Migratie en diversiteit behoren tot de hete hangijzers van dit moment. Daarom hebben de universiteiten van Rotterdam, Delft en Leiden een nieuw kenniscentrum opgericht waarin wetenschappers de krachten bundelen: het ‘Centre Governance of Migration and Diversity’.
Via onderzoek en onderwijs wil het centrum kennis genereren over migratie en diversiteit. Aan het roer van het centrum staat Peter Scholten, professor Migratie- en Diversiteitsbeleid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De Kanttekening sprak hem over migratie, diversiteit, institutioneel racisme en Black Lives Matter.
Waarom is dit centrum zo belangrijk?
‘Migratie en diversiteit zijn belangrijke kernthema’s geworden in de Nederlandse samenleving en daarbuiten. Als academici moeten we daar wat mee en wij kunnen een bijdrage leveren aan de maatschappelijke discussie, het beleid dat erover wordt gemaakt. We bundelen de expertise van drie universiteiten, om zo sterker te kunnen zijn in het analyseren van migratie- en diversiteitsvraagstukken. Maar het is ook belangrijk om te kijken hoe we als universiteiten zelf omgaan met migratie en diversiteit.’
Waarom is het juist nu nodig?
‘Ik wil het niet alleen ophangen aan het momentum dat er nu is, met de Black Lives Matter-beweging. Maar er komt nu wel steeds bredere maatschappelijke interesse, want migratie en diversiteit zijn echt vraagstukken van alle tijden – niet alleen van nu of van vorig jaar of een paar jaar geleden.
‘Institutioneel racisme ligt nu erg onder een vergrootglas. Een uniek moment van maatschappelijke bewustwording, maar dat is er helaas al generaties lang. De toename van migratie en de verdieping van diversiteit in de samenleving die we de afgelopen decennia hebben gezien, zorgden ervoor dat dit thema langzaam steeds centraler op de agenda kwam te staan – zowel op de maatschappelijke als beleidsagenda – maar ook de wetenschappelijke agenda. Ons centrum is een soort consequentie van die ontwikkelingen.’
Klinkt als een uitdaging?
‘Ja, dat is het wel en er is ook meer kennis nodig. Een van die uitdagingen is het institutioneel racisme en een andere is de vluchtelingencrisis. Die laat zien dat Europa niet goed voorbereid is op migratie, ondanks dat Europa historisch gekenmerkt wordt door migratie. Onze omgang met een thema als dit, dat ik voorlopig nog niet zie verdwijnen, is vaak nog onbeholpen. Daar kunnen wij als onderzoekers ook een rol in spelen, om dat meer te duiden, wat er achter migratie zit en hoe we daarmee om kunnen gaan. Er zijn discussies geweest over de relatie tussen klimaatverandering en migratie en veel discussies waren er op stedelijk niveau. Het zijn allemaal thema’s die in ons centrum samen moeten komen.’
Wat gaat het centrum concreet doen?
‘Wij gaan migratie en diversiteit als onderzoeksthema’s binnen de universiteiten hoger op de agenda zetten en verbinden met onderwijs. We gaan ook kijken naar migratiebeleid, waarbij wij vooral geïnteresseerd zijn in de manier om meer kennis te genereren over hoe je met migratie omgaat. Verder gaan we kijken naar de rol die migratie speelt in de transformatie van steden en daarvoor gaan we samenwerken met verschillende grote steden. We zijn onze maatschappelijke verankering aan het verbeteren.’
‘Er mag meer kennis in het migratiedebat komen’
Welke nieuwe trends ziet u op het gebied van migratie en diversiteit?
‘Een nieuwe ontwikkeling is superdiversiteit. Dat wil zeggen dat diversiteit zelf is veranderd. Het Nederlandse debat voltrekt zich nog sterk langs de lijnen van klassieke doelgroepen, zoals Marokkaans-Nederlands, Turks-Nederlands, Surinaams-Nederlands, maar dat dekt de lading niet meer.
‘De aard van migratie is ook veranderd. Vroeger kwam een migrant hier aan en vestigde zich hier. Nu wordt meer gesproken over ‘mobiliteit’. Mensen migreren soms vaker en verblijven vaker tijdelijk ergens. Het is complexer geworden.
‘Maar ook de coronacrisis heeft invloed op de migratie. De pandemie heeft bestaande ongelijkheden aan de ene kant vergroot, maar er is ook een andere beleidsrealiteit gekomen. Daarbij vraagt men zich af hoe om te gaan met migratie en inclusie, bijvoorbeeld van mensen die vanwege het coronavirus langer in een procedure zitten. Wij willen het feit dat er een crisis is abstraheren. Er zijn vaak crises op dit terrein, maar wij willen kijken wat die crises doen met migratie en diversiteit.’
Hoe kunnen we migratie en diversiteit beter begrijpen?
‘Wij willen als centrum bijdragen aan de kwaliteit van het maatschappelijke debat. Er zijn heel veel opinies en meningen over migratie en die zijn ook belangrijk, maar er mag meer kennis in dat debat komen. Wat werkt wel en wat niet? Veel landen proberen nu de grenzen te sluiten en dat lukt meestal niet goed. Daardoor moedig je irreguliere migratie aan, met nadelige gevolgen voor een land en de migranten zelf. Dat landen zich nu beschermen tegen het coronavirus doet weinig recht aan de internationale ongelijkheid. Covid heeft in sommige landen zo hard toegeslagen dat er vrij grote migratiestromen op gang gekomen zijn, waar nauwelijks een adequaat antwoord op is. Als wetenschappers moeten we daar meer inzicht in geven.’
Gaat dit centrum een nieuw licht op migratie werpen?
‘Ik denk het wel. Er zijn baanbrekende ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit en diversiteit, waarin wij een belangrijke rol in gaan spelen. Wij willen veel meer kennis gaan leveren. Niet alleen over migratie en diversiteit zelf, maar ook over hoe je daar als samenleving mee om kunt gaan. Wat kun je als overheden nu wel en wat niet? Maar ik wil niet beweren dat alles op het gebied van migratie nou zo verschrikkelijk nieuw is. Daar ergeren wij ons als wetenschappers weleens aan, namelijk.
‘Veel processen die we nu zien, hebben we al veel vaker gezien. Daarom nemen bijvoorbeeld ook historici deel aan dit centrum. De pest heeft vroeger al een enorme migratieregulering met zich meegebracht, om maar wat te noemen. Als je door de eeuwen heen naar de migratiegeschiedenis kijkt, dan heeft het meeste zich al een keer voorgedaan. Migratie en diversiteit zijn door de historie heen een constante, maar je ziet dat de maatschappelijke en politieke urgentie om er met wat meer reflectie over na te denken wel wat recenter is.’
Is het migratieprobleem overal hetzelfde of zijn er verschillen?
‘Er zijn hele grote verschillen. Er heerst nog steeds het idee van een nationaal paradigma, dat migratie iets is dat nationaal is, maar dat is het niet. Er zijn grote verschillen tussen regio’s en steden. Steden hebben een ander beleid wat migranten betreft. We kijken dan niet alleen naar grote, maar zeker naar kleine steden, want daar is behoefte aan kennis over migratie en diversiteit.’
Iedere regio of stad moet een eigenstandige benadering krijgen?
‘Precies. Dat is iets wat beleidsmakers liever niet horen, want die willen liever de grote beleidsmodellen van weleer overal op toepassen, maar onze moderne samenleving wordt gekenmerkt door een hoge mate van sociale complexiteit. Als we dat ontkennen en beleid maken dat niet inspeelt op die sociale complexiteit, dan is het beleid al gedoemd om te mislukken. Dus als je het beleid stoelt op de gedachte dat situaties door het hele land hetzelfde zijn, dat er dezelfde vragen leven, dan wordt dat in de praktijk lastig. We moeten dus op termijn toe naar een wat kennisintensiever beleid, om zo naar benaderingen te komen die passen bij de lokale situatie.’
‘Acteur Will Smith zei al: ‘Racism isn’t getting worse, it’s getting filmed’’
Onlangs werd bekend dat er een forse toename van migranten wordt verwacht. In 2050 heeft naar verwachting 30 tot 40 procent van de Nederlanders een migratieachtergrond. Hoe moeten we dat in ons land inrichten?
‘Het is wat minder zwart-wit. Veel mensen zijn tweede en derde generatie en die zijn hier geboren. Het is raar om die mee te tellen. Mag iemand die in Rotterdam geboren is gewoon meetellen als iemand met een migratieachtergrond? Dat vind ik als onderzoeker een lastig vraagstuk. Ik zou mensen die hier geboren zijn niet bij die 40 procent willen tellen. Er wordt nu gedaan alsof die 40 procent de klassieke groepen zijn, zoals Marokkaans-Nederlands en Turks-Nederlands, maar er horen ook Belgen bij of Engelsen, dat zijn ook mensen met een migratieachtergrond. Die 40 procent is een zomaar geconstrueerd nummer en een geprognosticeerde toekomstvoorspelling, waar ik als wetenschapper niet teveel waarde aan hecht.’
Er zijn nu veel Black Lives Matter-protesten. Hoe erg is het in uw ogen gesteld met institutioneel racisme?
‘Het kijken naar raciale ongelijkheid was al onderdeel van ons centrum en voor ons is dit onderwerp alleen maar belangrijker geworden. Ik denk dat er in de samenleving nu een unieke mate van besef optreedt dat het best wel ernstig gesteld is met institutioneel racisme in de maatschappij. Het is vaak heel sluimerend en mensen hebben vaak niet eens door dat ze het doen.
‘Het gaat vaak niet om een expliciete vorm van racisme, die ook bestreden moet worden. Het gaat om een veel impliciete en intensievere vorm, die zit in schoolboekjes, in de culturele code die we aangeleerd krijgen en in het taalgebruik van leidende mensen in de samenleving die een voorbeeld moeten stellen. Als je kijkt naar de ongelijkheid in de Nederlandse samenleving, dan is die nog steeds heel groot. Ook binnen migrantengroepen bestaan er grote ongelijkheden, een negatieve beeldvorming van migranten, minder kans om aangenomen te worden, ook bij dezelfde kwalificaties.’
Wat kunt u daar als centrum aan doen?
‘Als eerste moet er besef komen. Daar gaan we nu gelukkig heen, daar zie ik goede ontwikkelingen. Eindelijk. Maar dat besef moet zich gaan vertalen in acties en daar maak ik me wel zorgen over, want wat als het momentum weer weg is? Ik vind het een verantwoordelijkheid van ons om ervoor te zorgen dat het op de agenda blijft. De oplossingen zijn ook niet simpel, maar ze zijn er wel. Je zult op een systematische manier moeten gaan kijken naar hoe we de samenleving hebben ingericht.
‘Ik vergelijk het vaak met hoe vrouwenemancipatie zich ontwikkelt. Daar zijn we ook nog lang niet klaar, maar daar zijn we heel systematisch gaan kijken naar wat gender bijvoorbeeld betekende voor de manier van solliciteren, voor de manier van onderwijs geven of voor de historische canon. Ik denk dat de enige manier om migratie-gerelateerde diversiteit ook die plek te geven die het verdient, is door dat van dezelfde systematische acties te voorzien. Niet simpel, maar wel een structurele oplossing die nodig is en de enige oplossing waarvan ik denk dat die zou kunnen werken. Iedereen heeft hier een verantwoordelijkheid in en dat besef moet nu bij iedereen gaan landen. Maar er is nog een lange weg te gaan.’
‘Ons centrum steunt Black Lives Matter’
Er zijn nu wereldwijd Black Lives Matter-protesten. Waarom denkt u dat die protesten er zijn?
‘Het is een sluimerend proces, een ongelijkheid die er altijd al geweest is. Het momentum was daar. Acteur Will Smith zei al: ‘Racism isn’t getting worse, it’s getting filmed’. Daar geloof ik ook wel in. De kracht van beelden komt ineens binnen. Iets dat al decennialang gebeurt zie je nu pas echt. Dan moet je wel van hele goede huize komen als je naar die beelden kijkt en ontkent dat er een probleem is.
‘De coronacrisis heeft ons ook gevoeliger gemaakt, want die crisis heeft de meest kwetsbaren in de samenleving heel hard geraakt. Vandaar dat de actiebereidheid heel erg groot is. Kijk maar naar de demonstratie op de Dam. Veel – vooral witte – mensen waren verontwaardigd dat er geen anderhalve meter afstand gehouden werd. Maar dat deed geen recht aan het feit dat de ernst en de urgentie van het thema voor de mensen die daar stonden zo groot was, dat ze het er voor over hadden, dat het van de kwaden de minst kwade was. Voor degene die daar steun betuigden is institutioneel racisme zo ernstig, dat ze tijdens de crisis toch zijn gaan demonstreren om te laten zien dat de maat echt vol is.’
Wat is het standpunt van het kenniscentrum over die demonstraties?
‘Ons centrum steunt Black Lives Matter. De recente protesten, zowel in Europa als in de Verenigde Staten, bieden een gelegenheid om na te denken over de wijdverspreide gevolgen en bijzondere uitingen van racisme. De demonstraties nu zijn dan wel het gevolg van recent politiegeweld, maar delen de blijvende erfenis van het kolonialisme en de huidige vormen van racisme en structureel geweld die we ook in Europa en Nederland moeten blijven erkennen en rechtzetten. Wij willen onze verantwoordelijkheid nemen om ervoor te zorgen dat we ons ethisch, gezamenlijk en inclusief inzetten voor ons wetenschappelijk werk, om het herstel van het institutioneel racisme te erkennen en te heroriënteren.’
Wat is er in het verleden fout gegaan?
‘Dit gaat al eeuwen fout. Wat daar ook fout aan is, is dat we er geen adequate reactie op hebben.
Nu komt dat bewustzijn. Dat is positief, het heeft de aandacht, en nu doorpakken. Geen woorden maar daden. Wij als wetenschappers hebben nu de verantwoordelijkheid om bij te dragen dat dit momentum wordt gegrepen en wordt vertaald naar concrete acties. Wat kun je nou precies doen? Ik denk dat veel mensen, ambtenaren, zich afvragen wat er concreet moet veranderen.’
Wat moet er concreet veranderen volgens u?
‘Als ik het concreet maak, dan is er de neiging om het te versimpelen. Maar iedereen, ook bedrijven en de overheid, moet kritisch kijken naar welk beeld ze willen uitstralen als ze iemand aannemen, welk taalgebruik daarbij hoort. Maar als ik nu zeg wat er concreet veranderd moet worden, dan suggereer ik misschien dat er een soort quick fix is en die is er niet. Er is wel wat aan te doen, maar dat moeten structurele aanpassingen zijn, waar een lange adem voor nodig is en wat een hoge mate van betrokkenheid vergt. De politiek moet hier ook echt wat mee gaan doen. Het staat nu wel op de politieke agenda, maar het moet zich gaan vertalen van woorden naar daden.’
‘Iedereen moet kritisch kijken naar welk beeld ze willen uitstralen als ze iemand aannemen, welk taalgebruik daarbij hoort’
Wat moet er volgens u gebeuren met het antiracismebeleid?
‘Alle organisaties in Nederland moeten heel kritisch naar zichzelf kijken. Hoe kan het dat we dit zo lang zo ver hebben laten komen? Iedereen moet het eigen beleid weer onder de loep nemen en doordenken. Klopt het allemaal nog wel? Op alle gebieden, bij de omroepen, onderwijs, de arbeidsmarkt of in de politiek, moet nagegaan worden wat er gedaan moet worden om dit naar het volgende niveau te tillen. We moeten kijken naar wat er nodig is om iets te kunnen doen. Er is namelijk een probleem en dat moet opgelost worden.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!