Sinterklaas is weer in het land. Dat betekent voor duizenden kinderen in Nederland drukke dagen vol surprises met alle toeters en bellen erbij. Maar hoe verloopt een Sinterklaasfeest in een multiculturele stad als Den Haag? Onze verslaggever Tayfun Balcik, met een Amsterdamse migratieachtergrond, krijgt verhalen aangereikt vanuit zijn schoonfamilie en collega’s in Den Haag.
Bijna ieder kind in Nederland groeit op met Sinterklaas. Er is geen ontkomen aan, zelfs als je die traditie niet van huis uit hebt meegekregen. Toch is de ene familie met een migratieachtergrond meer ‘geïntegreerd’ in het feest dan de andere. Zo belandt onze verslaggever midden in de voorbereidingen voor de grote dag bij zijn Haagse schoonfamilie.
‘Ik heb vorig jaar een handtekening van Sinterklaas gekregen’, vertelt Sema, het zonnetje in huis bij de familie Bulaz. Een handtekening van Sinterklaas? Hoe ging dat precies?
‘Er was bij ons een nep-Sinterklaas, die verkleed was als Sinterklaas. En die gaf me toen een handtekening’, legt de jonge dame uit, die niet op haar mondje is gevallen, net als haar tante.
Komt er ook nog een echte Sinterklaas en hoe zit het met de surprises? ‘Ja, donderdag gebeurt het, dus woensdag moeten we alles inleveren. Dan krijgen we cadeaus van Sinterklaas,’ meldt Sema monotoon.
Vorig jaar waren het twee voetballen, of een beer en een knuffel van haar lievelingsdier: de tijger. ‘Ik houd ook van sport en bewegen,’ zegt Sema terwijl ze een paar danspasjes maakt.
Ze, en vooral haar moeder, moet morgen nog flink aan de slag voor de surprise. De laatste puntjes op de i.
‘Het hangt al in mijn kamer: een panda met Squishmallows.’ Wat is dat?
‘Zoek maar op op je telefoon,’ zegt Sema zelfverzekerd. Ze weet al wie haar surprise gaat maken. Dat werd namelijk meteen in de klas ‘geschreeuwd’. Heeft ze nog een boodschap voor Nederland met Sinterklaas? ‘Nee.’
Een dag later verzorgde ondergetekende een gastles over vrede bij studenten van de Haagse Hogeschool. Samen met politicoloog Mirko Jouamer en docent Gert Jan Geling bespreekt hij daar de vredesgesprekken van The Hague Peace Projects. Deze gesprekken worden elk jaar afgesloten met een bezoek van Sinterklaas en een (witte) Piet, die pepernoten strooit.
Voor de goede orde: niemand gaat op schoot, ‘om #MeToo-aanklachten te voorkomen’, grapt Sinterklaas. Wel wordt er uit volle borst meegezongen: ‘Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan…’ Na afloop beantwoordt Sinterklaas enkele vragen van de Kanttekening.
‘Ik vind het heel leuk om dit elk jaar te doen,’ zegt Geling, die eigenlijk Sinterklaas is. ‘Studenten vinden het ook altijd leuk. Het is een mooie traditie om in ere te houden.’
Witte pieten
Dat er geen Zwarte Piet meer is, blijkt geen issue. Bij het zingen dook het woord echter nog een paar keer op, waarna Geling en enkele studenten het op een lollige manier corrigeerden: ‘Dat zeggen we niet meer, haha!’
‘We hebben vanaf het begin besloten om alleen witte pieten te doen,’ legt Geling uit. ‘Los van het feit dat we ons niet hoeven te schminken, vinden we het simpelweg niet meer van deze tijd.’
Jouamer sluit zich daarbij aan. ‘Ik ben opgegroeid met Sinterklaas en vind het belangrijk dat de gedachte erachter – cadeaus geven aan kinderen – in stand blijft.’
Volgens hem heeft dat niets te maken met Zwarte Piet. ‘Het draait puur om het plezier van kinderen. Dat is waar Sint-Nicolaas voor staat. Zo simpel is het.’
‘Ik kende Sinterklaas überhaupt niet voordat ik naar Nederland kwam’
In de klas waren overigens geen donkere Nederlanders aanwezig.
‘Ja, wat dat betreft kunnen we hen niet meenemen in deze discussie,’ erkent Jouamer. Geling vult aan: ‘Piet is een controversieel figuur geworden, maar Sinterklaas zelf niet. Ik heb nooit gemerkt dat studenten daar problemen mee hadden. In ieder geval niet met hoe wij het vieren, zonder geschminkte Piet.’
Hebben ze zelf ooit in Sinterklaas geloofd?
Jouamer: ‘Ik kende Sinterklaas überhaupt niet voordat ik naar Nederland kwam. Op 1 januari 1990, op Schiphol, zag ik een roltrap met twintig Sinten. Toen wist ik al dat het niet klopte. Mijn ouders zijn ook niet van de fabeltjes en hebben me dat meteen verteld.’
Geling: ‘Ja, ik geloofde zeker in Sinterklaas. De onttovering was een schok, maar mijn ouders maakten er altijd een geweldig feest van. Soms hoor je dat het traumatisch zou zijn om te ontdekken dat Sint niet echt is. Dat vind ik overdreven. Kinderen hebben een rijke fantasie en geloven in van alles. Sinterklaas is daar gewoon een tijdelijk onderdeel van.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!