Is het ‘zelf-segregatie’ als mensen van kleur zich terugtrekken uit de dominant ‘witte’ Nederlandse samenleving en het fijn vinden te chillen onder elkaar? Psychiater Glenn Helberg vindt van niet. Volgens hem zoeken mensen vooral een veilige omgeving met ‘plezierige culturele codes’.
De Kanttekening spreekt met de Antilliaans-Nederlandse Glenn Helberg over de behoefte van minderheden om zich terug te trekken – ook al zegt hij gelijk, dat hij het niet zo zou noemen. Helberg is een belangrijke stem in multicultureel Nederland.
Als het geen terugtrekken is, hoe zou u het dan noemen?
‘Hernemen, hergroeperen, veilig voelen, onder mensen zijn die geen vragen stellen over wie je bent, maar die je onvoorwaardelijk accepteren. Je voelt je op je gemak, deelt samen sociale codes, noem allemaal maar op. Dat maakt het leven allemaal gemakkelijker.’
Herkenbaar, maar ik heb ook het gevoel dat het segregatie is.
‘Nou, niet per se, maar je kunt het tot segregatie maken als het alleen maar daarbij blijft en je geen verbinding maakt met andere groepen in de samenleving. In de Nederlandse samenleving is het geoorloofd om je in de diverse groepen te begeven zonder dat daar een oordeel op wordt geplakt. Bovendien, in deze samenleving is bijna iedereen wit. Wanneer autochtone Nederlanders zich ergens in de Nederlandse samenleving willen onderdompelen in de eigen sociale groep, dan is dat geen terugtrekken, maar even op een andere plek zijn. Niet alleen fysiek naar Friesland, Groningen, Drenthe, een weekendje weg, name it, maar ook cultureel onder elkaar zijn. Voor Nederlanders van kleur – die helaas nog steeds worden beschouwd als mensen ‘die hier niet horen’ – lijken er andere regels te gelden. Zodra zij zich op een plek begeven waar meer mensen zijn die op hen lijken, dan is dat opeens segregatie. Vooroordelen kunnen alleen maar groter worden als je het op die manier benoemt. Maar we moeten ons realiseren dat die behoefte om tijdelijk tot adem te komen er wel degelijk is.
De verschrikkelijke aardbeving in Turkije laat volgens Helberg goed zien hoe belangrijk het is voor mensen, in dit geval Turkse Nederlanders, om zich terug te kunnen trekken in de eigen kring. ‘Je bent diep geraakt door iets wat zich afspeelt in jouw moederland. En omdat je diep geraakt bent, ga je je er logischerwijs mee bemoeien. Dan ben je niet bezig met segregeren, dan reageer je vanuit je hart. Heel belangrijk op zulke momenten is natuurlijk ook de compassie van anderen. Dat is hartverwarmend en maakt een diverse gemeenschap echt tot een gemeenschap.’
Waar komt de behoefte vandaan jezelf terug te trekken in de eigen cultuur?
‘Wanneer je met een aantal culturen bij elkaar bent, zijn er aan de oppervlakte – dus bijvoorbeeld hoe je er uitziet, hoe je de taal gebruikt, of je een hoofddoek draagt – verschillen die zichtbaar zijn. Daar hebben mensen oordelen over, die je allemaal op sociale media kunt lezen. Maar er zijn ook subtielere oordelen over cultuurverschillen. Bijvoorbeeld als een moslima geen hoofddoek draagt en de haren laat wapperen, mag ze opeens wel Turks of Marokkaans zijn en worden er geen opmerkingen meer over haar gemaakt. Dan lijkt ze er op dat moment wel bij te horen in de ogen van de dominante cultuur. Maar dan is nog niet gekeken naar haar diepere waarden, die niet zichtbaar zijn. Waarden die voor haar belangrijk zijn, waar ze de behoefte toe kan voelen om zich in te begeven.
Toen mijn jongste zoon nog heel jong was attendeerde hij mij erop dat bij zijn Nederlandse vriendjes thuis om andere dingen werd gelachen dan bij de familie Helberg. Als klein mannetje die de wereld observeerde, opende hij mijn ogen. Een kind kan dus in een Nederlands gezin op bezoek zijn en merken dat daar andere codes gelden. We weten sowieso al dat er anders gegeten wordt. Maar ook de omgang met elkaar is anders – en in dit geval was er dus een andere vorm van humor. In mijn vertrouwde Antilliaanse omgeving liggen wij in een deuk om dingen waar Nederlandse mensen nooit om moeten lachen. Die cultureel bepaalde humor, waarbij je als Antiliaan of Turk helemaal ontspant, natuurlijk ga je die opzoeken.’
‘De ander maakt mij tot de ander. Er wordt verwacht dat ik me ga gedragen zoals de anderen’
Kunt u een voorbeeld geven van die Antilliaanse humor?
‘Als je in een Nederlandse situatie zit, gaat het niet zelden om iets inhoudelijks. Het moet ergens over gaan. Er wordt heel veel gepraat, het gaat over meningen die je zou moeten hebben. Dat hoeft in mijn cultuur niet altijd. Ben je met Antillianen, dan gaat het niet zozeer om de inhoud, maar om de relatie, het samenzijn. Dat betekent dat je dan lacht om wat op dat moment plaatsvindt.’
Is de Nederlandse cultuur talig?
‘Als je bedoelt dat er veel gesproken wordt, zeg ik ja. In een ik-cultuur zou je kunnen zeggen, heb je continu taal nodig om te weten wie die ander is. In een wij-cultuur is er veel meer bekend verondersteld, het leven is collectiever. Voor veel migranten geldt dat ze inmiddels in een mengvorm zitten van het ik en het wij.’
Interessant, soms heb ik ook de behoefte om Turks te spreken en te lachen om Turkse dingen. Op een verwrongen manier voel ik me daar ergens ook schuldig over. Alsof ik daardoor segregatie in de hand werk.
‘Ik weet niet waar dat schuldgevoel vandaan komt. Is het misschien aangepraat? Voel je je schuldig omdat je een gevoel van vertrouwen, veiligheid en plezier krijgt als je Turkse humor ervaart en denkt dat je de witte Nederlander uitsluit? Maar sommige dingen kunnen gewoon naast elkaar bestaan. Ik weet nog dat mijn plezier en humor wel eens werden gezien als luidruchtig. Er zat een oordeel op. Op het moment dat wij lol en plezier hebben, kan de buitenwereld dat zien als: ‘Je maakt lawaai.’ Als mensen dat op die manier benoemen, kan dat tot segregatie leiden.’
Heeft iemand wel eens tegen u gezegd dat u lawaai maakt?
‘Op de psychiatrische opleiding zei men tegen mij: ‘We snappen niet dat jouw therapieën werken, want je bent zo extravert en je lacht zo hard.’’
En wat was uw antwoord?
‘Ik was verbaasd, omdat ik gewoon doe wat mijn opleiding van mij vraagt. En opeens worden er zaken ingebracht, die niets met mijn kennis en vaardigheden te maken hebben. Dat is een beperkende kijk van de ander. Een beperking van wie ik ben en de culturele ruimte die ik inneem en van mijn natuurlijke leervermogen. Alles wordt op dat moment ter discussie gesteld. De ander maakt mij tot de ander. Er wordt verwacht dat ik me ga gedragen zoals de anderen. Dan pas zou ik geloofwaardig en kundig zijn.’
Het plezier in uw werk wordt dan een guilty pleasure, zoals ik dat een beetje ook had onder mijn Turkse vrienden.
‘Dat komt doordat jij het oordeel van de ander tot dat van jezelf gemaakt hebt. Snap je? Jouw natuurlijke plezier noem je schuldig, omdat je het oordeel van de ander hebt geïnternaliseerd.’
Is dat oriëntalisme: dat ik door de ogen van de ‘meester’ naar mezelf kijk?
‘Ja. Het woord meester zou ik in onze verhoudingen niet meer noemen, want we zijn al lang in de fase van gelijkwaardigheid beland. Wij moeten geloven in die gelijkwaardigheid. We moeten niet zomaar allerlei oordelen over onszelf internaliseren, alleen maar omdat we in dit land wonen en werken.’
Ruim vijf jaar geleden had u een confrontatie met mensen van Pownews (zie dit fragment op YouTube). Zij mochten niet naar binnen bij een bijeenkomst van de partij Artikel 1 (tegenwoordig BIJ1). Toen zij daarover klaagden, zei u: ‘Nu voelt u hoe het is om zwart te zijn en te worden uitgesloten.’
‘Hahaha, o ja zei ik dat? Het begint langzaam weer te dagen.’
Wat bedoelde u eigenlijk met die opmerking?
‘Als ik terugkijk naar het YouTube-filmpje, zie ik dat Pownews zegt dat het op de zwarte lijst staat. Ik reageer ad rem. De pers heeft een bepaalde macht in ons democratisch systeem en is niet neutraal. Soms denken journalisten dat wel. Ze denken dat ze overal ongevraagd bij mogen zijn. De pers maakt nieuws en bepaalt ook het beeld dat de samenleving van gebeurtenissen heeft. Wat zij belangrijk vindt, is niet automatisch wat zwarte mensen in de huiskamer belangrijk vinden. Het nieuws in Nederland is zo eurocentrisch, terwijl we in een multicultureel land leven. Over alle andere culturen worden we niet goed geïnformeerd. Ik kijk soms liever naar CNN, waar ik nieuws hoor over Afrika en over nieuwe ontwikkelingen die daar gaande zijn. Hier gaat het niet over opkomende markten in Afrika, maar alleen over vluchtelingencrises. We moeten Afrika op waarde gaan schatten en begrijpen dat we in een superdiverse wereld leven.
Men vertelt ons, die in dit land zijn gekomen, constant waar we wel of niet bij mogen zijn. Deuren bleven letterlijk voor ons gesloten. In het onderwijs, bij het schooladvies, op de arbeidsmarkt. Er zijn zoveel ingangen waar geballoteerd wordt of je wel of niet door die deur mag, en die ballotage vindt op verschillende niveaus plaats. Op dat moment waren wij er niet van overtuigd dat Pownews moeite zou doen om een bijdrage te leveren aan een samenleving die niet verdeeld raakt en waarin geen vooroordelen bevestigd worden.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!