De meeste Nederlanders van kleur wonen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht en hebben weinig op met het platteland, zo is het beeld. Maar dat ligt genuanceerder, blijkt uit de verhalen van Zouhair Saddiki en Cissy Joan, biculturele Nederlanders die buiten de grote steden wonen. ‘Nederlanders in de provincie zijn minder individualistisch, net als Marokkaanse Nederlanders.’
Al langere tijd gaat het publieke debat over de kloof tussen ‘stad’ en ‘platteland’, een tegenstelling die dankzij de electorale doorbraak van de BoerBurgerBeweging bij de Provinciale Statenverkiezingen van 15 maart pregnanter is geworden. Deze kloof hangt samen met andere tegenstellingen. Zo schreef NRC dat de kiezers van BBB ‘relatief oud’ en ‘gemiddeld lager opgeleid’ zijn. Daarnaast wordt de kloof tussen stad en platteland in verband gebracht met de kloof tussen links en rechts, progressief en conservatief én multicultureel versus nationalistisch.
In dat beeld vreest het rechtse, conservatieve, nationalistische platteland dat de Randstad, in het bijzonder Amsterdam, haar progressieve, multiculturele ‘woke’-waarden wil opdringen. Deze tegenstelling werd heel zichtbaar tijdens de Zwarte Piet-discussie, toen Kick Out Zwarte Piet-activisten – zwart en wit – in 2017 met de bus naar Friesland afreisden voor hun jaarlijkse demonstratie bij de landelijke intocht van Sinterklaas – dat jaar in Dokkum. Tegendemonstranten – later bekend als ‘blokkeerfriezen’ – hielden hen op de snelweg tegen.
‘Band met Nederlandse boeren’
Maar hoe ervaren Nederlanders van kleur uit de provincie deze tegenstellingen? In hoeverre voelen zij afstand tot de Randstad, tot Amsterdam? En in hoeverre kunnen zij zich identificeren met de stem van het platteland, van de provincie?
Hogeschooldocent economie Zouhair Saddiki woont in Gouda, een stad in de Randstad, die onderdeel is van de protestants-christelijke bijbelgordel. ‘Eigenlijk zijn er best veel overeenkomsten tussen Marokkaanse Nederlanders en Nederlanders uit de provincie’, observeert hij. ‘De belangrijkste is dat beide groepen wantrouwen koesteren tegenover de overheid. ‘Wat moeten ze nu weer van ons?’, is het gevoel dat veel Marokkanen hebben, maar ook veel autochtone Nederlanders van het platteland.’
Daarnaast is er de sterke focus op traditionele familiewaarden, vervolgt Saddiki. ‘Nederlanders in de provincie zijn minder individualistisch, net als Marokkaanse Nederlanders. Sowieso hebben veel Marokkaanse en Turkse gastarbeiders een sterke band met het platteland, omdat velen van hen boer waren in het land van herkomst.’ Die affiniteit met het boerenleven herkent Saddiki ook in zijn eigen familie. ‘Om de week haalde ik met mijn grootvader altijd een levende kip op bij de boer, in plaats van bij de Marokkaanse winkel of de supermarkt. We hadden een relatie met de Nederlandse boeren.’
‘Racisme is overal’
Zangeres, spoken-word-dichter en cultureel ondernemer Cissy Gressmann, beter bekend onder haar artiestennaam Cissy Joan, maakt zich hard voor de Afro-Caribische cultuur in de stad Groningen, onder andere als lid van de werkgroep Dia di Tula Groningen, vertelt ze. ‘De demografie in Groningen is anders dan in Amsterdam of Rotterdam. Het is hier minder multicultureel. Maar dat betekent niet dat we hier lopen te slapen. In Groningen is de African Caribbean Student Community actief, die zich inzet voor (internationale) studenten. En je hebt B.L.O.G. (Black Ladies of Groningen), een safe space community voor zwarte vrouwen, die onder meer evenementen organiseert, waaraan momenteel meer dan tweehonderd vrouwen verbonden zijn. Verder wordt er jaarlijks een voetbaltoernooi georganiseerd door welzijnswerker Samuel Toure: de Africa Cup Multi. Ten slotte is er stichting Brisa, het beraad van Caribische Nederlanders die in Groningen wonen. Ons culturele kapitaal wordt hier niet gezien, maar het is er wel. Als ik zwarte artiesten wil boeken, dan is er minder keus dan in Amsterdam. Maar ze zijn er wel.’
Ze laat een relativerend geluid horen. ‘Racisme is overal, in de Randstad en ook hier. De ruimte om het gesprek te voeren is echter niet overal hetzelfde. In de Randstad, met name in Amsterdam, heb je groepen die deze ruimte al hebben geclaimd. Maar tegelijkertijd wordt onderschat wat mensen van kleur in de provincie doen, wat ze hier hebben bereikt. Ze denken in de Randstad dat we hier achterlopen, maar hier is ook expertise.’
De woordkunstenares, die Curaçaose, Surinaamse en Drentse roots heeft, voelt zichzelf helemaal Groninger, vervolgt ze. ‘Ik noem mijzelf weleens Groningalist in plaats van nationalist’, vertelt Cissy Joan met een vette knipoog. Ze stemde op 15 maart geen BBB, maar snapt het sentiment van deze partij wel. ‘Den Haag denkt minder aan de provincie. De landelijke overheid houdt weinig rekening met de stad en de provincie Groningen. Denk aan de aardbevingen. Of wat er in Ter Apel gebeurt. Dat is voor de politici in Den Haag ver van hun bed. En ook voor de journalisten. Als er iets in Groningen gebeurt dan haalt dit niet snel de media. Gebeurt het de Randstad, dan natuurlijk wel.’
‘BBB niet xenofoob’
Zouhair Saddiki vindt ook dat Den Haag de provincie te vaak in de steek laat. ‘De krimpregio’s worden vaak vergeten. Den Haag geeft alleen geld aan de grote steden. Het metronetwerk in de Randstad loopt gestroomlijnd, maar buslijnen in de regio worden wegbezuinigd. Dat is niet goed.’
‘Mensen vragen mij wel eens waarom ik niet naar Amsterdam ben vertrokken. Maar ik voel mij Groninger’
Volgens Sadikki heeft dit alles eraan bijgedragen dat BBB ook stemmen van Nederlanders van kleur heeft gekregen. En ook dat Denk Overijssel haar achterban opriep om op 15 maart BBB te stemmen. ‘Dat zou Denk niet hebben gedaan als BBB een xenofobe partij was geweest. Caroline van der Plas is populistisch en rechts, maar heeft geen hekel aan moslims of zwarte mensen. Ze lijkt een nieuw rechts alternatief voor Mark Rutte te worden. Of dat lukt is maar de vraag natuurlijk, want Rita Verdonk hoopte dat ooit ook te doen.’
Saddiki heeft kritiek op het automatisme van de progressieve partijen, die volgens hem te gemakkelijk meenden dat de ‘allochtonen’ toch wel op hen zouden stemmen. ‘Van huis uit ben ik met de PvdA opgevoed, die traditioneel opkomt voor migranten. Maar de progressieve standpunten van linkse partijen zijn niet populair bij de moskeeën. In de moskee waar ik kwam, werd er gepreekt tegen het verplichte donorschap, omdat dit in strijd is met de islam. D66, mijn partij, wil dat iedereen automatisch donor wordt, maar dit standpunt ligt onder moslims erg gevoelig.’
De economiedocent voelt zich een beetje met het platteland verbonden, en een beetje met de stad. Gouda is een middelgrote stad, in de Randstad, maar ook onderdeel van de Bible Belt. ‘Ik voel mij thuis in een klein dorp, maar ook in de grote stad. Ik ben niet heel honkvast. Mijn ouders ook niet. Ze vinden het heel fijn – typisch Hollands – om door het platteland te fietsen.’
Cissy Joan voelt zich een ‘stadjer’ – zo worden de inwoners van de stad Groningen ook wel genoemd – en piekert er niet over om naar de Randstad te verhuizen, zegt ze. ‘Mensen vragen mij wel eens waarom ik niet naar Amsterdam ben vertrokken, of naar een andere stad in West-Nederland. Maar ik voel mij Groninger. Ik heb hier kansen gekregen, die ik misschien niet elders zou hebben gekregen. Dit is mijn stad. Groningen is echt een magische stad. De sfeer hier is fantastisch. Je moet echt met een flinke pot met geld komen, om te zorgen dat ik verhuis naar Amsterdam, naar een Grachtengordelpand. Maar als ik zo’n pand krijg, dan verkoop of verhuur ik die, en ga ik in Groningen een huis kopen. Wel eentje die aardbevingsbestendig is natuurlijk.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!