6.7 C
Amsterdam

Islamofobierapport 2022 schetst inktzwart beeld voor Europa – inclusief Nederland

Remco van Mulligen
Remco van Mulligen
Journalist, eindredacteur De Kanttekening

Lees meer

Wereldwijd erkennen steeds meer landen islamofobie als probleem. Dat is een goede ontwikkeling, stellen de auteurs van het European Islamophobia Report 2022. Dat neemt volgens hen echter niet weg dat moslimhaat en moslimdiscriminatie in Europa alomtegenwoordig zijn. Hoe komt dat? Een analyse.

Het rapport begint met ‘goed nieuws’: de Internationale Dag voor de Strijd tegen Islamofobie, jaarlijks op 15 maart, is een succes. Deze dag is ingesteld door de Verenigde Naties. Beleidsmakers moeten deze dag aanwenden om de strijd tegen islamofobie kracht bij te zetten, vinden de auteurs van het rapport.

Het European Islamophobia Report verschijnt sinds 2016 jaarlijks. Het staat onder redactie van politicoloog Enes Bayrakli (Turks-Duitse Universiteit in Istanbul) en hoogleraar Internationale Studies Farid Hafez (Williams College in Williamsburg, Verenigde Staten). In het rapport staat over elk Europees land een hoofdstuk, geschreven door een deskundige uit dat land.

Enes Bayrakli (beeld: YouTube)

‘Islamofobie is opgekomen als nieuwe vorm van racisme’, verklaarde de VN vorig jaar. ‘Met een toegevoegd gender-aspect, omdat meisjes en vrouwen doelwit zijn vanwege hun kleding en vanuit de aanname dat zij onderdrukt worden. Islamofobie vindt ook ingang in de politiek, met als resultaat reisverboden en visumbeperkingen.’

Verder is het kommer en kwel. De ‘overweldigende meerderheid’ van de Europese landen registreert islamofobie niet eens als apart fenomeen, meldt het rapport. In de Europese Unie doet slechts 12 procent van de moslims aangifte bij discriminatie.

Bovendien is er in Europa nogal wat discussie over de definitie van de term zelf. Wat is islamofobie? Opvallend genoeg geeft het rapport op die vraag geen antwoord. In eerdere edities van het European Islamophobia Report stond wel een definitie, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar islamofobie: ‘Als we het over islamofobie hebben, bedoelen we anti-moslimracisme. Islamofobie gaat over een dominante groep mensen die hun macht willen uitoefenen, stabiliseren en vergroten door een zondebok – bestaand of ingebeeld – aan te wijzen en deze uit te sluiten van hun geconstrueerde ‘wij’. Islamofobie functioneert door een statische ‘islamitische’ identiteit te construeren, die negatief wordt toegepast en gegeneraliseerd wordt voor alle moslims. Tegelijk zijn islamofobe beelden veranderlijk en verschillend al naar gelang de context. Islamofobie vertelt ons meer over islamofobe mensen dan over moslims of de islam.’

Diverse meer of minder professionele organisaties verzamelen zelf cijfers van islamofobie. Zo registreerde Unia in België ruim tweehonderd gevallen van discriminatie tegen moslims. Voor Frankrijk registreerde het Collectief tegen Islamofobie in Europa (dat echter niet in Frankrijk actief mag zijn wegens een overheidsverbod) ruim vijfhonderd gevallen van islamofobie. Dokustelle, een organisatie in Oostenrijk die zich specifiek richt op islamofobie, telde meer dan duizend gevallen van moslimdiscriminatie. De Duitse politie registreerde 364 gevallen van islamofobie, onder andere bij demonstraties van de anti-islambeweging Pegida.

Moslimdiscriminatie in Nederland

Het hoofdstuk over Nederland telt ruim dertig pagina’s en is geschreven door islamoloog Jeroen Vlug. Vlug werkt bij het onderzoeksbureau Movisie als onderzoeker en promoveerde aan de Ibn Haldun Universiteit in Istanbul op vergelijkend onderzoek naar de filosofische achtergronden van mensenrechten in de islam en het Westen.

Moslimdiscriminatie gebeurt in het sterk gepolariseerde Nederland overal, stelt Vlug, maar vooral op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en in de collectieve sector. Van alle meldingen bij de politie van discriminatie was 42 procent gericht tegen de (vermeende) migratieachtergrond. Daarnaast was er in 3 procent van de meldingen sprake van discriminatie op basis van godsdienst. In twee derde van die gevallen waren moslims het slachtoffer. Echter: discriminatie van Joden valt niet in die categorie, want de politie registreert antisemitisme afzonderlijk. Ongeveer 10 procent van de meldingen bij de politie betrof antisemitisme – en daarmee vormen Joden veruit de meest gediscrimineerde religieuze groep.

Vlug verwijst naar de debatten over een hoofddoekverbod in publieke functies, zoals bij de politie. Ook noemt hij de onthulling van NRC van eind 2021 over het infiltreren en stiekem onderzoeken van moskeeën in minstens tien Nederlandse gemeenten door de overheid – op aanmoediging van terreurbestrijder NCTV en met ondersteuning van het bureau NTA. Moslims zijn uitgescholden, er waren tijdens de ramadan in 2022 anti-islambarbecues -georganiseerd door de Nederlandse tak van Pegida. Moskeeën hadden te maken met brandstichting en vandalisme en kregen hate mail.

Politieke partijen

Voor Nederland valt in het rapport de opsomming op van wat de PVV zoal aan plannen heeft. De partij van Geert Wilders noemde de islam een ‘gewelddadige politieke ideologie’ en verbond moslims met terrorisme. De partij wil islamitisch onderwijs, moskeeën en de Koran verbieden in de strijd tegen wat zij ‘de verspreiding van de islamitische ideologie’ noemt. Ook memoreert het rapport dat de PVV de hoofddoek wil verbieden, een ministerie van De-islamisering wil invoeren en mensen met een dubbele nationaliteit het stemrecht wil ontnemen.

Niet alleen de PVV vertoont problematisch gedrag, meldt het rapport. Zo noemt het dat VVD-minister van Onderwijs Dennis Wiersma alle informeel moskee-onderwijs en islamitische weekendscholen onder verscherpt toezicht wil plaatsen, ook al gaat dit in tegen het non-discriminatiebeginsel uit de Grondwet. Dit is een voorbeeld van de legalisering van islamofobie, stelt het rapport. En ook radicaal- en extreemrechtse partijen als JA21, Forum voor Democratie en Groep Van Haga maken zich schuldig aan islamofobie, meldt Vlug, net als mediaplatforms als Ongehoord Nederland en GeenStijl, en publieke intellectuelen als Paul Cliteur en Afshin Ellian.

Positieve krachten zijn volgens Vlug politieke partijen als Denk en BIJ1 en ‘links-leunende’ wetenschappers als Leo Lucassen en Martijn de Koning. Ook noemt hij het blog Republiek Allochtonië. Bovendien is de instelling van een Nationaal Coördinator Racisme en Discriminatie (NCDR) een goede ontwikkeling.

NCDR Rabin Baldewsingh kaartte vorige week nog aan dat banken moslims discrimineren. Zo ondervinden moslims bijvoorbeeld problemen met het openen van een bankrekening. Daarmee zette hij een punt op de agenda dat al sinds 2020 door islamofobiemonitor Meld Islamofobie wordt aangekaart. Discriminatie van moslims bij banken is al jaren een probleem, wat overigens door Vlug niet wordt gemeld, omdat op dit vlak in 2022 geen incidenten bekend zijn.

De opsomming van haat jegens moslims – soms door de daders als ‘humor’ gepresenteerd – in het relaas van Vlug leest als een grimmige samenvatting van de duistere kanten van het jaar 2022. Zijn rapport eindigt met een plan om islamofobie in Nederland beter aan te pakken.

Uit het rapport blijkt dat islamofobie een veelkoppig monster is

Het begint echter bij erkenning van het probleem. Zeker de rechterzijde van het politieke spectrum – getuige bovengenoemde actie van Wiersma – lijkt het probleem van islamofobie nog lang niet altijd serieus te nemen. Ook meer in het midden van het politieke spectrum bagatelliseren partijen als het CDA en de ChristenUnie de ernst van moslimdiscriminatie met enige regelmaat.

Sahih al-Bukhari verboden

Hoe is het in de rest van Europa? Het rapport is te lijvig om alles samen te vatten – dus wijzen we enkele opvallende ontwikkelingen aan.

De oorlog in Oekraïne overschaduwt alles en heeft daarom ook islamofobie uit de aandacht weggedrukt. Tegelijk heeft die oorlog de discriminatie van moslims extra zichtbaar gemaakt. Terecht noemt het rapport het contrast tussen de hartelijke manier waarop Oekraïense vluchtelingen in Europa zijn welkom geheten, en de nog steeds groeiende xenofobie die zich richt tegen niet-westerse vluchtelingen en moslims.

Ook probeert het rapport enigszins grip te krijgen op de situatie in Rusland, waar diverse deelstaten immers aanzienlijke islamitische bevolkingsgroepen kennen. Activisten en journalisten met een afwijkend geluid worden in Rusland vaker vervolgd. Leden van diverse islamitische groepen ondervinden vervolging. Tientallen leden van de politieke beweging Hizb al-Tahrir en de apolitieke beweging Tablighi Jamaat zijn in Rusland veroordeeld tot celstraffen. Ook is een vertaling van Sahih al-Bukhari, een hadith-collectie die voor islamitische theologie van essentieel belang is, op de lijst van extremistische publicaties gezet.

Oostenrijk en Frankrijk leidend in islamofobie

In Oostenrijk strijdt minister Susanne Raab van Integratie tegen ‘de politieke islam’. Het rapport noemt dit een ‘beruchte heksenjacht tegen moslims’, die ze bovendien wil exporteren naar de rest van Europa. Elf andere Europese landen namen deel aan een forum in Wenen, waar zij haar ideeën en plannen uiteenzette. Europa moet zich hiertegen uitspreken, stellen de auteurs van het rapport.

De Commissie voor Internationale Godsdienstvrijheid van de Verenigde Staten (USCIRF) merkte op dat in zowel Oostenrijk als Frankrijk wetgeving bestaat die ‘discriminerend is tegen moslims’. Diverse moskeeën zijn in deze twee landen gesloten.

Tijdens de presidentsverkiezingen in april 2022 moest zittend president Emmanuel Macron het opnemen tegen drie radicaal rechtse tegenstanders – Eric Zemmour, Valérie Pécresse en Marine Le Pen – die allen de extreemrechtse omvolkingstheorie als belangrijk verkiezingspunt hadden. In die concurrentie versterkte Macron zijn strijd tegen wat hij ‘politieke islam’ of ‘radicale islam’ noemt. De maatregelen die hij neemt, treffen volgens het rapport meestal gewone islamitische burgers.

‘Frankrijk ging door op haar pad van repressie van moslims’, stelt het islamofobierapport dan ook vast. Er zijn 1727 islamitische organisaties onder controle van de staat gebracht, waarvan er 118 zijn opgeheven. Ook heeft de overheid tussen januari en augustus 2022 beslag gelegd op ruim tien miljoen euro aan vermogen van islamitische organisaties.

In het onderwijs rolde de overheid haar Laïcité-Plan uit, dat draait om ‘controle over de lichamen van moslimvrouwen’. Docenten en andere medewerkers van scholen moeten actief opletten of moslima’s te lange rokken dragen, en als dat bijvoorbeeld het geval was, moeten ze hiervan melding maken en de leerlinge een straf opleggen.

Prevent

Denemarken is een ander land dat al jaren het voortouw neemt bij maatregelen die moslims en migranten treffen. Het land is bekend om de wens asielzoekers in Afrikaanse landen als Rwanda hun procedure te laten afwachten – een idee dat ook Groot-Brittannië in de praktijk wil brengen.

De Denen voerden een publiek debat over een algemeen hoofddoekverbod op basisscholen. Ook is in dit land volgens het islamofobierapport een wet van kracht, die bepaalt dat kinderen die wonen in wijken met veel immigranten – van wie velen moslim zijn – verplicht 35 uur per week gescheiden moeten worden van hun gezin, om ‘Deense waarden’ aan te leren. USCIRF uitte in 2022 haar zorg over dit beleid.

In Groot-Brittannië maakte premier Rishi Sunak geen werk van de strijd tegen islamofobie. Intussen verdedigde hij het omstreden Prevent-programma, dat focust op de strijd tegen terrorisme, en zegde zelfs toe dat daarbij islamitisch extremisme meer prioriteit zou krijgen. Over dit programma publiceerde de Kanttekeningin maart een achtergrondverhaal, nadat in februari onze columnist Tahir Abbas er felle kritiek op uitte.

Vele gezichten van islamofobie

Al met al blijkt ook uit dit rapport dat islamofobie een veelkoppig monster is. Discriminatie van en haat tegen moslims neemt verschillende gezichten aan. Het gaat om vormen van racisme aan het grondvlak – zoals het aftrekken van de hoofddoek van moslimvrouwen. En het gaat om regelrechte aanslagen, waarbij moskeeën bekogeld worden met brandbommen en demonstraties tegen coronamaatregelen als ‘bijvangst’ ook even de lokale moskee aandeden.

Daarnaast is duidelijk dat er schrikbarend veel institutionele islamofobie bestaat. Dat Rusland moslims discrimineert, zal weinigen verbazen. Maar ook in het ‘beschaafde’ West-Europa is het wijdverbreid. Discriminatie van moslims door banken krijgt dankzij de NCDR nu aandacht. Daarnaast is het Nederlandse boerkaverbod een bekend voorbeeld van institutionele discriminatie. Het meest spraakmakend was vorig jaar de NRC-onthulling van geheime overheidsonderzoeken naar moskeeën.

Marion Lalisse, de Europese coördinator van de strijd tegen moslimhaat en moslimdiscriminatie, heeft gelukkig veel van deze vormen van islamofobie in het vizier en maakt daar samen met Rabin Baldewsingh werk van. Ze vertelde daar in maar over in een interview met de Kanttekening. Alleen institutionele vormen van moslimdiscriminatie horen niet tot haar taak. Op dat vlak zullen overheden in landen als Frankrijk, Oostenrijk, Denemarken en Nederland dus zelf het licht moeten zien. Pas dan kunnen ze van hun heilloze wegen terugkeren.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -