Het leven kan hard zijn als je diep in de schulden zit en ook nog eens met racisme te maken krijgt. Ondernemer Kevin de Randamie en sociaal werkster Celien Anches hadden schulden van tienduizenden euro’s, ondernemer Gerald Vreden raakte zijn huis en zijn gezin kwijt. En zangeres Yuli Minguel verloor haar dochtertje en kreeg te maken met een racistische politie. Alle vier hebben hun persoonlijke crisis overwonnen en zetten hun levenservaring in om anderen te helpen, ook mensen uit de zwarte gemeenschap. Wat zijn hun levenslessen?
‘Kijk niet alleen naar theoretische modellen, maar ook naar de praktijk’
Kevin de Randamie (45) is ook wel bekend onder zijn rapartiestennaam Blaxtar. Hij is de broer van rappers O-Dog en Typhoon en zangeres Dinopha. De Randamie heeft door schade en schande geleerd om ondernemer te worden. Tegenwoordig timmert hij vooral aan de weg als ‘creatief ondernemer’ en heeft hij Cre8tiveRevolution opgericht, de eerste opleiding in Nederland die zich specialiseert in het ontwikkelen van een ondernemers mindset bij creatieve professionals.
‘Ik gaf workshops en verdiende best leuk geld, voor die tijd. En had geen financiële problemen. Maar de wetgeving veranderde. Ik moest zzp’er worden. Ik werd niet meer uitbetaald per papiertje. Het ging mis toen ik een eigen label oprichtte om mijn muziek uit te brengen via een eenmanszaak. Want dan is je eigen vermogen niet beschermd tegen zakelijke risico’s. De Belastingdienst stuurde mij veel aanslagen, maar ik deed niet op tijd aangifte. Als je dat niet doet, dan verzint de Belastingdienst wat je moet betalen.’
Na een tijdje had hij een schuld van een kwart miljoen euro. Maar met hulp van iemand die de goede bedragen invulde, bleek dit ‘slechts’ 30.000 euro te zijn. ‘Die betaalde ik snel terug. En nu maak een omzet van een paar ton per jaar.’
De Randamie richt zich niet specifiek op de zwarte gemeenschap, maar hij heeft een groot netwerk onder zwarte artiesten en zwarte ondernemers. ‘Racisme belemmert helaas nog steeds zwarte mensen om de top de bereiken. Dat geldt ook voor andere factoren, zoals onderwijs. Je moet als zwart persoon extra hard je best doen als je mee wil tellen. Dat hoeven mensen die niet met al die -ismen te maken hebben niet op die manier.’
‘Mijn doel is om mensen de waarde van creativiteit in te laten zien, waardoor ze hun ideeën beter en met meer kracht kunnen laten landen in deze vaak zieke realiteit’, vertelt hij over zijn nieuwste bedrijf Cre8tiveRevolution. ‘Het probleem is dat mensen in belangrijke posities heel zelden de mensen met de creatieve ideeën zijn. Want de maatschappij stimuleert creativiteit niet. Aan de top is creativiteit minimaal. We hebben daarom een sterke beweging nodig, van mensen die vanuit hun idealisme kunnen spreken, we moeten ervoor zorgen dat zij betere posities krijgen, zodat creativiteit meer gewaardeerd wordt.’
Wat is de sleutel tot succes? ‘Als je iets moois wil opzetten, praat dan met verschillende mensen. Kijk niet alleen naar theoretische modellen, maar ook naar de praktijk. Zo bereid je je goed voor.’
‘Zoek altijd naar mogelijkheden’
Ook de 58-jarige Celien Anches zat diep in de schulden. Anches heeft als bijnaam ‘Glamma’, wat staat voor ‘Glamorous Grandma’. ‘Ik heb twee dochters en tien kleinkinderen’, vertelt ze trots.
Begin jaren tachtig emigreerde Anches van Suriname naar Rotterdam-West. ‘Nederland is echt een geweldig land, maar niet zo geweldig is dat je zo gemakkelijk kunt lenen. Ik kreeg te maken met de schuldenproblematiek omdat ik overal maar dingen bestelde, zoals kleding en huishoudelijke spullen, onder andere via Wehkamp. Ik had na verloop van tijd zoveel schulden dat ik het niet meer zag zitten. Ik heb toen keihard gewerkt om mijn schuld, meer dan 50.000 euro, af te kunnen betalen. Dat is uiteindelijk gelukt.’
Deze ervaring heeft Anches bewuster gemaakt, vertelt ze. ‘Ik ben ervaringsdeskundige geworden. Ik volgde veel trainingen, over hoe je om moet gaan met geld. Nu help ik vrouwen die in eenzelfde schuitje zitten.’
Onder haar bijnaam Glamma zet Anches zich in voor moeders en voor kinderen die het minder hebben. Ze wil straks werken via de stichting Glamma’s Foundation, maar die moet nog wel worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, vertelt ze. Ondertussen groeit het werk enorm. ‘We begonnen in Rotterdam, maar we helpen nu ook gezinnen in de randgemeenten, en ook in Amsterdam en Almere.’
‘We hebben een heel netwerk opgebouwd, dankzij de Facebookgroep van mijn dochter. Die groep, Mommy’s Poppin, heeft inmiddels als 16.000 leden. Ik en de andere vrijwilligers beginnen elke dag om elkaar te motiveren. We krijgen allerlei hulpvragen binnen, en daar maken we dan een actie op. Bijvoorbeeld om die of die moeder en haar gezin ergens mee te helpen. We ondersteunen trouwens nu ook twee alleenstaande mannen, die de zorg voor de kinderen hebben.’
Met racisme heeft Anches nauwelijks te maken. Ook voor vrijwilligerswerk speelt racisme als factor zelden een rol, want armoede treft zwart en wit, vertelt ze. Wel zijn enkele moeders in de Facebookgroep elkaar een keer in de haren gevlogen over Zwarte Piet. ‘We proberen dit soort discussies uiteraard te vermijden.’
‘Het is niet erg om hulp te vragen’, benadrukt Anches. Als je in de put zit, moet je daar niet in blijven zitten, maar anderen vragen om je hieruit te helpen. Verder vindt ze het belangrijk dat mensen hun dromen navolgen. ‘Zoek altijd naar mogelijkheden. Denk niet in beperkingen. Zoek altijd de grens op van wat kunt je bereiken.’
‘Als je weet waar je vandaan komt, dan weet je ook wie je bent’
Gerald Vreden (41) is directeur van First Noble, een culturele onderneming die kunstenaars, creators en schrijvers van kleur helpt slagen in de wereld van entertainment, kunst en cultuur en hen een gevoel van trots en financiële onafhankelijkheid wil teruggeven. Daarnaast wil First Noble de rijke Afro-Caribische cultuur via nieuwe technologieën promoten. Hierbij staan creativiteit en originaliteit voorop, benadrukt Vreden. ‘Hiphop is nu mainstream geworden, maar ook erg commercieel. Dat laatste vind ik heel jammer, want daardoor is de creativiteit deels verloren gegaan.’
Om die reden stort Vreden zich nu op afrofuturisme, een kunstzinnige en filosofische stroming die een utopische Afrikaanse toekomstvisie promoot. ‘Afrofuturisme is niet alleen maar zwarte sciencefiction. Het is veel meer. Het is kracht. Het is een nieuw narratief, dat zwarte mensen hoop geeft op een betere toekomst, waarover ze zelf beslissen.’
Voordat hij zijn passie ontdekte, lag Gerald languit op de grond. ‘Na een zware periode, waarin ik met mijn gezin naar het buitenland was geëmigreerd, liep het fout tussen mij en mijn ex. Ik raakte mijn huis kwijt, mijn bedrijf en mijn gezin. Ik kwam in een burn-out terecht en raakte ook persoonlijk failliet.’
Hij keerde terug naar Nederland, maar zat zonder werk en zonder inkomen. ‘Ik sliep op de bank bij mijn broer. Ik was mentaal helemaal aan de grond. Het besef daalde bij mij in dat ik niet mijn eigen leven leefde. Ik leefde niet vanuit mijn hart. Ik heb mij toen teruggetrokken in mijzelf, en mijn hele leven opnieuw ingericht. Dus ik ben gaan schrijven. Dat was deels zelftherapie, om mijn geestelijke gezondheid te bewaren. Hierna kwam het besef dat ik het in mij heb om de verandering in de wereld te zijn die ik graag bij anderen wil zien. En ik heb toen samen met mijn broer Steven First Noble opgericht.’
Om deze organisatie te financieren. ging Vreden voor het eerst van zijn leven in loondienst. Al die tijd, vanaf zijn zeventiende, had hij als ondernemer gewerkt. ‘Dankzij mijn baan kon ik First Noble opbouwen en mijn carrière als auteur. Ik stond elke dag op vier uur ‘s nachts op om te schrijven, om op negen uur ‘s ochtends te starten op het kantoor, om daarna vanaf zes uur in de avond te werken aan ons First Noble Institute.’
Gerald heeft zijn draai nu weer gevonden. ‘Ik wil mensen bereiken met Afro-Caribische verhalen en hun blikveld verbreden met een andere kijk op wereldgeschiedenis. Wereldgeschiedenis met een ander perspectief dan het westerse. Dit kan via boeken. Met First Noble zijn wij hiermee aan het pionieren. In januari verschijnt het eerste deel van Nederlands eerste afrofuturistische novel serie, His story of the world, maar we willen lezers ook bereiken via graphic novels, virtual reality-producties en exposities in het museum. We hebben een missie om de media en cultuursector een stukje inclusiever en diverser te maken.’
Zijn droom is om een positieve verandering teweeg te brengen. ‘Ik wil dat mensen met Afrikaanse roots trots zijn op hun erfenis, hun cultuur. Als je weet waar je vandaan komt, dan weet je ook wie je bent en wat jouw plek kan zijn in deze wereld.’
‘Je moet je niet identificeren met de rollen die je speelt in je leven’
Yuli Minguel (44) was altijd verlegen om op de planken te staan. Maar toen kwam de talentenjacht Idols. Yuli deed in 2003, op 24-jarige leeftijd, mee aan het eerste seizoen van dit talentenjachtprogramma.
‘Ik belandde uiteindelijk in de finale en werd negende. Het was een enorme hype. Iedereen in Nederland keek naar dit programma en had er een mening over. Maar volgens de juryleden paste ik niet in het hokje van een ‘echte idol’, omdat ik te dik zou zijn. Mijn wortels liggen op Curaçao, waar mijn volle figuur wordt gewaardeerd. Maar in Nederland zou er – aldus één van de juryleden – in geen enkele tienerkamer een poster met mij hangen, vanwege mijn uiterlijk.’
Deze kritiek maakte Yuli erg onzeker, maar dankzij het lezen van het boek De Kracht van het nu van Edgar Tolle ontdekte ze een nieuwe balans: ‘Je moet niet identificeren met de rollen die je speelt in je leven, zoals bijvoorbeeld zangeres, maar vanuit je ziel leven. Je moet, met andere woorden authentiek zijn.’
Na Idols brak een fantastische tijd aan. ‘Ik zong mee in het achtergrondkoor van Mariah Carey, ging mee op een tour van Justin Timberlake, speelde mee in de musical Hair en deed mee aan The X Factor UK.’ Toen ontmoette ze haar man, werd verliefd en raakte zwanger. Haar leven ging een andere fase in.
In Flair vertelde Minguel eerder uitgebreid over het grootste trauma uit haar leven: het verlies van haar drie maanden oude dochter Lua. Een verschrikkelijk tragisch ongeluk, maar een dag na haar overlijden moesten Minguel en haar man zich verantwoorden voor een jury van de gemeente Rotterdam.
‘De herinnering aan die dag kwam een kwartier geleden weer naar boven, toen ik langs het stadshuis liep’, vertelt Minguel in het Rotterdamse Café Dudok. ‘De casemanager had het rapport niet gelezen, maar had wel meteen zijn oordeel klaar. ‘Jij gaat naar de next level’, zei hij. Er kwam heel veel druk op ons, als ouders. Uiteraard voelde ik mij verschrikkelijk schuldig over wat er gebeurd was, maar het was niet mijn schuld. Een paar maanden na het overlijden van Lua werd ik bovendien verhoord door de politie. Die meende dat ik mijn dochter zwaar zou hebben mishandeld, met de dood tot gevolg. Sindsdien ben ik tot het besef gekomen hoezeer de politie en ook witte hulpverleners oogkleppen op hebben.’
Veel meer moeders worden aangevallen, omdat ze slechte moeders zouden zijn, vervolgt Minguel. ‘Ik sta hen bij, zodat ze mentaal weerbaar worden. Vanuit de politie en de hulpverlening wordt veel aan postcodediscriminatie gedaan. Mijn moeder komt uit Heiloo, een dorp in Noord-Holland. Dan word je niet kritisch bekeken. Maar dat word je wel als je in de Rotterdamse wijk Feyenoord woont. Ik ga hierover een boek schrijven en een theaterstuk. Zodat ik vrouwen met soortgelijke ervaringen een hart onder de riem kan steken.’
Politieagenten en hulpverleners laten zich volgens haar te vaak leiden door negatieve stereotype beelden. ‘Het is een VOC-mentaliteit: Hollanders die de mensen in de rimboe even leren hoe het wel moet. Niemand durft te zeggen dat de Nederlandse cultuur racistische kenmerken heeft. ‘Ik ben geen racist’, zeggen mensen dan boos. Maar daar gaat het niet om. Het gaat om een bepaalde mindset die uitgaat van een diep wantrouwen tegen zwarte mensen in de zogenoemde probleemwijken. Er wordt geen hulp geboden door de instanties; ze zetten meteen hun machtsmiddelen in. Hulpverleners denken dat zwarte mensen in de kern heel anders zijn. Dat is niet zo. Alle mensen – zwart en wit – hebben behoefte aan liefde, zorg, die dingen. Ze zijn niet anders.’
Zingen doet Minguel nog steeds. Ze begeleidt nu met haar Your Soul Academy artiesten, mensen die professioneel willen worden én mensen die het gewoon leuk vinden om te zingen. Haar belangrijkste les: ‘Je moet durven om vals te zingen. Veel mensen durven niet te zingen, omdat ze bang zijn dat ze vals zingen. Maar dat is niet erg. Je moet juist heel veel zingen, plezier hebben in het zingen, ervaring krijgen in het zingen. En dan jezelf sculpturen met techniek. Dat is dé manier.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!