11.4 C
Amsterdam

Oude geestverwanten veroordelen Baudets retoriek

Arnout Maat
Arnout Maat
Eindredacteur.

Lees meer

De overwinningsspeech van Thierry Baudet zorgde niet alleen op links voor onrust. Drie van Baudets oude geestverwanten delen hun zorgen over zijn retoriek.

‘Van Forum voor Democratie en Thierry Baudet had ik grote verwachtingen, maar na zijn toespraak heb ik een nacht wakker gelegen.’ Dit stelde Melvin Schut, docent politieke filosofie aan het Amsterdam University College en een invloedrijk intellectueel op de rechterflank, een paar weken geleden in NRC. Schut merkte op dat ‘een conservatief nooit Baudets ‘boreale’ toespraak zou hebben moeten houden’, doelend op Baudets overwinningsspeech na de Statenverkiezingen.

Linkse twitteraars en commentatoren als Leo Lucassen en Asha ten Broeke buitelden de afgelopen weken over elkaar heen om te betogen dat deze toespraak non-inclusief en onparlementair van toon zou zijn, vanwege frases als: ‘Wij hebben meerdere ijstijden overleefd, we hebben mammoeten gevloerd, wij zijn dragers, wij zijn erfgenamen van de grootste beschaving die ooit heeft bestaan’, ‘Wij zijn naar het front geroepen’, ‘We worden ondermijnd door ‘onze universiteiten, onze journalisten, onze bestuurders’’ en ‘Net als al die andere landen van onze boreale wereld, worden we kapotgemaakt door de mensen die ons juist zouden moeten beschermen’. Maar de NRC-opinie van Melvin Schut doet vermoeden dat ook op de andere flank intellectuelen onrustig werden bij het horen van Baudets speech.

De Kanttekening deed een rondgang en vond Baudets oude geestverwanten Eric C. Hendriks, Lars Benthin en Jeroen Hakkert bereid om hun zorgen over Baudets retoriek te delen. Alle drie werden FvD-lid maar zijn inmiddels weer lid-af, onder meer omdat ze de taal vanuit FvD te polariserend vonden. Wat staat hen precies tegen aan de stijl die Baudet hanteert? Hoe moeten we zijn woorden interpreteren? En zal Baudet, nu FvD steeds meer kiezers trekt, zijn toon in de toekomst matigen? Tevens vroegen we historicus Geerten Waling, die Baudet al langer en nog altijd goed kent, om de ophef over diens taalgebruik te duiden.

Eric C. Hendriks

‘Wie zijn ‘wij’ in dit verhaal?’

Eric C. Hendriks is socioloog aan de Universiteit van Bonn en schrijft essays en columns voor NRC en de Telegraaf. In zijn stukken hekelt hij onder meer ‘het cultuurmarxisme als denkschema’ en trekt hij ten strijde tegen gender -en postkoloniale studies, die hij ‘linkse disciplines’ noemt. Hendriks was bevriend met Baudet en was tot eind 2017 lid van FvD. Maar voor hem was Baudets overwinningsspeech opnieuw een teken aan de wand. ‘Een radicale toespraak’, noemt Hendriks het. Zo roepen de referenties naar ‘wij, die ijstijden overleefden’ en ‘mammoeten vloerden’ bij hem de nodige hoofdbrekens op. ‘Wie zijn ‘wij’ in dit verhaal? Een noordelijk volk. Een etnische eenheid. Kan je daar wel helemaal bij horen als je voorouders van buiten Noord-Europa komen?’, vraagt hij zich af.

Ook Baudets gebruik van ‘onze boreale wereld’, dat onder rechtsextremen synoniem staat voor een wit Europa, past volgens Hendriks in het verlengde van dit non-inclusieve verhaal. ‘Iemand als de Russische fascist Aleksandr Doegin, met wie Baudet vorig jaar april nog uren heeft gesproken (zoals NRC op 24 maart onthulde, red.), gebruikt deze term ook. Dat is geen toeval, ze vissen in hetzelfde ‘boreale’ discours.’ Hendriks illustreert wat hij hiermee bedoelt: ‘Na de val van de Sovjetunie zette Doegin, onder het Sovjetregime nog een extreemrechtse dissident, het magazine Giperboreyets op. Dat is Russisch voor ‘Hyperborea’, een mythologische noordelijke oer-regio die voorkomt in sociaal-darwinistische rassentheorieën van rond 1900. Die theorieën stellen dat noorderlingen door de barre omstandigheden en ijstijden in ‘Hyperborea’ genetisch geharder, intelligenter en creatiever werden dan zuiderlingen.’ Hendriks zegt hiermee niet te willen stellen dat Baudet stiekem de Nederlandse Doegin is: ‘Dat zou veel te simplistisch zijn. Maar ‘boreaal’, ijstijden en mammoeten, Baudets eerdere flirt met het ras-en-IQ-denken van Jared Taylor: de puzzelstukjes passen bij elkaar. Ze passen in een verhaal waarin, net als bij de oude Hyperborea-theoretici, de zogenaamde vitaliteit van ons volk zou teruggaan op een oerbeproeving in een koude, boreale wereld.’

‘Krokodillentranen’

Een week na zijn speech kwam Baudet met een reactie op de ophef over het gewraakte woord ‘boreaal’. Hij tweette: ‘Dat betekent gewoon ‘noordelijk’, de noordelijke sterrenhemel, de ‘Western hemisphere’. Komt van Baudelaire. Alle complottheorieën over obscure bijbetekenissen komen voort uit lachwekkende pogingen ons te framen.’ Krokodillentranen, meent Lars Benthin, die voor FvD actief was toen het nog een denktank was. Hij was onderzoeksassistent voor het FvD-rapport Echte democratie, dat de basis zou vormen voor Baudets boek Breek het partijkartel. Ook werd hij lid toen FvD een partij werd. ‘Baudet kan niet én zichzelf de grootste intellectueel van Nederland noemen, én niet afweten van de verschillende betekenissen van ‘boreaal’. Anders weet hij gewoon niet waar hij mee bezig is’, concludeert Benthin. Jeroen Hakkert, die net als Benthin al actief was bij FvD toen het nog een denktank was en bijeenkomsten hielp organiseren, is het daarmee eens. ‘Baudet weet heus wel hoe een woord als ‘boreaal’ opgevat kan worden, en dat mensen zullen opzoeken wat het betekent.’

Het ergert Lars Benthin dat Baudet geen excuses heeft gemaakt, maar de ophef juist aangrijpt om terug te slaan naar zijn critici. ‘Baudet lijkt zich – niet voor de eerste keer – schuldig te maken aan het witwassen van de negatieve connotaties die aan dit soort uitdrukkingen kleven. Precies hetzelfde zag je gebeuren toen er ophef kwam over ‘homeopathische verdunning’.’

Jeroen Hakkert

Wat wil Baudet nu eigenlijk?

We vroegen Eric C. Hendriks, Lars Benthin en Jeroen Hakkert hoe we Baudets overwinningsspeech moeten interpreteren. Wilde hij hiermee ook extreemrechtse stemmen aanspreken? Eric C. Hendriks denkt van wel, al ziet hij er geen electorale strategie in. ‘Dit is gewoon iemand die trots is op zijn denken en af en toe een stukje van zijn wereldbeeld laat doorschemeren. Baudet gebruikt zijn woorden niet ironisch. Er is ook niets spontaans aan zijn overwinningsrede. Hij heeft die van tevoren uitgeschreven. Dit is een systematische ideologie.’ Lars Benthin zegt niet te weten of Baudet zulke intenties heeft. Volgens hem speelt sowieso mee dat Baudet graag provoceert. ‘Hij weet dat hij door zo’n overwinningsspeech veel negatieve aandacht zal genereren, maar dat vindt hij juist heerlijk’, is zijn ervaring met Baudet. ‘Immers gaat het dan nog steeds over hém.’

Jeroen Hakkert benadrukt dat hij een verschil bemerkt tussen Baudets intentie en de uitwerking van zijn woorden. ‘Er staat onhandige retoriek in zijn speech. Maar ik denk niet dat Baudet bewust dog-whistles (codetaal die door een extreemrechts publiek wordt begrepen, red.) in zijn speeches stopt. Hij heeft zelf niets op met extreemrechts’, zo merkte hij in zijn contact met de FvD-voorman. Wel heeft Hakkert een dringend verzoek aan Baudet: ‘Zeg gewoon wat je bedoelt. Als je ‘de westerse wereld’ bedoelt, zeg dat dan in plaats van ‘onze boreale wereld’.’

Dineren met alt-rechts

Lars Benthin en Eric C. Hendriks plaatsen hun zorgen om Baudets ‘boreale’ taal in een context waarin zij zich al langer druk maken om Baudets vermeende flirts met ver rechts. Beiden herinneren zich nog goed dat de Correspondent eind 2017 bekendmaakte dat Baudet vijf uur lang had gedineerd met rassentheoreticus Jared Taylor, het alt-rechtse boegbeeld dat ‘witte superioriteit’ verkondigt en raciale segregatie bepleit. ‘Baudet is in de verkeerde hoek op zoek naar ideeën’, schreef Hendriks nadien in een NRC-stuk. Ook bij Lars Benthin ging er naar eigen zeggen ‘een belletje rinkelen’. ‘We weten natuurlijk niet wat daar precies besproken is’, nuanceert hij aanvankelijk. Toch is hij stellig: ‘Maar wat we wél weten: er is íets besproken. Anders ga je toch niet uren met iemand zitten dineren?’ Uiteindelijk zegde Benthin begin 2018 zijn lidmaatschap op, onder meer hierom.

Baudet kwam vanwege de toenmalige ophef over zijn diner met Taylor met een reactie, waarin hij stelde geen commentaar te geven op ‘de mensen met wie ik uit eten ga. Maar in algemene zin: onderzoek alles en behoud het goede in het leven’. Tegen de Kanttekening zegt Hendriks echter dat de Taylor-affaire hem duidelijk maakte dat de verbinding met alt-rechts bewezen was, en dit gaf hem genoeg aanleiding om zijn FvD-lidmaatschap op te zeggen. ‘Let er bij dit soort ophef ook op wat Baudet níet zegt. Hij heeft nooit expliciet afstand van Taylor genomen.’ Ook Benthin heeft Baudet zijn contact met Taylor niet vergeven: ‘Hij was toen geen vrije academicus meer, maar politicus.’ Jeroen Hakkert zegt nadrukkelijk dat Baudet niet in ‘de hoek van Taylor zit’. Maar hoe moeten we het etentje met Taylor dan duiden? ‘Lastig’, zegt Hakkert. ‘Baudet begrijpt niet dat zo’n gesprek niet meer kan nu hij politicus is. Hij zal deze nieuwe rol toch écht moeten accepteren.’

‘Een revolutionair verhaal’

Eric C. Hendriks, Lars Benthin en Jeroen Hakkert hekelen ook de bombastische taal waarmee Baudet zijn speeches lardeert. Hendriks legt uit: ‘Baudet praat vaak niet over een politiek die op beleid gericht is, maar hij beoogt een metafysische revolutie, een totale culturele omwenteling’. Hij geeft als voorbeeld een frase die Baudet uitsprak in een interview met de Zwitserse krant Die Weltwoche, een paar dagen na zijn overwinningsspeech: ‘We represent a political philosophy that is fundamentally different. We want things that are contradictory to the political spectrum that has dominated the West since the French Revolution.’ Een ander voorbeeld dat Hendriks geeft komt uit Baudets overwinningsspeech: ‘Baudet verklaart universiteiten en journalisten als vijanden. Maar wat moeten zij volgens hem dan doen? Meer liefde voor onze cultuur, voor het volk tonen?’ Hendriks vindt dat politici zich niet met zulke algehele cultuuromvormingen bezig moeten houden. ‘De politiek moet in haar hok blijven. Zo’n revolutionair verhaal als in Baudets overwinningsspeech is op zijn best niet werkbaar.’

Jeroen Hakkert vindt dat er uit Baudets teksten een ‘preoccupatie met het eigene’ spreekt: ‘Termen als ‘de brokstukken van de grootste en mooiste beschaving’ hebben een ongemakkelijke lading. Baudet verbindt het idee dat de westerse wereld beter is, en dat die bedreigd zou worden. Hij speelt hiermee in op diepere emoties en gevoelens die mensen hebben.’ Lars Benthin ziet vooral leegte in Baudets dreigende woorden: ‘Hij heeft het steeds maar over de ‘naderende ondergang van onze beschaving’. Maar hoe wil Baudet die ondergang dan bestrijden? De beleidsvoorstellen heeft hij er gewoon niet voor.’

Lars Benthin

‘Ophef is overdreven’

Geerten Waling is historicus aan de Universiteit van Leiden en auteur van diverse boeken over democratie, zoals het vorig jaar uitgebrachte Gemeente in de genen. Waling kent Baudet goed: hij is een jaar of tien bevriend met Baudet. Net als Lars Benthin ziet hij de weelderige retoriek uit Baudets overwinningsspeech als provocatie, maar dan meer vanuit een rol van vrije intellectueel, vanuit een intellectuele en esthetische manier van doen. ‘Baudet legt de nadruk op beschaving en cultuur, op esthetiek en wil de dingen mooi zeggen’, vertelt Waling. ‘Als vrije intellectueel is hij van nature nieuwsgierig en niet bang om te provoceren. Dat zijn kenmerken die Baudet, nu hij in de politiek zit, niet in dank worden afgenomen.’ Waling vindt de vele aandacht voor Baudets uitspraken dan ook overdreven. ‘Je ziet wel vaker dat er bij Baudet één woord wordt uitgepikt, zoals nu ook weer gebeurt.’

Voor wat Baudet werkelijk denkt, verwijst Waling naar Baudets boeken. Bijvoorbeeld naar het proefschrift De aanval op de natiestaat, waarin Baudet zich hard maakt voor een ‘multicultureel nationalisme’, ‘dus niet van de enge, gesloten soort’. Ook snapt Waling wel dat FvD weigert expliciet afstand te nemen van termen die ruimte openlaten voor een extreemrechtse interpretatie, nu niet en in het verleden niet. ‘Juist als de partij steeds weer afstand neemt, vestigt ze de aandacht op de wilde vergelijkingen die er met extreemrechts worden gemaakt.’

‘Assymetrisch discours’

Waling vindt dat er door alle ophef wordt vergeten dat we ook voorbij Baudets retoriek moeten kijken. ‘Als je het programma van FvD bekijkt, dan zie je dat de partij niet extreem is maar een liberaal-conservatief en democratisch geluid vertegenwoordigt.’ Ook wijst Waling erop dat er naast Baudet nog heel wat meer mensen in de partij zitten. ‘FvD is geen onemanshow. Ik denk niet dat mensen als Henk Otten, Annabel Nanninga en Paul Cliteur een woord als ‘boreaal’ nog veel vaker willen horen.’

Eric C. Hendriks, Lars Benthin en Jeroen Hakkert beamen zelf ook dat de officiële partijlijn afwijkt van Baudets retoriek. Hendriks spreekt van een ‘asymmetrisch discours’ waarin FvD zich begeeft. ‘Het partijprogramma en de kandidaten van FvD zijn, anders dan Baudets retoriek, niet zo radicaal’, nuanceert hij.

Zit de FvD-achterban op ‘boreaal’ te wachten?

Kunnen we in de toekomst nog meer ophef rond Baudets woorden verwachten? Geerten Waling denkt dat Baudets achterban een matigende werking op zijn taalgebruik zou kunnen hebben. ‘Mensen stemmen op FvD omdat ze bijvoorbeeld geen geld willen uitgeven aan een dure warmtepomp. Die zitten echt niet op dit soort ‘Uil van Minerva’-achtige toespraken te wachten.’ Lars Benthin denkt daar anders over: ‘Je ziet hoeveel stemmen Baudet heeft gehaald, met alle ophef en incidenten die er voor zijn overwinningsspeech al waren. En mensen vinden Baudet juist aantrekkelijk omdat hij een groot verhaal heeft, een verhaal waarin hij aandacht heeft voor geschiedenis, volkscultuur en de plaats van burgers als onderdeel van dat volk.’

Ook van de FvD-leden verwacht Benthin weinig tegendruk. Hij vindt FvD een ‘klapmachine’, wat hij als partijlid ervoer op vele FvD-congressen -en borrels. ‘Daar viel geen kritische noot te bekennen. Zelf leverde ik weleens kritiek op Baudet, maar dan schoten leden automatisch in de verdediging.’ Tegenwoordig is Benthin bestuurslid bij de JOVD. ‘Daar is een beetje debat tenminste geen punt’, stelt hij.

Jeroen Hakkert sluit zich aan bij Benthins idee dat de FvD-leden niet kritisch genoeg zijn op Baudet. Hij denkt met weemoed terug aan de tijd dat FvD nog een denktank was. ‘Een echte debatclub was het toen. Mensen stelden elkaar nog kritische vragen’, zegt hij. Hoewel Hakkert meteen lid werd toen FvD als partij begon, zegde hij zijn lidmaatschap eind 2018 weer op. De reden? ‘Het debat binnen FVD was weg. Het werd ‘wij’ tegen ‘zij’, tegen ‘het partijkartel’ en linkse mensen.’ Toch denkt Hakkert dat veel FvD-kiezers wel eens afgeschrikt zouden kunnen worden als Baudet blijft volharden in zijn ronkende retoriek. ‘FvD wint verkiezingen op thema’s als klimaat en democratie. Niet op het soort taal uit zijn overwinningsspeech.’

En dat brengt ons terug bij de titel van Melvin Schuts opinieartikel in NRC. Die kop luidde: Dit was niet de Baudet op wie velen stemden. Eric C. Hendriks kan zich daarin vinden. Hij hoopt dat de FvD-stemmer na zal denken over wat Baudet in zijn speech nu eigenlijk te berde bracht. ‘Tegen hen zeg ik: hebben jullie werkelijk gehóórd wat Baudet allemaal zei?’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -