of op je werk is wat anders.’

Ook Marlijn (35 jaar) en Kimberly (24 jaar) hebben geen probleem met vreemde talen op straat. ‘Als een grote groep jongeren onder elkaar op straat een andere taal spreekt, dan is dat prima – als ze mij maar niet lastigvallen.’

Vreemde talen in de supermarkt

Of mensen op straat wel of geen Nederlands spreken, dat kan Marjan (56 jaar) niet zoveel schelen. ‘In winkels is het wat anders. Een caissière die met een andere klant een andere taal spreekt, dat vind ik niet kunnen.’

Een geïrriteerde klant beaamt dit. ‘Laatst stond ik in de rij bij de supermarkt. De klant voor me was duidelijk een bekende van de caissière. Ze gingen uitgebreid babbelen in een taal waar ik geen touw aan vast kon knopen. Toen ben ik van ergernis naar een andere kassa gegaan.’

Samira* breekt een lans voor winkels waar je ook in het Arabisch of Turks terecht kan. Zelf werkt de jonge vrouw, die begin twintig is, in een winkel waar veel Arabisch wordt gesproken.

‘Vooral oudere mensen vinden het prettig dat ik hun taal spreek. Ze lopen bewust naar mij als ze iets willen vragen. Vaak verstaan ze wel Nederlands, maar vinden ze het moeilijk om zelf zinnen te formuleren. Dus als ze het dan in hun eigen taal kunnen vragen, dan is dat voor deze mensen een reden om iets bij ons te kopen.’

Sommige autochtone klanten vinden dit vervelend, maar Samira trekt zich daar niets van aan. Volgens haar gaat het vooral om oudere mensen, de generatie die niet de kans heeft gekregen om goed Nederlands te leren. ‘Als mijn vriendinnen toevallig in de zaak zijn, dan spreken we Nederlands. Als ik dat niet zou doen en klanten zouden klagen, dán hebben ze een punt.’

‘Als een grote groep jongeren onder elkaar op straat een andere taal spreekt, dan is dat prima’

Hatice* is ongeveer even oud als Samira. Ze werkt in een winkel waar veel Turks wordt gesproken. Ze is het helemaal met Samira eens, vertelt ze.

‘Turkse mensen zijn blij als ze mij zien. Het gaat vaak om ouderen die zondagavond op Schiphol stonden en maandagochtend in hun nieuwe land aan het werk gingen. Tijd om behoorlijk Nederlands te leren was er niet. Nu zijn ze te oud. Uit respect spreek ik Turks met hen. Dat vinden ze zó fijn, dat ze speciaal daarvoor komen.’

Als jongere klanten in het Turks tegen Hatice praten, dan antwoord ze hen in het Nederlands. ‘Er is vaak immers geen enkele goede reden om geen Nederlands te spreken. Tenzij ze mij vertellen dat ze me niet begrijpen omdat ze net in Nederland zijn.’

Klantgericht talenbeleid

Hoe gaan grote winkelketens, waar veel niet-westerse nieuwe Nederlanders winkelen, met dit fenomeen om? Mag winkelpersoneel van bijvoorbeeld Turkse of Marokkaanse afkomst klanten in een andere taal helpen? En hebben deze winkelketens überhaupt een beleid voor dit soort situaties?

De reactie van Ahold is duidelijk. ‘In de Albert Heijn-winkels willen we dat onze klanten in het Nederlands geholpen kunnen worden’, vertelt een woordvoerder. ‘We vragen van onze collega’s in de winkels een goede beheersing van de Nederlandse taal. Het staat hen vrij om klanten in een andere taal te woord te staan. We hebben hier geen strikte richtlijnen voor.’

Kledingketen Wibra, die een multicultureel publiek trekt, staat eveneens open voor andere talen dan het Nederlands. ‘Wibra communiceert zowel met haar medewerkers als met haar klanten in het Nederlands’, zegt een woordvoerder. ‘Uiteraard begrijpen wij dat klanten met een andere moedertaal het prettig vinden om in deze taal een vraag te kunnen stellen aan onze medewerkers. Wij vinden dit geen enkel probleem als wij hiermee de klant zo goed mogelijk kunnen helpen. Wibra hanteert dus geen beleid in deze situaties.’

Ook de MediaMarkt heeft een klantgericht beleid, legt een woordvoerder uit. ‘De voertaal bij MediaMarkt Nederland is Nederlands. Daarbij vertegenwoordigt ons winkelpersoneel een afspiegeling van de maatschappij. Als de situatie zich voordoet dat een klant graag in een vreemde taal wil worden geholpen, dan kijken we of er een medewerker beschikbaar is die deze vreemde taal spreekt met het doel de klant zo goed mogelijk te helpen.’

Alleen Fries

In Friesland spelen weer heel andere taalproblemen, vertelt Nourth (64 jaar). Hij is jaren geleden vanuit Syrië hierheen gekomen. Nederlands beheerst hij inmiddels perfect, maar de Friese taal vindt hij lastig. Dat is een probleem als je in Friesland woont, legt hij uit.

‘Toen ik door toeval in Friesland terecht kwam, moest ik twee talen leren. Als je bijvoorbeeld naar de gemeente gaat, dan word je in het Fries aangesproken. Waar ik woon wordt geërgerd omgekeken als mensen op straat ABN spreken. Dat vinden de Friezen niet leuk. Ze willen hun eigen taal horen.’

Nourth woont al veertig jaar in Nederland. Heeft hij ooit spijt gehad van zijn emigratie? ‘Vroeger niet, nu wel. Er is heel veel discriminatie. In Friesland is dit misschien nog wel erger. Ik merk het verschil met vroeger beslist.’

*Gefingeerd. Naam bij de redactie bekend.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de Kanttekening op 3 juni 2020.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -