10.2 C
Amsterdam

‘Salafisme is het grootste gevaar voor onze democratie’

Hakan Büyük
Hakan Büyük
Voormalig journalist en eindredacteur van de Kanttekening.

Lees meer

Wordt het gevaar dat uitgaat van het salafisme overdreven of is het hoog tijd voor een harde aanpak van deze extremistische ideologie? De Kanttekening vroeg dat aan twee salafisme-experts, Dirk Verhofstadt en Joas Wagemakers.

Het salafisme staat al enige tijd in de spotlights in Nederland. Het is een fundamentalistische ideologie die op gespannen voet staat met democratische grondbeginselen. Sommige salafisten staan zelfs vijandig tegenover niet-salafistische moslims die in hun ogen niet zuiver zijn in de leer van de islam. Bijna alle islamistische terroristische organisaties zijn aanhangers van het salafisme, zoals IS, al-Qaeda, al-Shabaab en Boko Haram.

Salafisten claimen te streven naar een terugkeer naar principes en gebruiken die ze beschouwen als de fundamenten van de islam. Daarbij verwerpen ze liberale, progressieve, soefistische, mainstream soennitische en alle andere niet-salafistische interpretaties van de Koran en andere islamitische bronnen. Het realiseren van de terugkeer naar de in hun ogen zuivere islam rechtvaardigt voor veel salafisten ‘het aannemen van een rol als de zelfbenoemde voorhoede van de geloofsgemeenschap’, constateert de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in een analyse van het salafisme op haar website. Salafisten beschouwen zichzelf volgens de dienst ‘vaak als vertegenwoordigers van de enige juiste vorm van religieuze beleving binnen de islam’.

Islamoloog Joas Wagemakers, assistent-professor Islamitische en Arabische Studies aan de Universiteit Utrecht, vindt dat we niet moeten doorslaan in het benoemen van het salafisme als bedreiging voor onze nationale veiligheid. ‘In Nederland is maar een heel kleine minderheid binnen de salafisten bereid geweld te gebruiken, zoals we hebben gezien met de Hofstad-groep en de moord op Theo van Gogh.’ Ook over de negatieve invloed van salafisten op de samenleving uit hij zich voorzichtig. ‘Ik denk dat het salafisme in het algemeen de potentie heeft om bij te dragen aan spanningen en polarisering in de samenleving, omdat salafisten vaak stellige ideeën hebben over bijvoorbeeld hoe mannen en vrouwen om moeten gaan met elkaar, hoe moslims om moeten gaan met niet moslims en hoe salafistische moslims om moeten gaan met niet-salafistische moslims.’ Wagemakers schreef verscheidene boeken en artikelen over het salafisme, waaronder Salafism in Jordan (2016), Salafi source readings between al-Qa’ida and the Islamic State (2016) en Salafi ideas on state-building before and after the rise of the Islamic State (2015).

Politiek filosoof Dirk Verhofstadt, professor Media en Ethiek aan de Universiteit Gent en kernlid van de liberale denktank Liberales, ziet het anders. Hij ageert tegen het bagatelliseren van het salafistische gevaar. ‘Iedereen mag denken en geloven wat hij of zij wil, maar als woorden of daden aanleiding geven tot geweld, dan geldt het schadebeginsel’, benadrukt hij. Het schadebeginsel is de opvatting dat vrijheid beperkt mag worden als het misbruikt wordt om anderen te schaden. De Engelse filosoof John Stuart Mill (1806-1873) introduceerde het concept in het boek On liberty (1859). Verhofstadt paste het toe op het salafisme in zijn boek Salafisme versus democratie (2016). Hij kwam tot de conclusie dat salafistische organisaties verboden moeten worden, omdat ze de openbare orde verstoren of preciezer gezegd: schadelijk zijn voor de democratie.

 

Verhofstadt onderstreept dat salafisten mensen aanzetten zich te keren tegen democratische grondwaarden, zoals de vrijheid van meningsuiting, de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw, de scheiding van kerk en staat en het recht op zelfbeschikking.

Daarnaast vormen salafistische organisaties volgens Verhofstadt een gevaar voor de nationale veiligheid. Hij wijst erop dat vrijwel alle terroristen die aanslagen pleegden in naam van de islam, salafisten waren. ‘Dat salafistische organisaties in westerse samenlevingen een bron van zorg zijn op het gebied van onder meer de nationale veiligheid, is een feit. Het is geconstateerd door een groot aantal veiligheids- en inlichtingendiensten, waaronder ook de AIVD. Het salafisme is het grootste gevaar voor onze democratie. Dat geldt niet alleen voor België en Nederland, maar ook voor andere democratieën waar salafisten actief zijn.’

Een verbod op salafistische organisaties is volgens Verhofstadt ook sterk in het voordeel van de niet-salafistische moslims. Hij beschouwt het als een effectieve manier om de ‘gewone’ moslims te beschermen tegen salafistische invloeden. ‘Ik wil absoluut niet dat de islam en moslims in het algemeen aangevallen worden. De overgrote meerderheid van de moslims respecteert onze wetten, regels, normen en waarden en er zijn genoeg moslims die rolmodellen zijn, zoals jullie burgemeester van Rotterdam, Ahmed Aboutaleb. Een verbod op salafistische organisaties is dan ook nodig om juist ook de niet-salafistische moslims te beschermen tegen het salafisme. Zo infiltreren salafisten in gematigde moskeeën en nemen die over. Dit soort zorgwekkende ontwikkelingen moeten een halt toegeroepen worden.’

Verhofstadt betoogt dat democratieën verplicht zijn zichzelf te beschermen tegen het salafisme. Hij roept behalve overheden, ook de niet-salafistische moslims op zich te keren tegen dit fenomeen. ‘We mogen niet langer tolerant zijn ten opzichte van de intoleranten.’ Hij laakt Saoedi-Arabië, de grootste exporteur van het salafistische gedachtegoed, en andere Golfstaten, zoals Qatar, die fortuinen uitgeven om hun extremistische ideologie op te leggen aan moslimgemeenschappen in het Westen. Dat bevestigt volgens hem hoe urgent het probleem is. Hij pleit er daarom voor dat westerse landen hun diplomatieke en andere banden met alle exporteurs van het salafisme, verbreken. ‘Dat zijn we onze democratieën verplicht. Het is absurd dat westerse landen warme diplomatieke banden hebben en zo veel handel drijven met een land als Saoedi-Arabië dat de mensenrechten met de voeten treedt en onze samenlevingen probeert te ontwrichten door het salafisme te verspreiden.’

De NRC meldde afgelopen april dat steeds meer Nederlandse imams opgeleid worden in Saoedi-Arabië en dat mede daardoor de invloed van salafisten op Marokkaanse moskeeën in ons land toeneemt. Zo zijn volgens de krant zeven van de tweeëntwintig Marokkaanse moskeeën in Amsterdam in handen van salafisten en hebben nog eens vier moskeeën in de stad te maken met een salafistische fractie.

Wagemakers maakt onderscheid tussen offensieve en defensieve anti-democratische ideeën van salafisten. Hij meent dat vrijwel geen enkele salafist in Nederland de intentie heeft om onze democratie omver te werpen (offensief anti-democratisch), maar dat veel salafisten bijvoorbeeld wel het uitbrengen van een stem tijdens verkiezingen afkeuren (defensief anti-democratisch).

Overheden, andere vertegenwoordigers van de samenleving en de salafistische gemeenschap moeten volgens Wagemakers meer bijdragen aan het verspreiden van kennis over elkaar, in het bijzonder over elkaars gevoeligheden, om de druk van de ketel af te halen. ‘Als een salafist bijvoorbeeld zegt dat hij een voorstander is van de sharia, dan denkt de gemiddelde Nederlander waarschijnlijk aan zaken als handen afhakken, terwijl salafisten de sharia met heel andere dingen in verband brengen, zoals rechtvaardigheid.’

Wagemakers vindt dat sommige politici en media salafisten in een hoek drijven. ‘Salafi’s voelen zich vaak aangevallen.’ Hij beschouwt de harde retoriek over het salafisme in de media vooral als een resultaat van angst en onwetendheid. ‘In sommige gevallen is die angst terecht, maar heel vaak ook niet. Ik zeg niet dat er niets aan de hand is. Er zijn wel degelijk mensen die bereid zijn geweld te gebruiken op basis van ideeën die ze ontlenen aan het salafisme. Maar het is belangrijk dat we niet generaliseren en alle salafi’s daarvan betichten. We moeten niet alle salafi’s in de hoek zetten en betitelen als gevaarlijk, gewelddadig en terroristisch. Nuanceren is heel belangrijk, we moeten niet doorslaan.’

Foto: YouTube

Salafisme in opmars
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) waarschuwde onlangs voor de opmars van het salafisme. ‘De groeiende invloed van het salafisme in Nederland blijft een zorg. Salafisten proberen in toenemende mate en op dwingende wijze een onverdraagzame, isolationistische en anti-democratische boodschap aan andere moslims op te leggen. Zij proberen ook, soms door intimidatie, voet aan de grond te krijgen in gematigde moskeeën en moskeebesturen’, meldt de NCTV in haar vorige maand gepubliceerde Dreigingsbeeld terrorisme Nederland. ‘Hoewel het sociaal-cultureel isolationisme een zeer onwenselijke ontwikkeling is, gaat vanuit veiligheidsperspectief de grootste zorg uit naar actieve anti-democratische tendensen. Deze vormen een potentiële voedingsbodem voor politieke radicalisering en extremisme.’ Het Dreigingsbeeld terrorisme Nederland is een vierjaarlijkse globale analyse van de nationale en internationale terroristische dreiging tegen Nederland en Nederlandse belangen in het buitenland.

De NCTV en de AIVD waarschuwden eerder al meermaals voor de groeiende invloed van het salafisme. Zo melden ze in de in september 2015 gepubliceerde gezamenlijke publicatie Salafisme in Nederland: diversiteit en dynamiek dat er nauwe contacten zijn tussen ‘delen van de salafistische stromingen in Nederland en salafistische personen en structuren in het Midden-Oosten’.

Ook onze zuiderburen kampen al langer met de gevolgen van de groeiende invloed van het salafisme. Eerder dit jaar waarschuwde het Orgaan voor de Coördinatie van de Analyse van de Dreiging (OCAD) in het rapport Salafistische islam en wahabitisch proselitisme: factoren en vectoren van radicalisme en extremisme dat het salafisme oprukt in België. Volgens het OCAD staat een groeiend aantal moskeeën en islamitische centra in het land onder invloed van salafisten. De dienst constateert dat salafisten met steun van Saoedisch geld erin slagen vanuit ‘een extreem-puriteins en intolerant denkkader de moslims in het Westen te doen afkeren van de Europese waarden en de normen die zij percipiëren als in strijd met de Koran’. ‘We stellen vast dat een groeiend aantal moskeeën en islamitische centra in België, net als elders in Europa, onder invloed staan van het wahabitische salafistische missioneringsapparaat. Tegelijkertijd stellen we vast dat ook de imams van ‘reguliere’ moskeeën in toenemende mate ‘salafiseren’ of reeds ‘gesalafiseerd’ zijn.’ Het OCAD is een overheidsorgaan dat de politie- en inlichtingendiensten in België coördineert en nagaat in hoeverre het land blootstaat aan terroristische en extremistische dreigingen.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -