Op 1 juli herdenken we de afschaffing van de slavernij in Suriname en op de Nederlandse Antillen, die sinds 1 juli 1873 een feit is. Wat zijn de belangrijkste boeken over de zwarte periode van westerse slavenhandel en slavernij, die je gelezen moet hebben? Dit is de keuze van de Kanttekening.
Slavernij en beschaving. Kleine geschiedenis van een paradox door Karwan Fatah-Black (Ambo Anthos, 2021)
De belangrijkste historicus op het gebied van de slavernijgeschiedenis van Nederland is op dit moment zonder meer de Leidse universitair docent Karwan Fatah-Black. In november 2021 verscheen zijn boek Slavernij en beschaving, een felle aanklacht tegen wit Nederland dat volgens hem nog steeds door en door racistisch is.
Fatah-Black hekelt het ‘klassieke verhaal’ over slavernij, dat is opgetekend door de door hem bekritiseerde historici Henk den Heijer en Piet Emmer, die de geschiedenis van de trans-Atlantische slavernij contextualiseren en – in het geval van Emmer – bagatelliseren. Volgens Fatah-Black heeft het Westen een verkeerd zelfbeeld. Niks beschaving en Verlichting: het Westen is schuldig. Het christendom deed onvoldoende tegen de slavernij en veel kerkvaders verdedigden deze onmenselijke praktijken. En was het niet de Griekse filosoof Aristoteles die slavernij beschouwde als een belangrijk fundament van een beschaafde maatschappij? Ook is de afschaffing van slavernij niet te danken aan de abolitionisten, aldus de wetenschapper, maar aan de tot slaaf gemaakten zelf die in opstand kwamen tegen hun meesters.
Fatah-Blacks j’accuse is een must read voor iedereen die zich in het Nederlandse slavernijdebat verdiepen wil. Een debat dat mede door deze wetenschapper met activistische inslag is aangezwengeld.
De geschiedenis van de slavernij. Van Mesopotamië tot moderne mensenhandel door Dick Harrison (Omniboek, 2019)
Een gans andere toon heeft het maar liefst 720 pagina’s tellende boek De geschiedenis van de slavernij van de Zweedse historicus Dick Harrison. Hij begint zijn verhaal met de slavernij in de bronstijd en de klassieke oudheid, en belandt via de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd in het heden.
Harrison bespreekt de grote lijnen, maar illustreert zijn verhaal ook met fragmenten uit dagboeken en brieven, zodat zijn verhaal de menselijke kant van deze onmenselijke geschiedenis ook laat zien. Voor deze Nederlandstalige editie voegde Harrison hoofdstukken toe over de voormalige Belgische kolonie Congo en de voormalige Nederlandse koloniën Indonesië en Suriname.
De Zweedse historicus laat zien dat de positie van slaafgemaakten per tijd en regio verschilt, maar ook afhankelijk was van de taken die ze moesten verrichten. Plantageslaven hadden een hele andere positie dan huisslaven. Soms konden ze zelfs grote macht verwerven, zoals de slaafsoldaten van het Ottomaanse Rijk.
Uiteraard krijgt de trans-Atlantische slavenhandel veel aandacht, maar Harrison vindt dat we ons hier niet exclusief op moeten richten. Want dan blijft ‘negentig procent van de slavernijgeschiedenis buiten beeld’.
Kerk, kolonialisme en slavernij. Verhalen van een vervlochten geschiedenis door Bente de Leede en Martijn Stoutjesdijk (KokBoekencentrum, 2023)
Nederlandse kerkhistorici besteedden lange tijd amper aandacht aan de slavernij. De focus lag op dogmatische kwesties en kerkelijke schisma’s. Maar het maatschappelijke debat over racisme en slavernij heeft nu ook de kerken bereikt.
Wetenschapsorganisatie NWO verstrekte in 2022 een subsidie van 750.000 euro voor onderzoek naar hoe in Nederland het christendom werd gebruikt om de slavernij te legitimeren dan wel te bekritiseren. Dit jaar komen de eerste resultaten hiervan naar buiten. De nadruk ligt op de rol van de protestantse Nederduits Gereformeerde Kerk, die tijdens de slavernijperiode publieke kerk was en hechte banden had met de overheid.
De door historicus Stoutjesdijk en historica De Leede samengstelde bundel Kerk, kolonialisme en slavernij is een van de vruchten van dit onderzoek. Ze onderzoeken hoe het christendom, in het bijzonder het Nederlandse christendom, zich door de eeuwen heen tot de slavernij heeft verhouden. Deskundigen behandelen in deelstudies hoe de kerken op slavernij en kolonialisme reageerden, en hoezeer deze verschillende geschiedenissen met elkaar vervlochten waren.
Wij slaven van Suriname door Anton de Kom (Atlas Contact, 2020)
Uitgeverij Atlas Contact gaf drie jaar geleden het in 1934 gepubliceerde Wij slaven van Suriname van de communistische activist Anton de Kom opnieuw uit. De in 1898 in Paramaribo geboren de Kom behaalde zijn boekhoudersdiploma en werkte daarna een tijdje voor de Balata Compagnie. De Kom trok zich het lot van creoolse arbeiders aan die voor dit bedrijf rubber moesten oogsten. Hij besloot daarom ontslag te nemen en emigreerde in 1920 naar Nederland. Daar kwam hij in contact met Indonesische revolutionairen, die bij hem het revolutionaire vuur aanwakkerden. De Kom ging schrijven voor De Communistische Gids, een orgaan van de Communistische Partij Holland. Hij keerde zich tegen het kolonialisme en kwam op voor de rechten van zwarte arbeiders.
In 1932 keerde De Kom voor korte tijd terug naar Suriname. Hij werd in februari 1933 gearresteerd, toen hij een lijst met klachten wilde aanbieden aan het koloniale bestuur. Zijn aanhangers eisten daarop zijn vrijlating, maar de politie besloot met scherp te schieten, met twee doden een tweeëntwintig gewonden tot gevolg. Ruim drie maanden zat De Kom in de gevangenis, voordat hij naar Nederland werd gedeporteerd.
In 1934 schreef De Kom Wij slaven van Suriname, een felle aanklacht tegen de uitbuiting van Suriname door Nederland, tijdens de slavernij en het tijdperk der ‘vrijheid’. Hoewel het boek gaat over de onderdrukking van zwarte mensen door witte mensen is zijn pamflet niet zwart-wit. Zo schrijft De Kom ook over een hartelijke ontmoeting met een witte stoker, die door de kolen en het vuur die het stoomschip voortstuwen zwart is geworden. ‘Als hij halfweg de bak is wuift hij naar mij en de kinderen. In het zwart van zijn gezicht lachen het wit van zijn ogen en de blanke rij tanden. Ook dat is overal hetzelfde en overal schoon, de makkerschap der proletariërs en hun liefde tot vrijheid.’
Rotterdam in slavernij door Alex van Stipriaan (Boom, 2020)
Dit 496 pagina’s tellende boek Rotterdam in slavernij van Van Stipriaan is het resultaat van twee jaar onderzoek. In de kleine geschiedenissen van honderden individuen maakt hij duidelijk hoe het complexe slavernijsysteem werkte en veranderde en wie er bij dit systeem betrokken waren. Naast kooplieden, regenten en plantage-eigenaren waren ook vele gewone Rotterdammers bij het slavernijsysteem betrokken, zoals bijvoorbeeld de havensjouwers. ‘Rotterdam zat tot over zijn oren in de slavernij’, is de conclusie dan ook.
Slavernij was niet normaal. Ook in de zeventiende en achttiende eeuw niet. Zo was in Nederland zelf slavernij verboden en waren zwarte mensen hier vrij, hoewel ze wel veel bekijks trokken. Ook was er, vanaf eind achttiende eeuw, verzet. Een belangrijke rol speelden vrouwen, die volgens Van Stipriaan zo niet alleen aan de emancipatie van tot slaafgemaakten werkten, maar ook aan die van henzelf.
Het heden bevat nog steeds sporen van de slavernijgeschiedenis. Niet alleen in gebouwen, maar ook in de mensen. Eén op de acht Rotterdammers heeft voorouders die tijdens de trans-Atlantische slavenhandel tot slaaf zijn gemaakt. Dat is meer dan in welke stad in Nederland dan ook. Rotterdam telt ongeveer evenveel Surinaamse inwoners als Amsterdam, maar er wonen drie keer zoveel Antillianen. Bovendien wonen er in Rotterdam veel Kaapverdianen, met wortels in de Portugese slavernij.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!