3.3 C
Amsterdam

Liever geen exclusieve feestjes meer in het Rembrandtpark. ‘Iedereen is welkom’

Tayfun Balcik
Tayfun Balcik
Journalist en historicus.

Lees meer

Amsterdam wil van het Rembrandtpark een ontmoetingsplek maken voor bewoners binnen en buiten de ‘ring’. De sociale scheidslijn die er nu is, vanwege toenemende gentrificatie, moet verdwijnen. Afgelopen weekend vierde het park zijn vijftigjarig bestaan met een buurtfeestje.

Gentrificatie is een duur woord voor rijkere mensen die armere mensen uit de stad of een buurt verdringen. Het Rembrandtparkfestival heeft als doel dat mensen uit verschillende buurten met verschillende etnische en sociaaleconomische achtergronden elkaar ontmoeten.

Met een gratis festival én een volksmarkt waar bewoners ouwe meuk kunnen verkopen, lijkt deze missie in eerste instantie geslaagd. De Kanttekening dompelt zich onder de kraampjes van het Rembrandtparkfestival en spreekt de marktmensen.

De eerste stop is bij het initiatief van stadsdorpen. ‘We willen binnen de anonieme stad, dorpjes maken’, vertellen stadsdorpers Mieke en Paula enthousiast. ‘Het is een initiatief waar mensen elkaar ontmoeten, leuke dingen doen en helpen als het nodig is. Inmiddels zijn er drieëndertig stadsdorpen in heel Amsterdam. Alleen in deze buurt, Nieuw-West, zijn er heel weinig,’ zegt Mieke.

Op de vraag hoe divers die clubjes zijn reageert Paula dat ze niet divers zijn qua kleur, maar wel in seksuele voorkeur. ’Voor mannen en vrouwen’, voegt ze daaraan toe en vertelt verder dat ze niet weet hoe ze Amsterdammers van kleur kan bereiken. ‘Ze geven zich wel vaak op, en dan doen ze één keer mee, met eten bijvoorbeeld, en daarna haken ze af. Maar nu zijn er bij ons in de Postjesbuurt en in de Baarsjes al veel plekken, zoals het Hudsonhof en de Tagerijn, waarvan ik denk dat mensen met een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse achtergrond zich meer thuis voelen’.

In het kraampje naast die van stadsdorpen staat mevrouw Balcik (moeder van) kleren te verkopen. ‘Misschien moeten we je oude spijkerbroeken voor 5 euro wegdoen, anders verkopen we niks vandaag’, zegt ze tegen de ondergetekende in het Turks.

‘Wij verkopen lavendeldingen!’, roepen kinderen twee kraampjes verderop uit volle borst. Ze noemen zichzelf Lovendel en verkopen zelfgemaakte lavendelflesjes en zakjes. ‘Maar ook cake!’, zegt een hoogblonde jongen onder hen. Spotgoedkoop ook. Een euro voor een cakestuk. En 3 euro voor het flesje. De Kanttekening wenst de groep met de ludieke naam succes en adviseert ze misschien ook ‘gegentrificeerde prijzen’ toe te passen. Dus 2 euro voor een plakje cake en 5 euro voor de flesjes.

De volgende stop is het kraampje van wooncoöperatie Eureka van de Kolenkitbuurt. Marina Slabbers vertelt dat ze honderd ‘multigenerationale woningen’ gaan bouwen. ‘Dus jong en oud door mekaar. We gaan veel delen, duurzaam bouwen. We hebben nu 55 leden, uiteindelijk moeten dat er dus ongeveer 100 zijn. Ons voorlopig ontwerp is goedgekeurd door de gemeente. Over anderhalf jaar verwachten we dat de eerste spade in de grond gaat,’ aldus Slabbers.

‘Wij hadden graag sociale huurwoningen gewild, maar de gemeente heeft dat niet vrijgegeven. Dus dan kom je in de middenhuur terecht.’

Slabbers vertelt dat ze de huur zo laag mogelijk proberen te houden. 810 euro ongeveer. ‘En dan hopen we dat de regering straks eindelijk met een huurtoeslagregeling voor de middenhuur komt.’

Eureka moet selectief zijn qua ledenbestand, aldus Slabbers. ‘Niet iedereen die zegt ‘doe mij maar een woning’, die kan er in. Je moet wel onze peilers ondersteunen. Het gemeenschappelijke vooral.’

Op de flyer staat onder meer dat de woningen ‘zo divers zullen zijn als de groep wil zijn’. Hoe divers is dat qua kleur?

‘We hebben één Turk’, zegt Slabber glimlachend. ‘We willen heel graag divers zijn. We zijn ook veel in de buurt bezig, we proberen alles zo divers mogelijk te doen, maar zijn nog steeds zo wit als het maar kan. Het komt deels, omdat sociale huurwoningen niet mogelijk zijn bij onze wooncoöperaties’.

Maar Slabbers wijst erop dat er inmiddels ook Turken en Marokkanen zijn die wat meer verdienen en dat veel mensen nog moeten wennen aan het idee van gemeenschappelijk wonen. ‘Je kan het ook niet forceren. Dat gaat gewoon niet. Iedereen vindt het toch ergens het prettigst in de eigen bubbel. Dat is nou eenmaal zo. Ik denk overigens als het pand er staat, en we willen ook een moestuin met de buurt gaan maken, dat mensen komen koken bij ons’, sluit Slabbers af.

Mevrouw Balcik heeft inmiddels al een oude jas, schoenen en T-shirts van haar zoon verkocht. De teller staat na twee uurtjes volksmarkt op 55 euro. Een kraampje verderop wil er nog iemand praten, maar wel anoniem.

‘Ik doe hier aan mee om ook andere volksmarkten te promoten. Het is voor ons gewoon heel fijn dat we hier een zakcentje kunnen verdienen. Ik doe het gemiddeld één keer per maand. Het levert niet zoveel op. Maar ik heb het wel nodig.’

Op haar tafel zijn er kleine schilderijtjes, vazen en nog wat vintage kleding te zien. ‘Alles is onbetaalbaar geworden’, vervolgt ze. ‘Ik hobby heel graag en doe aan knutselen. Maar dat is voor de meeste mensen ook bijna niet meer te betalen.’

Het is voor haar vooral de laatste zes maanden echt nijpend geworden, vertelt ze. ’Je moet echt uitkijken in de supermarkt. De prijs van frituurolie is ook als een raket gestegen. Maar gelukkig zijn er initiatieven als Too Good To Go tegen voedselverspilling. Op de markt kunnen we dan daar gratis onze groente halen.’

In de wachtrij voor een kopje koffie heeft Bedel Bayrak eindelijk tijd om te babbelen. Hij is een Koerdisch-Nederlandse programmamaker van Ru Paré en organisator van het festival.

‘In het kader van het vijftigjarige bestaan van het Rembrandtpark wilden wij de buurt betrekken bij het festival en het park, dus met kraampjes waar mensen van alles kwijt kunnen. We hebben een podium en spelletjes voor de kinderen. Circus en oud-Hollandse spelletjes. Mensen kunnen zelfs een uur lang sporten met personal trainers. Als je zo om je heen kijkt, lijkt de missie geslaagd. Het wordt steeds drukker.’

Hoe zit het met gentrificatie? En gescheiden werelden? ‘Wij zien het Rembrandtpark niet als een sociale scheidslijn, maar juist als een plek waar de verschillende buurten bij elkaar kunnen komen’, zegt hij.

‘We wilden dat het een buurtfeestje werd met betaalbare prijzen. Het is in die zin wel geslaagd. Voor ons is het belangrijk dat de buurt kan meedoen. We helpen liever de kleinere ondernemers en de buurtbewoners dan grote marktpartijen.’

De laatste stop is bij de mede-organisator van het festival Suze de Lang, zij brengt nog een stoeltje voor mevrouw Balcik, die de hitte steeds minder trekt. De teller staat inmiddels op 80 euro omzet. ‘Het doel vanuit het stadsdeel is heel erg om Nieuw-West en West elkaar te laten ontmoeten, want de laatste tijden loopt het met gentrificatie natuurlijk de spuigaten uit. De Baarsjes in West is heel erg veryupt. Ik moet wel zeggen dat die wens om elkaar te ontmoeten vooral vanuit stadsdeel Nieuw-West komt.’

De Lang meldt verder dat het Rembrandtpark met festivals te vaak een exclusief feestje wordt. ‘Bij ons is iedereen welkom, als het maar betaalbaar is. Dus we hebben gezegd dat het eten rond de 5 euro moet zijn en drankjes niet meer dan 3 euro. Dat was het goedkoopste wat we konden regelen. Maar goed, water is gewoon gratis en de eerste poffertjes waren ook gratis.’

Rond half vijf wil mevrouw Balcik weg. Een mooie dag voor deze Nieuw-Westerling die op fifty-fifty basis met 50 euro naar huis gaat. Ondergetekende krijgt de andere helft. Lang leve het Rembrandtpark. Hieperdepiep hoera!

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -