15 C
Amsterdam

Protestkoor wil onrechtvaardigheid de wereld uit zingen

Tayfun Balcik
Tayfun Balcik
Journalist en historicus.

Lees meer

In Amsterdam is het protestkoor ‘Tuning in voor Sociale Rechtvaardigheid’ van start gegaan. Het collectief ziet zich als onderdeel van de strijd tegen toenemende ongelijkheid in de stad, bijvoorbeeld op het gebied van de volkshuisvesting en racisme.

‘Hoe verbinden we ons met elkaar en elkaars strijd door te zingen? Dat is de vraag die het net opgerichte protestkoor ‘Tuning in’ bezighoudt. De groep zangers en zangeressen willen de tegenstellingen tussen de haves en have nots van Amsterdam ‘zingend’ te lijf gaan tijdens demonstraties, zoals het Woonprotest (voor rechtvaardigheid en betaalbaarheid in volkshuisvesting)  van 28 oktober aanstaande. De Kanttekening was bij de eerste repetitie aanwezig, waar in een bedompte zaal de eerste, onwennige stapjes worden gezet onder leiding van Yinske Silva (metStem), Priya Keet (Aslan Muziekcentrum) en Rosa te Velde (Lectoraat Sociale Rechtvaardigheid en Diversiteit in de Kunsten, AHK).

‘Het liep storm met de aanmeldingen’, zegt Rosa te Velde bij aanvang in de kantine van het Aslan Muziekcentrum in Oud-West, te midden van een diverse groep Amsterdammers. Activisten, zangers, ouders, buurtbewoners, studenten en expats van allemaal diverse komaf. Ze nemen allemaal nog een drankje voordat ze naar de gereserveerde zaal gaan, een etage hoger. In alle uithoeken van het pand maken jongere en oudere Amsterdammers muziek.

‘Vandaag beginnen we een Amsterdams protestkoor!’

Boven nemen dan veertig mensen plaats in een kring in een net te krappe zaal. De ramen en deuren gaan wijd open voor zuurstof. Als iedereen een plekje heeft gevonden heet Te Velde de groep nogmaals welkom. ‘Het is vandaag een historische dag’, zegt ze strijdvaardig en ze vervolgt: ‘Vandaag beginnen we een Amsterdams protestkoor!’

‘We gaan leren, door gewoon te doen en te ervaren,’ voegt Te Velde daaraan toe. Eerst zingen, daarna mogen de vragen binnenkomen, aldus Te Velde. Intussen druppelen er nog steeds mensen binnen en doen ze hun schoenen en truitjes uit voor verkoeling.

Voor het protestkoor lijkt taal, met zoveel mensen van verschillende komaf, aanvankelijk een dingetje te worden. Niet iedereen begrijpt Nederlands. Maar meteen biedt een deelnemer zich aan als tolk Engels.

Voordat de stembanden door stemcoach en zangeres Yinske Silva op de proef worden gesteld, wil Te Velde eerst dat de groep zich ‘bewust wordt’ van de ruimte met loopoefeningen. Iedereen moet even opstaan en rondlopen. Even de mensen aankijken. Intussen stelt Te Velde vragen. ‘Hoe ben je gekomen? Met de bus, tram, fiets?’ Dat om bewust te worden van ‘de inspanning’ die is geleverd om hier te zijn. Daarna stelt ze directere vragen. ‘Kan je de lichamen van andere mensen in de zaal voelen? Voel je warmte, spanning? Heb je vragen in je hoofd?’

Bij de deelnemers ontstaat al snel een geroezemoes van jewelste. Net wanneer het te gezellig wordt pakt Te Velde een stift om ‘richtlijnen’ te bespreken. Hoe gaat de gezamenlijke ruimte gedeeld worden? Wat is belangrijk?

´Luisteren´, noemt de een. ´Geen aannames en een open houding´, roept de ander. Uiteindelijk staat een lijst op het bord: ´Respect, solidariteit, nieuwsgierigheid, geduld, informatieverwerking, voelen/horen, met het hart luisteren, delen van goede gevoelens, grenzen respecteren.´

Al die gedeelde gevoelens en termen zijn voor Te Velde het bewijs dat het protestkoor dus niet alleen over ‘muziek maken’ gaat en dat het ‘ook ongemakkelijk’ zal worden. Dat wordt het al snel wanneer muziekdocente Priya Keet over sociale rechtvaardigheid begint en tegenstellingen benoemt tussen het zogenoemde ´dominante verhaal´ en het ‘andere verhaal’, zoals onderzoeker Aminata Cairo zo mooi beschrijft in Holding Space, zegt ze.

‘Wie is Aminata?’, vraagt iemand meteen. ‘Gaat het om tegenstellingen die echt bestaan, of die jij ziet?’, zegt iemand anders argwanend. ‘Nou, bijvoorbeeld tegenstellingen in het kunnen vinden van een woning in Amsterdam’, reageert Priya Keet. ‘Hoe is het om te leven in Amsterdam? Heb je daadwerkelijk contact met de mensen om je heen?’ somt ze op.

(Beeld: de Kanttekening, AI)

Te Velde staat ook stil bij historische tegenstellingen. ‘Hoe is de scheefgroei in woningnood ontstaan?’ Er volgt nog gemor over tegenstellingen. ‘Is het niet beter om in middenposities te denken?’, stelt een deelnemer voor. Het is duidelijk dat in ieder geval het protest nu echt is begonnen.

Voordat het nog ongemakkelijker wordt, stelt Silva voor om in de kring te staan en de stemmen los te maken. Het koor gaat nu echt beginnen. Iedereen begint op aangeven van Silva’s geluiden maken. De letter M, en dan lekker lang doorgerekt, MMMMMM. ´Niet neuriën’, wijst Silva streng toe. Na nog een paar lange AAAAAHS en OEOEOEOEHS, en gaapoefeningen, geeft Silva nog de opdracht mee om tijdens de klankoefening te luisteren naar wat er daadwerkelijk wordt geproduceerd.

Hoe voelde dat?

‘Ik dacht in eerste instantie dat er harmonie was in het geluid, maar toen ik echt begon te luisteren verdween die harmonie’, zegt een jongeman. ‘Ik was bang om vals te zingen, en dat mensen dat zouden horen’, zegt een vrouw. Silva gaat door. ‘Ga maar op ontdekking met je stem door de zaal, je mag ook met je voeten stampen’. Kabaal gegarandeerd, op een houten vloer van een gebouw binnen de ring.

De harmonie komt pas wanneer de groep A4’tjes krijgt aangereikt met het Italiaanse protestlied ‘Bella Ciao. Iedereen kent dat nummer wel en zingt het lied uit volle borst mee. De missie lijkt geslaagd.

‘Ik ben wel altijd een beetje jaloers geweest op muzikanten die samen kunnen zingen en muziek maken, het geeft verbinding en kracht’

Te Velde sluit de avond af met de mededeling dat ze geen muzikant is. ‘Ik ben wel altijd een beetje jaloers geweest op muzikanten die samen kunnen zingen en muziek maken, het geeft verbinding en kracht. Het protestkoor is er voor transformatie en ruimte aan onderbelichte verhalen als gemeenschap. Dat is mijn persoonlijke motivatie. Iedereen die hieraan wil bijdragen is welkom’, aldus Te Velde.

Enkele deelnemers blijven nog even hangen om met de Kanttekening te praten.

‘Ik was ook bij de pilotbijeenkomsten’, zegt de Frans-Nederlandse Amazone. ‘Het lijkt mij erg inspirerend en fijn om met mensen van verschillende culturen te zingen. Ook het leren van muziek in verschillende talen vind ik verrijkend’, aldus Amazone.

De Italiaanse migrant Julia, die in Amsterdam woont, vindt het bijzonder dat door Amsterdammers gezamenlijk in haar moedertaal is gezongen. ‘Ik ken Bella Ciao al heel lang, sinds ik een kind ben. Het is super mooi om het te delen. Ik kreeg er echt een glimlach en kippenvel van.’

Ze vindt de component van sociale rechtvaardigheid zeer belangrijk. ‘Ik heb hier bovendien een veel bredere diversiteit gevonden dan in Italië, dat is mooi. Maar er was meer integratie in de ruimte waarin we net zaten dan buiten in de Nederlandse maatschappij. Het is daar wel divers, maar groepen leven langs elkaar heen.’

Bij de uitgang staan ook twee oudere Koerdisch-Nederlandse vrouwen nog na te praten. Muazzez vindt dat liedjes in de eigen taal gezongen moeten worden. ‘Dan pas voel je echt, zoals we met Bella Ciao hebben gedaan’. muziek ziet ze als een goed middel om sociale rechtvaardigheid te bereiken. ‘Muziek is sowieso een universele taal.’ Ze wijst op de helende werking van muziek. ‘Wanneer we samen zingen, dan raken onze problemen een beetje op de achtergrond, en dat hebben we soms nodig.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -