10.9 C
Amsterdam

Loverboys hebben het alleen maar gemakkelijker gekregen

Joke Heikens
Joke Heikens
Journalist.

Lees meer

Loverboys dwingen kwetsbare meisjes nog immer de prostitutie in.

Nog steeds worden meisjes en vrouwen het slachtoffer van loverboys; jongens en mannen die eerst een relatie aanknopen en ze vervolgens tot prostitutie dwingen. Volgens imam Azzedine Karrat is het alleen maar eenvoudiger geworden voor de daders: ‘Met de komst van sociale media is een foto in een compromitterende positie genoeg om een meisje te dwingen.’

Vroeger moesten de daders nog moeite doen. ‘Eerst het meisje verliefd op je laten worden, een relatie beginnen en haar vervolgens overladen met dure cadeaus zodat het meisje gewend raakt aan deze levensstijl’, legt Azzedine Karrat uit. ‘Maar tegenwoordig is dat allemaal niet meer nodig. Een foto waarop meer te zien is dan wenselijk, is al genoeg. De dreiging deze aan haar ouders te laten zien en hen zo te schande te maken voor de hele gemeenschap, laat haar achter de ramen verdwijnen.’

De imam heeft zelf meerdere keren te maken gehad met loverboys, zeker toen hij een meisje hielp om uit deze wereld te komen. ‘Zij was ook nog zwanger geraakt en durfde het haar familie niet te vertellen. Omdat het meisje minderjarig was, kwam jeugdzorg erbij. Die wilden dat het meisje met haar ouders ging praten, maar dat kon ze niet. Ik heb toen met haar broer gesproken en hem op zijn verantwoordelijkheid aangesproken. Hij was achttien en hij woonde op zichzelf. Dat meisje had mensen nodig die er voor haar waren en haar hielpen, uiteindelijk is ze bij haar broer gaan wonen. De schaamte was voor haar ouders te groot.’

Volgens Karrat wordt het werk als prostituee door sommige culturen gezien als overspel en seks voor het huwelijk, wat allebei niet mag. ‘Voor veel gezinnen is het nog steeds heel erg belangrijk wat de buitenwereld van hen denkt, belangrijker dan het welzijn van de meisjes. Maar daar komt heel langzaam wat verandering in. Ik kreeg een tijdje geleden het verzoek van een aantal moeders deze praktijken expliciet te bespreken in de moskee waar ik hiervoor werkte. Dat was om meisjes hiervoor te waarschuwen, maar ook om jongens die hier mogelijk iets mee te maken hebben, te laten zien dat dit niet kan en niet mag.’

 

Fatima vertelt haar verhaal

Fatima (43) werd als meisje slachtoffer van loverboys: ‘Mijn lichaam is nooit een tempel geweest, zoals dat in de Bijbel en de Koran staat. Seks stond voor mij als kind al gelijk aan liefde. ‘Vrienden’ van mijn vader en andere jongens gaven me aandacht en zaten ondertussen aan mij. Het was een zoete inval bij ons en daar maakten mannen en jongens gebruik van. Dat begon toen ik ongeveer vier jaar was. Op mijn dertiende werd ik voor de eerste keer verkracht. Ik had verkering en ik was smoorverliefd. In mijn overtuiging dat seks liefde was, liet ik hem begaan. Maar toen hij mij zelfs verkrachtte toen ik ongesteld was, was de maat voor mij vol. Maar ik was toch smoorverliefd, hoe kon ik omgaan met die tegenstrijdigheid? Ik wilde hem en ik wilde hem niet. Die verdere keuze hoefde ik niet te maken, toen een vriendin mij meenam om haar vriend te ontmoeten, die net als ik van Marokkaanse komaf was. Dat vriendje zag zijn kans schoon, sloot ons op in zijn huis en bedreigde ons met een pistool. Wij konden geen kant op, totdat de balkondeur open was en wij van tweehoog naar beneden sprongen. Uiteindelijk spoorde hij ons op en zette ons achter het raam in Arnhem. Wij wisten niet eens wat we moesten doen! We sprongen op de bedden en trokken de gordijnen dicht, maar dat kwam ons duur te staan. We werden in elkaar geslagen en we moesten weer achter het raam.’

Daarna kwam Fatima in Haarlem terecht. Het lukte haar om te ontsnappen, maar ze werd steeds weer gevonden. Dan begon het weer van voren af aan. Uiteindelijk lukte het haar om echt te ontsnappen, waarna Fatima in Rotterdam ging wonen. ‘Daar leerde ik een hele lieve jongen kennen. Hij zei lieve dingen tegen me, hij vond me mooi en gaf me cadeautjes. Hij wilde ook met me trouwen, maar daar was geld voor nodig. Hij wist wel een manier waarop ik dat geld kon verdienen; achter het raam. Toen ik weigerde speelde hij in op mijn schuldgevoel, want hij had toch al die mooie dingen voor me gekocht? En hij wilde toch met me trouwen? Ik hield dan toch niet van hem, als ik dat niet eens wilde doen. Ik had hem blijkbaar alleen maar gebruikt. Dat zijn dingen die ze zeggen… Ik was weer zwaar verliefd en liet me ompraten. Ik kwam in Den Haag weer achter het raam terecht. Ik was zeventien jaar oud.’

Op een dag kwam een Marokkaanse man aan mijn raam staan en hij vroeg aan Fatima: ‘Meisje wat doe jij hier? Jij hoort hier niet thuis.’ Hierop antwoordde ze: ‘Mijn vriend heeft me hier gebracht en ik mag niet weg van hem’. Hij vroeg toen of ze weg wilde en hij haalde haar een uurtje later op. Zijn broer en schoonzus namen haar in huis en ontfermden zich over haar, zij zeiden ook: ‘Jij hoort daar niet thuis’. Een week later vertrok Fatima naar Alphen, waar ze weer werd ingepalmd, met dezelfde mooie verhalen, cadeautjes en etentjes. Ze kwam Amsterdam terecht op de Wallen, waar het wel erg druk was. ‘Ik wist eigenlijk niet goed wat ik aan het doen was. Waarom was ik daar? Uiteindelijk lukte het me definitief te ontsnappen toen ik terugging naar mijn moeder in Alphen aan den Rijn en daar een paar maanden ondergedoken bleef. Mijn familie wist niets van het werk dat ik deed. Nou ja, volgens mij wisten ze het wel, maar er werd niet over gepraat. Want ze vonden het wel fijn om mijn geld te gebruiken. Ik had met dat werk best veel verdiend. Maar ze vroegen nooit waar ik al dat geld vandaan had, of ik een baantje had. De schaamte was voor mij ook te groot om het te vertellen. Ik kon dit mijn familie gewoon niet aandoen, maar tegelijk waren zij er ook niet voor mij.’

Toen Fatima na een paar maanden naar Rotterdam vertrok en weer in een café terechtkwam, leerde ze zakenmannen kennen. ‘Met die ene kreeg ik een relatie, alleen had hij een gezin en kinderen. Hij was ook dertig jaar ouder. Ik moest hem loslaten en dat lukte door in Leiden te gaan wonen en een eigen café te beginnen.’

 

Obsessieve liefde

Fatima wist niet wat echte liefde was, want dat had ze nooit van haar ouders gehad, vertelt ze. ‘Ik had alleen maar aandacht gehad waar misbruik op volgde. Het was heel moeilijk voor mij om liefde, houden van, te onderscheiden van misbruik. Ik was ook heel obsessief verliefd, zo verschrikkelijk erg, dat ik dacht dat er geen leven was zonder deze mannen. Dat was ook waardoor ik zo gemakkelijk in hun val werd gelokt. Ik wilde alles wel voor ze doen, als ze mij hun ‘liefde’ maar niet afnamen. Het heeft me veel tijd en therapie gekost om daarvan los te komen. Ik heb nog wel een vriendje gehad, maar die bleek getrouwd te zijn. Dat was net een tegenslag te veel voor mij.’

Ze werd verschrikkelijk negatief, ook al had Fatima op dat moment een goede baan bij justitie waar ze zich in twaalf jaar had opgewerkt tot hoofd van de administratie. ‘Die baan maakte mij niet gelukkig waardoor ik steeds negatiever werd. Ik kwam in de ziektewet terecht en na een paar niet passende therapeuten, kwam ik bij een spiritueel psycholoog terecht. Met haar had ik wel een goede klik. Zij liet me naar binnen kijken en me voelen wat er aan de hand was. ‘Wat voel je en wat kun je hieraan doen? Heb jij ook iets gedaan waardoor het dit geworden is en kun je daar wat aan veranderen? Of kun je een volgende keer dingen anders aanpakken?’ Dat bracht bij mij heel wat te weeg en in 2012 nam ik ontslag, want ook de baan bij justitie deed mij geen goed meer. Ik wilde dan liever geen baan. Voor mij was het belangrijker om iets maatschappelijks te doen en iets voor mijn medemens te doen.’

Dat was voor Fatima ook de tijd om zich los te maken van haar familie. ‘Ik heb me altijd laten gebruiken, voor het geld. Ze wisten echt wel waar het vandaan kwam, maar het kwam hen goed uit dat ik genoeg had. Ze stonden altijd met smoesjes voor mijn deur ‘De deurwaarder komt beslag leggen, heb jij even tweeduizend gulden voor mij’. Van dat geld zag ik niets terug. Ze vroegen me ook nooit hoe ik aan al dat geld kwam. Het heeft me vijf jaar gekost om mijn familie los te laten, om emotioneel los te komen. Toen was ik zover dat het mij niet meer raakte als ze vervelende opmerkingen maakten en mij de schuld probeerden te geven.’

Fatima heeft zich laten omscholen tot life-coach en organiseert ieder jaar een vrouwendag op 8 maart, waar heel veel stands staan en waar vrouwen alle mogelijke hulp en ondersteuning kunnen vinden. In 2016 heeft ze in Alphen bovendien het vrouwenzwemmen heringevoerd. Zo maakt ze zich sterk voor de vrouwen in Alphen en dan vooral de vrouwen met een buitenlandse afkomst. ‘Het contact tussen hen en de hulpverlening verloopt enorm moeizaam en daar probeer ik bij te helpen. Ik werk ondertussen ook als begeleider van vluchtelingen, dit zijn alleen maar jongens die erg veel moeite hebben met het op de rit krijgen van hun dagelijks leven. Bij bijna alle jongens is het me gelukt om hen naar school te krijgen. Het is een zwaar proces geweest om van geen nee durven zeggen naar zelfacceptatie te komen, maar het was het waard. Ik maak nu een verschil, het werk dat ik doe doet ertoe!’

Taboe

Praten helpt om het taboe te doorbreken. ‘De schaamtecultuur is enorm’, analyseert Karrat. ‘Maar als jouw kind wel veel geld heeft en geen baan, dan moet je daar toch over in gesprek gaan? Dat is het enige wat helpt om dat taboe te doorbreken. Praat er over! Seks voor het huwelijk en overspel is in veel culturen een zonde, maar er is ook nog zoiets als genade, je kunt terugkeren. Dat geldt niet alleen voor mannen, maar ook voor vrouwen. En daarbij kiezen vrouwen doorgaans niet voor dat wereldje, niemand denkt als kind: ‘Ik wil later prostituee worden!’ Het doodzwijgen of net doen alsof het er niet is, maakt niet dat het stopt of overgaat, daarvoor moet je in actie komen.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -