14.2 C
Amsterdam

Docent Indonesisch Aries van der Klis heeft opvallend veel Indo-leerlingen

Lees meer

In Nieuwe Pioniers spreekt de Kanttekening migranten met een eigen bedrijf, zoals Aries van der Klis-Indarsih. Deze docent Indonesisch leerde al zo’n tweeduizend Nederlanders haar moedertaal.

In een kantoorpand op een Bredaas bedrijventerrein zijn op een zomerse dinsdagavond acht gevorderde cursisten bijeengekomen voor hun wekelijkse Indonesische les. In een gezellig rommelig ingerichte vergaderzaal staat op de vensterbank onder meer een portret van president Joko Widodo. Daarvoor een klokje met de tekst Jam Karet (rubbertijd). De cijfers zijn zogenaamd naar beneden gevallen. Een virtueel grapje dat verwijst naar het feit dat in Indonesië tijd rekbaar is. De les begint zo ongeveer om twintig voor negen met het zingen van Sepanjang Jalan Kenangan, een populair melancholiek lied. Het gaat over afscheid nemen, met herinneringen leren leven. De mannen in de klas mompelen wat verlegen de songtekst. Twee vrouwen met een Indisch uiterlijk zingen enthousiast met hun docente mee.

Indonesisch bloed

Voor de les legde Aries uit dat ze opvallend veel cursisten heeft met een Indische achtergrond. Mensen uit de zogenoemde tweede en derde generatie, de (klein)kinderen van Indische Nederlanders die na de onafhankelijkheid vanuit Indonesië naar Nederland uitweken. Deze mensen konden het Indonesië niet vergeven dat Indië geschiedenis werd. Ze wilden niet dat hun kinderen Indonesisch leerden, vertelt de taaltrainster. Ze begrijpt die boosheid ergens wel. ‘Ze hadden een mooi leven in mijn land opgebouwd. Plots moesten ze naar Nederland, waar zij helemaal niet goed zijn opgevangen. Ze moesten helemaal opnieuw beginnen.’

Haar Indo-leerlingen vertelden Aries over het zwijgen van hun (groot)ouders over de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949). Zwijgen – soms uit schaamte ook – en hopen de oorlog te vergeten. ‘Je bent nu in Nederland, spreek Nederlands en niet langer Indonesisch.’ Die opvatting is ‘tempo doeloe’, verleden tijd. Latere generaties Indo’s willen zich nu juist in Indonesië verstaanbaar maken. ‘Ze willen zien waar opa en oma vandaan komen. Het Indonesische bloed zit in ze. Dat willen ze zelf ontdekken.’

Naast rootsreizen volgen Nederlanders om andere redenen Indonesische les. Denk aan jongeren die gaan stagelopen of studeren in Indonesië. Sommige cursisten leren de taal om er zaken te doen, beginnen een restaurant of duikschool in Indonesië. Tot slot is er een groep cursisten met een Indonesische partner. Zo zit Aries’ man af en toe bij zijn vrouw in de klas. ‘Dit project is eigenlijk mislukt’, legt ze met een schaterlach uit. ‘Hij doet beginners 1 en dan de volgende keer weer beginners 1.’ Aries’ echtgenoot blijkt een eigenzinnige leerling. ‘In Indonesië praat hij gewoon Indonesisch.’

‘Krijg je een relatie met een Indonesiër, dan moet je trouwen’

Om Aries’ liefde voor taal, het lesgeven en voor het ondernemen te begrijpen moeten we terug in de tijd. De drang om kennis over te dragen is de rode draad in haar leven. ‘Juffrouw’, luidde steevast het antwoord als je aan Aries als kind vroeg wat ze later wilde worden. Dat je dan eerst zelf de boeken in moet, zag ze al gauw in.

Schoolgeld voor zeven kinderen

Aries vertelt over haar inmiddels overleden vader, die als aannemer in de bouw van Surabaya werkte. Met moeite kon hij het schoolgeld voor zijn zeven kinderen betalen. Haar broers en zussen staakten voortijdig school en gingen werken. Ze trouwden ook op jonge leeftijd. Als een na jongste trok Aries haar lessen uit de vroege levenservaringen van haar broers en zussen. Ze toonden een leven waaraan zij juist wilde ontsnappen. ‘Is dit alles? Ze hadden na hun trouwen geen echt goed leven. Nog steeds arm. Zo’n leven wilde ik niet.’

Aries koos voor een lerend leven. De leiding van de middelbare school herkende haar talent al snel en betaalde zelfs haar beurs. Het schoolgeld dat haar vader aan Aries gaf, gebruikte ze om boeken en kleding te kopen. ‘Ik kreeg alleen iets nieuws van mijn ouders bij het Suikerfeest of moest wachten totdat mijn zussen uit hun kleding gegroeid waren.’ Haar vader wist niet dat de school Aries’ beurs betaalde. Het ontging hem eveneens dat zijn dochter een deel van ‘het schoolgeld’ weer aan zijn vrouw gaf.

Vervolgens studeerde ze Engels aan de Universiteit van Surabaya. Ze hielp er een docent die Indonesische les gaf aan Engelstalige studenten. Begin twintig was ze. ‘Hoe die man lesgaf, dat vond ik erg leuk.’ Het inspireerde haar om zelf met taal geld te verdienen: ze ging bijles geven. Ze trok na haar studie naar de toeristische hotspot Bali en vond werk als manager in een internationaal hotel.

Een van de vakantievierende hotelgasten werd haar man. Een Nederlander. Toen eenmaal duidelijk was dat ze samen een leven wilden opbouwen, stond ze voor een ingrijpende keuze. Haar man gaf aan geen geschikt werk in Indonesië te gaan vinden. ‘Je moet gewoon naar Nederland’, legde hij uit.

Aries studeerde vervolgens Nederlands op het Erasmus College in Surabaya en volgde privéles. Eenmaal in Breda leerde ze Nederlands op het ROC. ‘Na drie jaar beheerste ik de taal prima.’ En nadat ze de verplichte inburgeringscursus had gedaan kwam ze te werken bij ABN Amro in Breda. ‘Afdeling koop – en verkoop aandelen’, lacht ze. ‘Goed salaris maar niet mijn droombaan. Ik snap niks van aandelen.’

Toen ze zwanger raakte, maakte ze haar man duidelijk dat stoppen bij de bank onvermijdelijk was. ‘Ik heb geen familie hier. Ik wil nu fulltime moeder van onze zoon zijn.’ Er volgde een tweede kind en toen deze dochter naar de basisschool ging, pakte Aries het werkende bestaan weer op. Als pedagogisch medewerker ging ze voor een kinderopvang aan de bak. Leuke baan maar er kwam een crisis en massaontslag.

‘Ik wilde gewoon leren, leren en leren’

De droom om juf te worden was er rond 2008 nog steeds. Ze besloot Indonesische les aan Nederlanders te gaan geven. ‘Ik had inmiddels voldoende kennis van grammatica.’ Ze is het gewoon gaan proberen. ‘Thuis, met privéles.’ Eerst ervaring krijgen en weten waarvoor de mensen haar moedertaal willen beheersen. Ze bood de lessen goedkoop aan. ‘Ik wilde gewoon leren, leren en leren.’

Indonesische taaltraining gegeven door een Indonesische bleek een succes. Niet onbelangrijk, Aries heeft plezier in het werk. Ze geniet als mensen affiniteit krijgen met Indonesië. ‘Het is mijn taal, mijn land.’ De leerlingen bouwen een band op met de docente. Als ze naar Indonesië gaan sturen ze foto’s naar Aries of nemen iets lekkers voor haar mee. ‘Het is allemaal herkenbaar.’

Inmiddels heeft ze vijf lesboeken Indonesisch voor verschillende niveaus gemaakt en zo’n 2000 Nederlanders haar moedertaal geleerd. Om een nog betere taaltrainster te worden gaat ze zelf na de zomervakantie weer naar Nederlandse les. ‘Niveau C1.’ Ze overlegt ook altijd met haar cursisten hoe het beter kan. ‘Maar meestal ben ik beter in grammatica dan zij. Weten ze niet wat het onderwerp is van een zin of wat bijvoeglijk naamwoorden zijn.’

Trotse moslima

Aries is een trotse moderne moslima. Ze constateert dat Nederlanders zich meer focussen op het hindoeïstische Bali dan op het islamitische Java. In de les krijgt ze ook regelmatig vragen van Nederlandse mannen die een relatie hebben met een Indonesische. ‘Wat moet ik meenemen voor haar ouders? Zulke dingen willen ze weten.’ Haar uitleg is voor deze cursisten soms wat confronterend. ‘Krijg je een relatie met een Indonesiër, dan moet je trouwen. Samenwonen is niet geaccepteerd in Indonesië. Van een man wordt vaak verwacht dat hij zijn vrouw onderhoudt. Financieel, in alles eigenlijk.’

Als Aziatische vrouw in Nederland stuit ze weleens op vooroordelen. ‘Mensen willen gelijk weten hoe oud mijn man is. Ik snapte dat eerst niet, mijn man is een jaar ouder.’ Later besefte Aries dat sommige mensen denken dat een Indonesische in Nederland is omdat ze een rijke oudere man heeft gevonden. Het zit haar niet lekker. Ze bewijst immers dat ze met haar onderneming een belangrijke bijdrage aan het gezinsinkomen levert.

Vier weken per jaar in Surabaya

Aries ondersteunt dankzij de taaltrainingen ook financieel haar familie in Surabaya. ‘Sinds ik werk heb ik altijd mijn moeder gesteund.’ Toen haar moeder corona kreeg betaalde Aries een zorgverzekering en dure ziekenhuiszorg. ‘En het is mijn plicht om bij mijn broers en zussen bij te springen wanneer dat nodig is.’ In 2022 overleed haar moeder. Een jaar eerder stierf haar broer door corona.

Vier weken per jaar is ze in Surabaya. Haar familie in de Oost-Javaanse stad weet dat hun zus hard moet werken in het verre buitenland. Om misverstanden te voorkomen let ze wel op haar woorden. ‘Als ik zeg dat mijn huis twee ton kostte, hebben ze daar geen idee van, geen besef dat ik ook hypotheek betaal. Mijn familie is niet hoog opgeleid, zijn soms naïef. Maar wel lief.’

Advies aan andere nieuwkomers die willen slagen als ondernemer in Nederland? ‘Wees jezelf, leer Nederlands en wees creatief. Ik weiger om niet mezelf te zijn. Je kan iets moois creëren vanuit je eigenheid.’ Aries leerde dat alles wat je in je bagage hebt, je altijd kunt gebruiken in Nederland. ‘Juist dat is belangrijk om je hier thuis te voelen.’ Nog een advies specifiek voor vrouwelijke nieuwkomers die gaan ondernemen? Ze lacht, want het zijn dezelfde adviezen. ‘Nou ja vooruit: niet opgeven, kom voor jezelf op!’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -