6 C
Amsterdam

Moslima’s gaan huiselijk geweld te lijf met een religiesensitieve aanpak

Fitria Jelyta
Fitria Jelyta
Journalist.

Lees meer

Vandaag is de Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen. We spraken (moslim)vrouwenorganisaties over hoe zij huiselijk geweld tegen moslima’s tegengaan. ‘We willen moslimvrouwen vooral bewust maken van hun rechten.’

De Verenigde Naties riepen de eerste dag tegen vrouwengeweld uit op 25 november 1993, ter nagedachtenis van drie Dominicaanse activistes die in 1960 op brute wijze werden vermoord. Sindsdien haken mensenrechten- en vrouwenrechtenorganisaties op 25 november aan met campagnes en informatiedagen voor meer bewustzijn rondom geweld tegen vrouwen. Zo ook de Nederlandse moslimvrouwenorganisatie Al Nisa.

Jaarlijks organiseert Al Nisa de cursus ‘Vrouw en Islam’ voor moslima’s die kennis willen opdoen over de islam en maatschappelijke thema’s. Ook deelt de stichting informatie op haar social mediakanalen over onderwerpen als vrouwelijk leiderschap en weerbaarheid. Op de Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen houdt Al Nisa een live sessie op haar Instagram-account over huiselijk geweld tegen vrouwen.

‘Bij Al Nisa worden wij ook weleens gebeld door vrouwen die huiselijk geweld hebben meegemaakt of in een gewelddadige relatie zijn beland’, vertelt Al Nisa-voorzitter Esmaa Alariachi. ‘Wij zijn geen hulpverleningsorganisatie, maar we zijn wel bekend met hulpverlening, specifiek bij huiselijk geweld. Wanneer er dan een zuster bij ons aanklopt die huiselijk geweld of discriminatie heeft meegemaakt, wijzen we haar door naar de instanties die haar de nodige hulp kunnen bieden, zoals bijvoorbeeld een psychosociaal counselor, een therapeut of de noodopvang.’

Door jaarlijks activiteiten te organiseren, zoals een Nationale Vrouweniftar, biedt Al Nisa vrouwen de mogelijkheid om samen te komen en ervaringen met elkaar uit te wisselen. ‘Dat betekent ook dat wij als moslimvrouwenorganisatie een rol hebben in het bespreekbaar maken van de taboes rondom huiselijk geweld en andersoortig geweld tegen vrouwen.’

Binnen moslimgemeenschappen is geweld tegen vrouwen een zeer gevoelig onderwerp, weet de Al Nisa-voorzitter. ‘Daarom willen we moslimvrouwen met onze cursus Vrouw en Islam vooral bewust maken van hun rechten. Dat ze niet omwille van het geloof in een situatie moeten blijven waarin ze ongelukkig zijn, of in een huwelijk waarin ze worden mishandeld door hun partner.’

‘Bij jonge moslimvrouwen komt echtscheiding vaker voor dan bij de eerste generatie moslims, en daar kijkt men tegenwoordig minder van op’

Alariachi merkt wel een verandering in de houding van moslimvrouwen over huiselijk geweld. ‘Vooral de tweede en derde generatie Nederlandse moslima’s hebben, in tegenstelling tot hun migrantenouders, een hoge opleiding genoten en verdienen een eigen inkomen’, zegt zij. ‘Ze zijn in veel gevallen niet afhankelijk van het inkomen van hun echtgenoten, en hoeven daardoor niet in een schadelijke relatie te blijven om te kunnen overleven. Dat is wel anders geweest bij de eerste generatie. Bij jonge moslimvrouwen komt echtscheiding vaker voor dan bij de eerste generatie moslims, en daar kijkt men tegenwoordig minder van op.’

Religiesensitieve hulp

Dat geweld tegen vrouwen een gevoelig onderwerp is binnen moslimgemeenschappen weet ook de Egyptisch Amerikaanse moslimgeleerde Dalia Mogahed. Volgens haar worden vrouwenonderdrukking en geweld tegen vrouwen binnen moslimgemeenschappen in rechtse en in sommige seculiere kringen toegekend aan de islam. Dat schrijft zij in een paper uit 2017. Wanneer een moslimvrouw slachtoffer wordt van geweld binnen de moslimgemeenschap, dan wordt dat bestempeld als ‘eerwraak’ met de islam als oorzaak, schetst zij. Dat terwijl hetzelfde gruwelijke geweld tegen vrouwen in seculiere kringen wordt bestempeld als ‘huiselijk geweld’. Aan de andere kant erkent zij dat sommige moslims Koranverzen – al dan niet opzettelijk – verkeerd interpreteren.

Mogahed wijst op de controversiële Koranvers 34, in de Soera An-Nisa (De vrouwen): ‘Mannen zijn de beschermers en onderhouders van vrouwen, omdat Allah de één boven de andere heeft gesteld en omdat zij uitgeven uit hun middelen. Daarom zijn de goede vrouwen vroom en gehoorzaam en in afwezigheid van hun man waken zij over wat Allah hen bevolen heeft te bewaken. En wat betreft hen (echtgenotes) waarvan jullie ongehoorzaamheid vrezen: waarschuw hen (eerst), weiger (vervolgens) het bed met hen te delen, en (als dat niet helpt) slaat hen (licht). Indien zij weer gehoorzaam zijn, zoek dan niets tegen hen. Waarlijk, Allah is Verheven, Groots.’

In haar paper beschrijft Mogahed dat dit vers niet zomaar één-op-één kan worden toegepast in het dagelijkse leven. De interpretatie moet worden overgelaten aan moslimgeleerden die hun levens hebben gewijd aan het bestuderen van de heilige teksten, de context en tijdsgeest waarin ze werden geopenbaard. Daarnaast kunnen Koranverzen niet los worden gezien van de Hadith – overleveringen – van de profeet Mohammed. In verschillende overleveringen blijkt dat de profeet geweld tegen vrouwen verafschuwt en daar ver van wegblijft, aldus Mogahed. Juist het gedrag en Sunnah – de gebruiken – van de Profeet Mohammed wegen zwaar als voorbeeld waarnaar moslims dienen te streven, stelt zij.

Om geweld tegen vrouwen bespreekbaar te maken binnen moslimgemeenschappen is een cultuur- en religiegevoelige aanpak daarom vereist, vindt Aziyme Akgun. Zij is oprichter en projectleider van projectbureau Productielab, een stichting die zich richt op de ontwikkeling en uitvoering van projecten met sociaal-maatschappelijke thema’s die vrouwen aangaan. Ze werkt samen met de gemeente Amsterdam om de bewustwording rondom huiselijk geweld tegen vrouwen in West te vergroten.

‘In dit project heb ik mij niet specifiek gericht op moslimvrouwen. Het is mijn doel is om een zo breed en divers mogelijk publiek aan te trekken. Maar mijn stichting werkt wel cultuur- en religiesensitief. Dat betekent dat ik rekening houd met iemands geloof en culturele achtergrond voordat ik voorstellen aandraag om ze te kunnen assisteren bij de hulpvraag’, zegt Akgun.

Het project over de bewustwording rondom huiselijk geweld tegen vrouwen bestaat uit drie delen. Eerst gingen de vrouwen naar een fototentoonstelling waarin slachtoffers van huiselijk geweld en hun hulpverleners werden gefotografeerd. Hun verhalen besprak Akgun dan samen met vrouwen die zich hadden ingeschreven voor het project. Daarna volgde een verdiepingsslag in verschillende themabijeenkomsten over fysiek, emotioneel en psychisch geweld. Ook over financiële uitbuiting en seksueel geweld van vrouwen werd gesproken.

Ten slotte worden alle onderwerpen samengevat en behandeld op 25 november. ‘Tijdens deze dag staat het wegnemen van oordeel rondom huiselijk geweld centraal. We gaan het ook hebben over de kracht en zelfredzaamheid van vrouwen die huiselijk geweld hebben overleefd’, vertelt Akgun.

‘Wat ik vrouwen met dit project wil meegeven, is dat huiselijk geweld niet inherent is aan etniciteit, cultuur, leeftijd of religie. Ik wil vrouwen ook helpen beseffen dat ze er niet alleen voor staan’, gaat zij verder. ‘Toen ik de deelnemers van het project naar de fototentoonstelling bracht, vroeg ik hen: ‘Wat valt je op aan de foto’s en verhalen die je hier ziet?’ Een van de deelnemers las het verhaal van een witte Nederlandse vrouw die slachtoffer werd van huiselijk geweld. Dat verbaasde haar. ‘Dit overkomt hen toch niet? En toch zeker niet als ze hoogopgeleid zijn en een baan hebben?’ Maar de realiteit is anders. Het kan iedereen overkomen.’

‘Door niet te spreken over taboes als huiselijk geweld, houden we die in stand’

Daarnaast wil Akgun vrouwen ook bewustmaken van de verschillende factoren die leiden tot geweld tegen vrouwen. ‘Door niet te spreken over taboes als huiselijk geweld, houden we die in stand. Naast cultuur- en religiegevoelig, is het ook belangrijk om geduldig te zijn bij het bieden van hulpverlening aan slachtoffers van huiselijk geweld’, zegt zij.

Akgun noemt een Marokkaans-Nederlandse deelneemster van haar project die niet over haar problemen wilde praten. Ze wilde er alleen met God over praten. ‘Dan zeg ik dat het goed is om je vuile was niet buiten te willen hangen en dat het goed is om selectief te zijn aan wie je je problemen vertelt, maar dat praten ook oplucht. Het kan je ook nieuwe inzichten opleveren. Bijvoorbeeld dat je partner misschien aan een geestelijke ziekte lijdt waardoor hij soms dingen doet waar die later spijt van krijgt’, stelt Akgun. ‘Als we met de juiste personen, of dat nu een psycholoog is of imam, de juiste gesprekken kunnen voeren, dan denk ik wel dat we koppels op weg kunnen helpen gezondere relaties te onderhouden en daarmee ook gezondere kinderen in de maatschappij groot te brengen.’

Met dit project wil Akgun vrouwen helpen eerder los te komen van situaties waarin geweld voorkomt. ‘Dat een vrouw bijvoorbeeld niet jarenlang hoeft te wachten voor ze haar problemen aanpakt of echtgenoot verlaat, uit angst voor haar omgeving of uit angst dat ze niet alleen zou kunnen overleven’, zegt zij. ‘Ik denk dat ik ook mijn doel heb bereikt als ik de heersende stigma’s doorbreek voor vrouwelijke slachtoffers. Dat we meer begrip tonen voor verschillende vrouwen die huiselijk geweld hebben meegemaakt, in plaats van dat we onze meningen en kant-en-klare oplossingen op hen projecteren. Ik wil dat deze vrouwen weten dat het ook anders kan.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -