Christenzionisme is belangrijk voor de christelijke steun aan Israël en aan de kolonisten op de Westoever. Maar waar komt dit geloof eigenlijk vandaan? Theoloog Steven Paas kijkt naar de zeventiende eeuw. ‘Ze geloven dat de Joden zich in de eindtijd tot het christendom zullen bekeren.’
Recent kwam naar buiten dat organisaties zoals Israel Heartland en Christenen voor Israël Israëlische kolonisten op de Westelijke Jordaanoever financieel ondersteunen, geld waarmee kolonisten ook wapens kunnen kopen. Wat is de theologische drijfveer van deze organisaties? De Kanttekening sprak hierover met de protestantse theoloog Steven Paas (1942), een uitgesproken criticus van het christenzionisme, in bredere zin door hem ‘israëlisme’ genoemd, en auteur van diverse boeken over dit onderwerp.
‘Israël is een welvarend land en heeft helemaal geen economische steun nodig’, zegt hij. ‘Elke andere financiële en morele steun aan de instanties van Israël kon en kan immers direct of indirect worden gebruikt voor de voortzetting of versterking van geweld en onrecht.’
Wat hem echter het meest stoort, is dat de geestelijke achtergrond en de theologische oorzaak van de steeds uitzichtlozer wordende situatie vaak buiten beeld blijven. ‘Christenzionistische organisaties, zoals Christenen voor Israël, zijn medeverantwoordelijk voor de onderdrukking van de Palestijnen. Dit doen ze door het Joodse volk religieus te verbijzonderen en te misbruiken voor hun eigen theologische toekomstverwachting. Dat heeft onmiskenbare consequenties voor de politieke en militaire situatie van zowel Joden als Palestijnen.’
Religieus nationalisme
Volgens Paas is christenzionisme een vorm van religieus nationalisme, dat hij als gevaarlijk beschouwt. ‘In de Bijbel vind je geen steun voor nationalisme’, stelt hij. ‘Nationalisme moet je niet verwarren met liefde voor het land waar je geboren bent. Daar is op zich niets mis mee. Ook niet als die liefde Nederland betreft of Israël. Nationalisme is een ideologie waarbij het vaderland een afgod wordt. In Nederland zagen we dat vroeger bij ‘God, Nederland en Oranje’. Het idee dat christenen zich zouden moeten identificeren met een bepaalde natie is fundamenteel onbijbels.’
‘Nationalisme is een ideologie waarbij het vaderland een afgod wordt’
Hij trekt een parallel met het religieuze zionisme binnen Israël. ‘Zionisme begon eind negentiende eeuw als een grotendeels seculiere Joodse beweging, maar na de Zesdaagse Oorlog van 1967 is het steeds religieuzer geworden. Orthodoxe joden die zich eerst vervreemd voelden van de zionistische beweging, werden er steeds meer deel van. De huidige vorm van zionisme heeft een religieuze kern gekregen waarin de staat Israël wordt gezien als een goddelijk instrument. Dit heeft een enorme impact op het conflict in het Midden-Oosten.’
Millennialisme
Maar het christenzionisme is meer dan tweehonderd jaar ouder, vertelt Paas. Deze beweging ontstond al in de zeventiende eeuw in Engeland. Sommige radicale protestantse christenen onder de puriteinen beschouwden de paus en koning Karel I als de Antichrist en streefden naar een ‘gezuiverd’ christendom. Ze geloofden dat de Joden zich in de eindtijd massaal tot het christendom zouden bekeren. Toen Oliver Cromwell in 1649 aan de macht kwam, mochten de Joden, die sinds 1290 uit Engeland verbannen waren, terugkeren. Dit werd gezien als een tussenstap naar hun uiteindelijke terugkeer naar Palestina waar op dat moment de Ottomaanse Turken de baas waren.

Ook in Nederland was deze Israëltheologie populair, bij sommige aanhangers van de zogenoemde ‘nadere reformatie’. Paas is kritisch over bepaalde aspecten van deze piëtistische stroming onder het calvinisme, die volgens hem maakten dat gelovigen te veel gefocust waren op het vinden van individuele vroomheid en zekerheid in zichzelf. ‘Hoor ik wel bij God?’ Hun existentiële onzekerheid probeerden ze te compenseren met een overdreven Israëlliefde. ‘Houd ik wel genoeg van Jezus? Misschien niet, maar ik hou wel heel veel van Israël.’
De restauratie van de monarchie in 1660 doofde het apocalyptische vuur in Engeland. Maar de millennialistische eindtijdtheologie bleef en verspreidde zich naar Amerika en het Europese continent. Puriteinse kolonisten in Amerika zagen zichzelf als het nieuwe Israël en beschouwden Nieuw Engeland als een ‘stad op een berg’. In de achttiende eeuw geloofden predikers als George Whitefield en Jonathan Edwards dat een massale bekering van Joden en een nationaal herstel van Israël vooraf zouden gaan aan een duizendjarig vrederijk. Dit optimistische toekomstbeeld, bekend als postmillennialisme (Jezus keert terug na het duizendjarig rijk, red.), beïnvloedde de Amerikaanse overtuiging dat hun land door God was voorbestemd om vrijheid en democratie te verspreiden.
In de negentiende eeuw kreeg het premillennialisme (Jezus keert terug, dan pas breekt het duizendjarig rijk aan, red.) voet aan de grond in de Verenigde Staten. Deze stroming verkondigde een pessimistischere toekomstvisie: Jezus zou pas na een reeks rampzalige gebeurtenissen terugkeren, waaronder de ‘rapture’, waarbij wedergeboren christenen van de aarde worden weggenomen, en de Grote Verdrukking, een periode van zeven jaar vol oorlog en vervolging.
Al in de late negentiende eeuw pleitten christenzionisten voor een Joods thuisland in Palestina
De Ierse theoloog John Nelson Darby en de Amerikaan Cyrus Ingerson Scofield gaven hier met hun dispensationalisme een gestructureerde invulling aan. Zij stelden dat de wereldgeschiedenis uit zeven fasen bestond en dat God een apart plan had voor Israël. In deze visie speelde de wederoprichting van een Joodse staat een cruciale rol in de vervulling van de Bijbelse profetieën. Al in de late negentiende eeuw pleitten christenzionisten in de VS en het Verenigd Koninkrijk voor een Joods thuisland in Palestina, nog voordat Theodor Herzl in 1897 het eerste zionistische congres organiseerde. De stichting van Israël in 1948 en de Israëlische overwinning in de Zesdaagse Oorlog van 1967 werden door dispensationalisten gezien als goddelijke tekenen en versterkten hun onvoorwaardelijke steun aan de Israëlische politiek.
Televisiedominees
In de tweede helft van de twintigste eeuw werd het dispensationalisme mainstream binnen de Amerikaanse evangelische beweging. Televisiedominees als Jerry Falwell, Pat Robertson en Tim LaHaye brachten hun apocalyptische, pro-Israëlische boodschap naar een miljoenenpubliek via tv- en radiostations. De Christian Right oefende een enorme invloed uit op de Amerikaanse politiek, vooral op Republikeinse presidenten als Ronald Reagan en George W. Bush. Zij steunden Israël onvoorwaardelijk en gebruikten religieus geladen taal om politieke conflicten te duiden. Reagan noemde de Sovjet-Unie ‘the evil empire’, terwijl Bush Irak, Iran en Noord-Korea als ‘de as van het kwaad’ bestempelde. Na de aanslagen van 11 september 2001 sprak Bush zelfs over een ‘kruistocht’ tegen het terrorisme, wat wereldwijd tot woede onder moslims leidde. Zo werd christenzionisme niet alleen een theologische overtuiging, maar ook een krachtig politiek wapen in het Amerikaanse buitenlandbeleid.
Evangelische Omroep
En hoe zat het in Nederland? Het christenzionisme kreeg een sterke impuls mede dankzij het succes van de evangelische beweging die parallel liep aan een versterking van het al bestaande (potentiële) millennialisme, ook chiliasme genoemd, in de ‘bevindelijke’ reformatorische kerkelijke gemeenschappen. Belangrijk in dit verband was de Evangelische Omroep, die vanaf 1970 postmillennialistische en dispensationalistische Israël-theorieën populariseerde voor het tv-kijkende publiek. De lijntjes met Christenen voor Israël zijn kort. Willem Glashouwer senior was jarenlang voorzitter van de EO, zijn zoon Willem Glashouwer junior was ook jarenlang actief voor de EO en is sinds 1999 voorzitter van de internationale tak van CvI. Via de SGP en de ChristenUnie oefent Christenen voor Israël invloed uit op Den Haag. Ook is voormalig PVV-Kamerlid Wim Kortenoeven auteur voor het CvI-maandblad Israël Aktueel.
Een andere belangrijke reden waarom christenzionisme voet aan de grond kreeg binnen christelijke gemeenschappen in ons land is volgens Paas het schuldgevoel over de Holocaust. ‘Na 1948 kreeg je de idee dat christenen Israël moesten steunen als een soort boetedoening voor de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Maar dat perspectief is ook tijdsgebonden. Tegenwoordig is er meer oog voor het leed van de Palestijnen en zien we het vraagstuk ook door het prisma van de dekolonisatie. Tegelijkertijd zien we dat extreemrechtse jongeren, christenen en niet-christenen, zich juist aangetrokken voelen tot zionisme, omdat zij een bondgenoot zien in het Israëlische nationalisme.’
Geestelijk probleem
Achter de politieke consequenties van de christenzionistische of Israëlistische focus op Israël ziet Paas een geestelijk probleem. ‘Veel christenen verbijzonderen of verheerlijken Israël en hebben die notie verwerkt in hun heilsverwachting. Maar dat is armoedig en misleidend. Het christelijk geloof stelt zijn hoop niet op een natie of een politieke beweging, maar op Christus alleen. Verwacht geen uitzonderlijk heil van of voor Israël, want dat zal nooit de echte vrede kunnen opleveren.’ Bovendien hebben, volgens Paas, christenzionisten meestal niet door dat hun excessieve Israëlliefde bij anderen juist vormen van Jodenhaat oproept.
Paas is niet alleen kritisch op de radicale pro-Israëlbewegingen, maar ook op de soms eenzijdige pro-Palestijnse organisaties zoals Kairos Sabeel en de actiegroep Christelijk Collectief. ‘Ze vragen terecht aandacht voor het onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan, maar schieten in hun politieke ijver soms door. Ze missen dan de kern van het probleem, door het alleen politiek te duiden. We moeten de Bijbel niet op zijn kop zetten door te denken dat God kan worden gevangen in onze politieke antipathieën of sympathieën.’
Voor Paas ligt de kern van het probleem in een verkeerde theologische interpretatie. ‘Zodra je de Bijbel leest door een nationalistische of andere politieke bril, verdraai je de boodschap. Nationalisme, of het nu christelijk, joods, islamitisch, hindoe of seculier is, leidt altijd tot gevaarlijke excessen. Onze identiteit als christenen ligt niet in een land, maar in het Koninkrijk van God.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!