5.2 C
Amsterdam

‘Ondanks alles ben ik gelukkig’

Joke Heikens
Joke Heikens
Journalist.

Lees meer

‘Het lijkt ver van je bed. Je hebt een prima inkomen, een huis en een auto, jou kan niets gebeuren.’

Mensen die in de schuldhulpverlening terechtkomen – het gebeurt in Nederland steeds meer. Door de crisis verloren mensen hun baan, werd hun huis onverkoopbaar en daalde de waarde van dehuizen enorm. Torenhoge lasten konden niet meer betaald worden en de schuldhulpverlening was de enige oplossing. Het zijn niet meer de mensen met een gat in hun hand of de big spenders die in de problemen komen.

Ver van je bed

‘Veel mensen denken dat het hen niet kan overkomen’, vertelt Sevinch Chapkanova (34), een van oorsprong Bulgaarse vrouw die zeven jaar geleden in Nederland kwam wonen. ‘Het lijkt ver van je bed. Je hebt een prima inkomen, een huis en een auto, jou kan niets gebeuren. Maar uit de praktijk blijkt wel anders.’ Chapkanova is als hulpverleenster betrokken bij veel Bulgaren in Utrecht die de weg naar de scholen, dokters en hulpverlening niet kunnen vinden. ‘Je wilt wel belasting betalen, maar als niemand je vertelt hoe, wat kun je dan doen? Ik krijg met veel mensen te maken die van het kastje naar de muur gestuurd worden, maar vervolgens wel brieven van de belastingdienst krijgen die ze niet kunnen lezen. Het begint vaak met iets wat nog wel behapbaar is, zoals het terugbetalen van het kindgebonden budget, maar dat kan snel oplopen met boetes en toeslagen.’

Geen rekeningen meer kunnen betalen

Strahimir (44) vestigde zich in Nederland toen Bulgarije zich aansloot bij de EU. ‘Omdat ik geen werk kon vinden, startte ik mijn eigen bedrijf in klussen en schoonmaken. Ik had toen echt helemaal niets. Tussen het afval vond ik een fiets die ik opknapte zodat ik naar mijn klanten kon fietsen. Mijn bedrijf werd al snel succesvol, ik kreeg steeds meer klanten en verdiende meer geld, waardoor ik een tweedehands auto kon kopen. Dat was ook nodig, want ik kreeg steeds meer klanten die verder weg zaten. Drie jaar lang had ik het prima voor elkaar. Ik verdiende genoeg om mijn familie te onderhouden en ik betaalde belasting. Alles ging goed, tot de crisis toesloeg. Veel klanten wilden niet meer met mij werken, in de media was gesuggereerd dat Bulgaren crimineel zijn, wat helemaal niet klopt. Mijn inkomen kelderde enorm, waardoor ik mijn rekeningen niet meer kon betalen. De belastingdienst ging er nog steeds van uit dat ik tachtigduizend euro per jaar verdiende, wat ik in de goede jaren deed. Daar bleven de aanslagen op gebaseerd. Ik vroeg hulp via de buurthulp en de gemeente, maar niemand kon mij helpen. Bij de buurthulp wisten ze ook niet hoe de belasting werkt.’

Taalproblemen

Chapkanova: ‘Het probleem voor veel nieuwe Nederlanders is dat ze in een land komen dat ze niet kennen. Er zijn hier heel andere gewoontes en andere regelingen. Veel ouders gaan niet met hun kinderen naar de tandarts, omdat ze denken dat ze daarvoor moeten betalen. Soms krijgen ze hulp van mensen uit Turkije, omdat ze die taal enigszins kennen, maar die maken daar weer misbruik van. Het wordt een grote kluwen en pas als het zo erg ingewikkeld is, komen ze bij mij. De stress is voor deze mensen zo hoog dat ze er ziek van worden. Strahimir kende bijvoorbeeld best goed Nederlands, maar door alle stress is hij dat weer verleerd. Hij zou heel graag zijn bedrijf weer willen opzetten, maar voorlopig zit hij in de schuldhulpverlening en krijgt hij medicijnen tegen de stress. Hij heeft veertig euro per week om van te eten en te leven met zijn gezin.’

Opgepakt op Schiphol

Mirta (45) had flinke schulden in Nederland opgebouwd in de periode dat ze hier eerder woonde. ‘Toen ik terugkwam vanuit Sint-Maarten werd ik op Schiphol al opgepakt. De belastingdienst wilde geld van mij en ook mijn ex had van alles op mijn naam laten zetten toen ik niet meer in Nederland was. Ik kon niet bewijzen dat het niet mijn schulden waren, dus werden ze op mij verhaald. Omdat ik mijn vier kinderen bij me had, liet de douane me toch vrij. Iemand moest toch voor die kinderen zorgen? Ik kon eventjes bij familie terecht, maar dat was maar voor korte duur. Toen we op straat terechtkwamen, bracht een volledig onbekende vrouw ons naar de crisisopvang. Bij Centraal Onthaal (een organisatie die daklozen opvangt, red.) kregen we drie kamers, eentje voor mij, eentje voor mijn zonen en eentje voor mijn dochters. We deelden de keuken en sanitair met nog vier andere gezinnen. Daar woonden we anderhalf jaar en kreeg ik hulp om alles op een rijtje te zetten. Deze organisatie hielp me om in de schuldhulpverlening te komen, waarna we een eigen flat toegewezen kregen. Wat een zegen is een eigen huis dan, ik was de koning te rijk! We moeten nu van tachtig euro per week rondkomen. Mijn oudste zoon heeft werk, hij woont op zichzelf, maar mijn dochters van zeventien en negentien zijn beide zwanger. We moeten maar zien hoe we dat redden. Ik heb ook twee andere kinderen in huis genomen van moeders die zelf niet voor ze konden zorgen. Zij zijn als baby’s bij mij gekomen. Gelukkig krijg ik eten van de voedselbank en die geven ook een cadeautje wanneer een klein kind jarig is, voor de rest vier ik geen verjaardagen of Sinterklaas of kerst. Ik ben heel blij dat ik over een paar jaar van al die schulden verlost ben!’

Enorme stress

Voor mensen met problematische schulden loopt de stress hoog op. Zij kunnen nergens anders meer aan denken dan aan welke rekening nu weer binnenkomt, of er een deurwaarder voor de deur zal staan en of ze deze maand rekeningen betalen of geld voor boodschappen van hun bank halen. Dat is de realiteit voor deze mensen, dat is waar hun leven om draait. Zorg voor hun kinderen schiet er vaak bij in. Ze krijgen eten en gaan naar school, maar meer kunnen die ouders niet doen. ‘Klopt’, zegt Chapkanova, ‘hierdoor is het extra moeilijk voor hen en de kinderen om te integreren. In alle moeilijkheden zoeken ze naar makkelijke oplossingen, bijvoorbeeld in het vinden van vrienden. Dan komen ze toch in hun eigen cirkeltje terecht en trekken ze naar mensen die uit hetzelfde land afkomstig zijn. Dat bevordert de inburgering en de acclimatisering zeker niet, het brengt ze eerder verder ervan af. Dat willen ze ook niet, maar zo gaat dat. Voor mensen uit Bulgarije zou het erg helpen als er brochures en informatie in hun eigen taal beschikbaar komt, net als dat voor Turken en Polen er wel is. Het is al moeilijk genoeg om in een nieuw land te wennen; ze willen graag de gewoontes leren kennen en overnemen, maar dan moeten ze wel weten wat die zijn. Kinderen gaan hier gewoonlijk tussen zeven uur en half acht naar bed. In Bulgarije is dat na acht uur. Dat is een gewoonte die je over kunt nemen als je ervan weet.’

Wel Turks en Perzisch

Chapkanova helpt gezinnen waar ze maar kan. ‘Ik ben vierentwintig uur bereikbaar’, zegt ze.  ‘Niet omdat dat zo leuk is, maar wat moet een vrouw die een baby gaat krijgen en de Nederlandse taal niet spreekt? Dan ga ik mee naar het ziekenhuis om te helpen. Deze mensen willen wel Nederlands leren, maar het wordt ze vrij moeilijk gemaakt. Je moet beginnen met hun eigen taal en niet verwachten dat ze meteen helemaal geïntegreerd zijn en dat alleen het aanbieden van de Nederlandse taal helpt. Voor de grotere groepen immigranten, zoals uit Turkije, Iran en Irak, zijn er wel folders in hun taal. Perzisch is wel beschikbaar, maar voor Bulgaren is er helemaal niets.’ Dat geldt ongetwijfeld voor meer immigranten uit kleine landen.

Een euro per dag voor drie maaltijden

Voor de Australische Tracey (44) is het nog net niet zover dat ze in de schuldhulpverlening terecht is gekomen, maar met diverse keren warm eten voor haar kinderen en brood voor haar en haar man, komen ze eigenlijk te kort. ‘Ik heb per dag één euro voor de drie maaltijden. Dat betekent dat ik heel creatief moet omgaan met ons geld en onze behoeftes. Mijn buurman heeft konijnen die hij brood voert. Hij vertelde me dat hij iedere week brood haalt bij de bakker voor drie euro per zak. Dat is brood dat over is gebleven en dat hij niet meer kan verkopen, maar nog prima te eten is. Het mag niet voor menselijk gebruik worden verkocht, dus heb ik gevraagd of ik ook oud brood mocht voor onze konijnen. Die hebben we niet, maar we willen die bakker ook niet in de problemen brengen. De ellende begon voor ons toen het huis van mijn partner te klein bleek voor onze kinderen en we een ander huis kochten, een opknapper, dat zouden we doen van de overwaarde van het eerste huis. Dat was aan het begin van de crisis en het oude huis van mijn partner bleek opeens onverkoopbaar. We zaten acht maanden lang met dubbele lasten. Overwaarde van het huis was er niet en nu zitten we in een huis zonder cv en zonder boiler, maar we hebben warm water in de keuken. Met een slangetje hebben we dat naar de bijkeuken geleid waardoor we daar kunnen douchen. Onze verwarming is een houtkachel. De ex van mijn man besloot hem ook nog de voogdij af te willen nemen, ze wilde ook meer geld per maand en daardoor liepen de advocaatkosten op tot vijfenzeventigduizend euro. Mijn man werkt in ploegendienst en hij verdient net te veel voor allerlei toeslagen. Ik probeer ook te werken, maar als kind ben ik vertrapt door paarden, waardoor ik blijvend last heb van mijn rug. Ik brak bijna al mijn botten bij dit ongeluk en ik lag negen maanden in het ziekenhuis. Ik kan nu wel als postbode werken, maar dat betekent dat ik iedere dag vijftien kilometer moet fietsen om de post te halen en dat is gewoon niet te doen voor mij. Ik blijf om me heen kijken naar mogelijkheden. Mijn man werkt zo veel mogelijk over en we zijn bijna klaar met het afbetalen van de advocaatkosten. Ondanks dat alles kan ik volmondig zeggen dat ik gelukkig ben. Ik word iedere morgen wakker en daar ben ik heel erg blij om. Er zijn genoeg mensen die nooit meer wakker worden. Ik heb veel stress en pijn gehad vanwege al het gedoe, maar dat heb ik losgelaten. Er zijn nog veel meer dingen om over in de stress te zitten, maar ik kies ervoor om het los te laten. Ik leef en daar ben ik dankbaar voor.’

Trots

‘Het is een flinke stap voor mensen om in de schuldhulpverlening te gaan’, vertelt Chapkanova. ‘Vanaf dat moment ben je alle zeggenschap over je geld kwijt. Er worden regelingen getroffen buiten jou om en je krijgt een wekelijks budget van vijfentwintig tot veertig euro, afhankelijk van of je alleenstaand bent of een gezin. Je huur en alles wordt voor je betaald, je kunt niet meer bij je eigen rekening. Vaak komt er een bewindvoerder die jouw rekening beheert. Er wordt eigenlijk gezegd ‘Jij kunt het niet, dus doen wij het voor jou’. Dat is voor veel mensen een erg bittere pil. En daar zit trots ook nog een keer in de weg. Je wilt het zelf doen, zelf oplossen, maar soms kan dat gewoon niet meer. Mensen weten vaak ook niet dat ze regelingen kunnen treffen met hun schuldeisers. Of er komen ‘bemiddelaars’ om hen te helpen, maar die hebben daar alleen zelf voordeel bij. Ze zeggen: ‘Ik wil tienduizend euro en dan los ik jouw problemen op’. Dat betekent nog een extra schuld erbij en die hulp is doorgaans van de wal in de sloot. Dan worden er toeslagen aangevraagd waar iemand geen recht op heeft. Die toeslagen gaan dan naar een andere rekening, waardoor er fraude wordt gepleegd. De belastingdienst kijkt er niet naar of er wel eerlijk met mensen omgesprongen wordt. Dat is een groot probleem. Veel Bulgaren kennen een beetje Turks, dus die vragen iemand uit Turkije eerder om hulp. Als diegene niet eerlijk is, dan groeit het probleem.’

Vijfentwintig tot veertig euro per week

Voor wie in de schuldhulpverlening terechtkomt, is het drie tot vijf jaar lang op een houtje bijten. De casemanager maakt afspraken met alle schuldeisers voor afbetalingsregelingen. De persoon zelf moet zo veel mogelijk werken om inkomsten te hebben waarmee de schulden worden afbetaald. Je werkt dus voor je schulden. Hoeveel inkomsten je hebt, maakt niet uit. Je krijgt altijd vijfentwintig tot veertig euro per week. Het voordeel is dat je na die drie tot vijf jaar van je schulden af bent. Chapkanova: ‘Schuldeisers moeten hiermee akkoord gaan, dat wordt desnoods via de rechtbank afgedwongen. Gemeentes regelen dit, maar ook dat weet niet iedereen en de malafide schuldhulpverleners maken daar gebruik van. Uiteindelijk is iedereen een verliezer in schuldhulpverleningszaken. De schuldeisers krijgen maar een fractie van de schuld terug, de schuldenaar komt in een traject waardoor hij zijn eigenwaarde compleet kan verliezen en de gemeentes zitten met een hoop problemen die ze moeten uitzoeken. Daarbij wint niemand. En voor de persoon zelf is het een heel moeilijke periode, maar als het afgelopen is, wordt hij weer helemaal zelf verantwoordelijk voor alle betalingen. Of dat een goed idee is, is nog maar de vraag. Van de ene op de andere dag heb je dan weer beschikking over je salaris en hoef je niets meer af te betalen.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -