13.9 C
Amsterdam

Ruimte voor verleden én heden bij de alternatieve herdenking

Tayfun Balcik
Tayfun Balcik
Journalist en historicus.

Lees meer

In Den Haag kwamen duizenden mensen bijeen voor een alternatieve dodenherdenking, met aandacht voor alle oorlogsslachtoffers. ‘Wij zijn in onze gedachten ook bij Gaza.’

In aanloop naar de inclusieve herdenking in Den Haag is al veel gezegd bij praatprogramma’s. Zo voelde het voor journalist Frits Barend dat ‘onze herdenking’ wordt afgepakt, een veelgehoorde beschuldiging in rechtse kringen. De organisatie van de alternatieve dodenherdenking denkt daar anders over.

‘Temidden van het uitzichtloze oorlogsgeweld van nu hebben veel Nederlanders de behoefte om álle slachtoffers van oorlogsgeweld – mede door toedoen of nalaten van de Nederlandse staat – een plek te geven’, staat op de website. De initiatiefnemers, waaronder Tessa Terpstra en Angélique Eijpe, noemden op tv expliciet ‘de genocide in Gaza’, waaraan volgens hen de Nederlandse staat medeplichtig is.

Op de dag zelf speelt deze discussie een centrale rol bij veel bezoekers. Ze hebben bijna allemaal bloemen meegebracht naar de Koekamplaan in Den Haag, waar de herdenking plaatsvindt op het grasveld, onder de grote bomen.

‘Ik kom uit Enkhuizen’, zegt Bob Beuver (60), die net komt aanlopen. ‘Normaal ga ik naar de Dam in Amsterdan, maar omdat meneer Schoof daar spreekt, vond ik het beter om hierheen te komen.’

Hij heeft geen boodschap aan mensen die het ongepast vinden om een alternatieve herdenking te organiseren. ‘We kunnen niet allemaal naar Amsterdam’, zegt hij. ‘Ik wil sowieso niet ergens staan waar Schoof spreekt en waar Martin Bosma van de PVV aanwezig is vanwege hun positie in het huidige conflict in Gaza. En als mensen het ongepast vinden, dan moeten ze hier niet komen. Iedereen herdenkt op zijn eigen manier.’

Beeld: Ewoud Butter

Ine Wiersma uit Leiden (58) vindt het fijn dat er meer dan de verwachte vijfhonderd zijn afgekomen op de alternatieve herdenking. Uiteindelijk zullen er ongeveer 3500 personen zijn, volgens de organisatie.

Naar de Dam gaat Wiersma sowieso niet, omdat ze die herdenking te formeel en massaal vindt. ‘Ik houd van kleinschalig herdenken’, zegt ze. ‘Het blijft goed om stil te staan bij de mechanismen die geleid hebben tot de oorlog en het nationaalsocialisme in Duitsland en alles wat daarmee samenhangt.’

Ze hekelt de ‘slappe’ houding van de Nederlandse regering ten opzichte van de Israëlische regering en kiest haar woorden goed. ‘Dan heb ik het niet over Israël en de Joden, maar over de Israëlische regering van dit moment, die een bepaalde bevolkingsgroep uitmoordt.’

De twintiger Ewout de Man is op de herdenking afgekomen omdat hij zich niet helemaal kan vinden in de reactie van het Comité 4 en 5 mei. ‘Daarom voelt deze herdenking iets beter wellicht.’

Hij doelt op het exclusieve karakter van de Nationale Herdenking, waar geen plek is voor het herdenken van het leed van nu. ‘Ik sta nog steeds compleet achter wat er op de Dam gebeurt, alleen is stilstaan bij wat er nu gebeurt iets extra’s dat mij hierheen heeft geleid.’

Het oudere koppel Edith (55) en Jan (56) uit Rotterdam noemt ook de uitsluiting van het heden bij de officiële herdenking een ‘heel bewuste’ reden om naar Den Haag te komen. Jan kan er met zijn gedachten niet bij dat mensen dit ongepast vinden.

‘Het thema is toch ‘nooit meer’, daar hoort dus ook het nu bij. En aangezien daar geen gelegenheid voor was op de Dam, zijn we hierheen gereden. Wij zijn in onze gedachten ook met wat er in Gaza gebeurt, meer dan 52.000 doden inmiddels. Het is niet te begrijpen dat we toestaan wat daar gebeurt.’

Teleurgesteld in Arnon Grunberg

Meer mensen zouden zich moeten uitspreken, vinden beiden. Ze noemen ook de discussie eerder op die dag tussen de schrijver Arnon Grunberg en mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld bij Buitenhof, waar Grunberg bijna schouderophalend en cynisch de zogenoemde ‘machteloosheid van Nederland’ inbracht tegen Zegveld, die juist blijft opkomen voor het internationale recht waar Nederland zich aan heeft gecommitteerd, maar niet naar handelt.

Jan is diep teleurgesteld over de houding van Grunberg. ‘Ik vond hem absoluut niet sterk. Alsof hij per se zand in de wielen wilde strooien van een heel goed initiatief (de alternatieve dodenherdenking) en een heel goed standpunt van haar.’

Edith: ‘Het internationale recht is het enige wat we nog hebben. We moeten ons met nog meer landen uitspreken. Als we dat niet doen, dan is er echt niks anders dan het recht van de sterkste. We werden er echt emotioneel van voor tv. Waar gaan we naartoe als we het recht gaan negeren?’

Iets verderop staat Marjolein uit Gelderland (70) mee te luisteren. Ze vindt naar Den Haag komen ‘het juiste om te doen’.

‘Dit is beter dan Amsterdam’, zegt ze grijnzend. Ook bij haar gaat het er niet in dat deze herdenking ongepast zou zijn. ‘Iedereen herdenkt zoals hij of zij het zelf wil, ongeacht waar je bent. Weet je wat ik pas ongepast vind? Dat sommige christelijke gemeenten de herdenking naar 3 mei hebben verplaatst, vanwege de zondagsrust’, zegt ze met rollende ogen.

‘Sorry, maar mijn oom is in de oorlog gearresteerd op zondag, omdat hij Duitse militaire voertuigen wilde saboteren. Het heeft hem zijn leven gekost. Het is dan heel beledigend om te horen dat mensen vanwege de zondagsrust de dodenherdenking willen verplaatsen naar 3 mei. Belachelijk! Alsof de oorlog niet doorging op zondag.’

Over de herdenking op de Dam wil ze nog kwijt dat er te veel ‘gecoördineerd’ zou worden in hoe mensen moeten herdenken. ‘Laat mensen daar vrij in’, aldus Marjolein.

Dan begint het programma met de cultuurhistoricus Mark Kulsdom als eerste spreker en moderator van de avond.

‘Herdenken is ook oog hebben voor de pijn van nu’

‘Tachtig jaar geleden eindigde de Duitse bezetting en riepen we nooit meer fascisme, nie wieder, never again’, zegt hij. ‘Maar wat betekent nooit meer nog als in het heden in Gaza en elders in de wereld zulke pijnlijke en confronterende parallellen te trekken zijn, en als we ons niet uitspreken tegen het geweld en voor de slachtoffers van nu?’

Herdenken is volgens Kulsdom niet een ritueel van selectief terugkijken, maar ook oog hebben voor het leed en de pijn van toen en nu. ‘Daarom creëren wij hier vanavond een plek met ruimte voor ieders geschiedenis en persoonlijk verhaal van verlies, door oorlog, onderdrukking en genocide.’

Herdenken en nadenken

Na Kulsdom komt de bekendste spreker,  Holocaustoverlevende en nabestaande, oud-minister (PvdA) Hedy D’Ancona aan het woord. Ze kreeg het vorige week aan de stok met Frits Barend in de talskshow Bar Laat, die haar beschuldigde ‘tegen democratie’ te zijn, omdat ze het oneens is met de deelname van extreemrechts (PVV) aan de Nationale Dodenherdenking. ‘Wat een flauwekul’, zei ze toen.

Ook bij haar toespraak vandaag neemt ze de PVV weer op de korrel. ‘Terugkijkend zie ik het gevaar van populistisch leiderschap. Toen, maar ook nu. Leiders die de dood van zes miljoen misbruiken voor een visie die de hoop op een rechtvaardige samenleving verschuift naar een rechtvaardiging van hun eigen wangedrag. Daarom pleit ik voor het verbinden van het verleden aan het heden en aan de hoop op een rechtvaardige toekomst. Herdenken en nadenken. Voor mij zijn ze onlosmakelijk verbonden.’

‘Mijn kinderen kwamen vast te zitten in het puin’

Onder luid applaus neemt ze weer haar plaats in het publiek. Het podium is nu voor Mohammed Zaanoun, de Palestijnse fotojournalist uit Gaza. ‘Ik richt me vandaag tot jullie als vader die zijn kinderen probeert te beschermen’, zegt hij in het Arabisch, dat door een tolk in het Engels wordt vertaald. ‘Ik verliet Gaza niet voor een nieuw leven hier, maar omdat ik gedwongen werd te vertrekken. Het leven in Gaza is voor ons onmogelijk geworden.’

Hij vertelt nauwgezet hoe zijn huis werd gebombardeerd door Israëlische straaljagers, terwijl zijn kinderen nog thuis waren. ‘Ik zal die nacht nooit vergeten. De muur trilde, het plafond stortte in en mijn kinderen kwamen vast te zitten in het puin. Hun gezicht veranderde in pure angst. Ze waren stil, ze schreeuwden niet, ze keken me slechts aan, alsof ze zich al hadden overgegeven aan de dood.’

Zaanoun richt zich dan tot het publiek. ‘Jullie kijken toe hoe mensen worden vermorzeld. Maar jullie stem kan een verschil maken. We vragen jullie om je uit te spreken over Gaza, om te handelen uit menselijkheid en je platforms te gebruiken om een eind te maken aan dit beleg, voor de onmiddellijke toegang van humanitaire hulp en voor de bescherming van onschuldige burgers.’

Na Zaanoun is het woord aan de antropologe Gloria Wekker en de Bosnisch-Nederlandse journalist Mustafa Hadziibrahimovic. Wekker plaatst de genocide in Gaza in de context van het culturele archief van vierhonderd jaar imperialisme. ‘We beschouwen onszelf nog steeds als superieur en zien anderen, mensen van kleur, als minder. Dat archief is nooit goed onderzocht of ontmanteld. Het is een systeem dat in ons allen zit. En als we niet heel hard eraan werken om er tegen in te denken en te handelen, kunnen genocides zoals in Gaza gebeuren’, waarschuwt ze.

Waken voor generalisaties

Hadziibrahimovic vertelt met veel emotie in zijn stem over zijn ervaringen als kind in de oorlog in het voormalige Joegoslavië. ‘Ik heb mensen zien vermoord worden, doodgemarteld, uitgehongerd, geslagen, vernietigd, vernederd en ontmenselijkt. Alleen maar omdat ze een andere naam hadden. Namen die op mijn naam lijken. Wat ik toen heb gezien, draag ik als een onuitwisbaar trauma mijn hele leven lang.’

Vervolgens meldt hij als volgt op hoge toon: ‘Ik zal nooit zeggen dat het Serviërs waren die het deden. Het waren nationalisten, fascisten en oorlogsmisdadigers. We moeten waken voor generalisaties.’

Ook hij richt zijn pijlen op het huidige kabinet. ‘Nu, ruim dertig jaar later, is mijn naam en dit soort namen weer een probleem. Hier in Nederland, in Den Haag, in de Nederlandse politiek, media en onze samenleving. Er zijn fascisten in ons kabinet. We moeten het niet meer verhullen met zachtere bewoordingen. Lieve mensen, het is fascisme. De tijd om stil te zijn, te zwijgen, niets te doen is voorbij.’

Ook hij krijgt veel applaus van het publiek.

Door de vele sprekers komt de ceremonie in tijdnood en worden de laatste zegeningen in versneld tempo naar alle windrichtingen toe uitgevoerd. Met het taptoesignaal van de trompet valt de Koekamplaan, buiten het getjilp van de vogels en het gedonder van een vrachtwagen op het Malieveld, volledig stil. Twee minuten lang, samen met de rest van Nederland.

Oudere Israëlische man

Aan het einde van de avond dringt iedereen naar het podium om de bloemen neer te leggen voor het podium, wat haast onmogelijk is door de drukte. Het gipskruid in mijn hand geef ik aan iemand met de opdracht het te plaatsen namens alle solidaire collega’s: ‘voor alle omgekomen Palestijnse journalisten, hun familieleden en nabestaanden.’

Voordat ik mijn perskaart weer opberg in mijn jas, word ik nog aangesproken door een oudere Israëlische man, die dacht dat ik één van de sprekers was.

‘U heeft mooi gesproken, meneer’, zegt hij. Hij wil blijven praten, ook nadat ik hem vertelde dat ik niet had gesproken. ‘Weet u, ik ben in Israël geboren, daar opgegroeid en gehersenspoeld. Het raakt me diep wat mijn land aanricht in Gaza’, zegt hij met betraande ogen, terwijl hij zich verontschuldigt. ‘Misschien is het de leeftijd’, voegt hij na een stilte toe. ‘Ik heb daar een foto neergelegd van een meisje dat is omgekomen. Ik weet niet of het ons zal helen. Mijn enige hoop voor Israël is dat de Arabische Israëliërs het overnemen. Alleen zij kunnen nog enigszins normaal denken. De rest is gek’, zegt hij met een wegwerpgebaar, en loopt aangeslagen weg.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -