De Iraanse vluchtelinge Sahar Hossini kreeg in juli 2022 tot haar verrassing ineens een verblijfsvergunning. Tien jaar lang wees immigratiedienst IND haar verzoek af, maar nu plots niet meer. Hossini voert alsnog een rechtszaak tegen die dienst, omdat ze vindt dat die haar verhaal eerder had moeten geloven.
‘Ik wil erkenning’, stelt de inmiddels 29-jarige Hossini. ‘Erkenning dat mijn jeugd mij is afgenomen. Twaalf jaar lang stond mijn leven stil en was ik in grote onzekerheid. Ik kon geen opleiding volgen, geen Nederlands leren, kreeg geen enkele hulp om als mens te groeien. Terwijl ik al genoeg trauma’s heb in mijn leven.’
Veel asielzoekers zouden blij zijn dat ze eindelijk de felbegeerde verblijfsstatus hebben gekregen. Er kan een streep onder een nare periode van procedures en asielzoekerscentra. Het leven in Nederland kan beginnen. Niet omkijken, op naar de toekomst.
Ook Hossini is blij dat ze in Nederland mag blijven. Maar de werkwijze van de IND liet haar niet los. Ze kwam in 2011 naar Nederland, met haar moeder en haar broertje. In Iran was het voor haar niet veilig – zoals voor zoveel vrouwen.
Eenmaal in Nederland bekeerde het gezin zich in 2012 tot het christendom. Toen was terugkeer naar Iran al helemaal uitgesloten. In Iran is het zeer gevaarlijk voor mensen die de islam verruilen voor een andere religie.
Toch geloofde de IND niet dat haar bekering oprecht was en dus wees de dienst haar asielverzoek af. Daartegen kun je in beroep gaan. Je kunt een tweede procedure beginnen, waarin je moet laten zien dat je situatie is veranderd, bijvoorbeeld door ‘geloofsgroei’ aan te tonen.
Hossini stelt echter dat ze in 2012 net zo overtuigd christen was als nu. ‘In maart 2022 kreeg ik via mijn advocaat een uitnodiging voor een gehoor bij de IND, over mijn vierde asielvraag, ingediend in september 2020. Ik hoorde toen dat ik een verblijfsvergunning zou krijgen. Maar toen ik de beslissing ontving en de argumenten las die de IND gebruikte om mij die status toe te kennen, was ik verbaasd. Het waren dezelfde argumenten als die ik al in 2012 aanvoerde. En ze hebben me al die tijd niet geloofd.’
Toeslagenaffaire
Afgelopen najaar zat Hossini in de rechtszaal. Ze voert nu een bestuursrechtelijke zaak tegen de IND, om haar verblijfsstatus met terugwerkende kracht te vervroegen. Liefst zodanig, dat die al in 2012 ingaat. Ze hoeft geen schadevergoeding. Ze wil erkenning voor ‘de gouden tijden’ die haar zijn ‘afgepakt’.
‘In de rechtbank was ik helemaal voorbereid’, vertelt ze over de eerste zitting. ‘De eerste vraag die de rechter aan de IND stelde, was: wanneer geloofden jullie dat mevrouw Hossini echt christen was? De IND kon daar geen antwoord op geven en vroeg een week bedenktijd. Maar na een week kon de dienst nog steeds geen goed antwoord op de vraag van de rechter.’
Op 30 december was er een tweede zitting. ‘Maar ook toen vertelden zij alleen maar dingen die de rechter al wist’, vertelt Hossini. De uitspraak komt in februari en is tijdens het schrijven van dit artikel nog niet bekend.
‘Hoe mooi zou het zijn als de IND erkent dat ik eerder bekeerd ben?’, zegt Hossini. Maar tegelijk denkt ze dat daar ook een groot risico aan zit voor die dienst: ‘Een dergelijke beslissing kan gevolgen hebben voor andere zaken.’
Hossini heeft het gevoel dat ze tegen institutioneel racisme strijdt. ‘Ik vergelijk mijn situatie met de toeslagenaffaire. Veel mensen hebben geleden onder hun machteloosheid tegenover de overheid. Dat overkwam ook mij. Zo gaat het met andere vluchtelingen ook.’
De rechtszaak tegen de IND doet ze voor zichzelf, maar ook voor een hoger doel. Ze wil het systeem veranderen. ‘Bij de toeslagenaffaire begon dat ook met één zaak. Ik vecht ook voor andere mensen, die niet zo mondig zijn als ik. Mensen zeggen dat ik blij moet zijn met mijn verblijfsvergunning. Ik ben wel blij, maar als de IND mijn aanvraag eerder had ingewilligd, was mij een hoop bespaard gebleven.’
Raad van State
‘We zien jaar in jaar uit hoe vluchtelingen op allerlei manieren tegen een muur van bureaucratie en wantrouwen aanlopen’, vertelt Raoul Blommaert, die verbonden is aan de juridische afdeling van Vluchtelingenwerk Den Haag. Hoeveel mensen er zijn wiens bekeringsverhaal, net als bij Hossini, niet geloofd wordt, kan hij niet zeggen.
Blommaert begeleidt asielzoekers als Hossini. ‘Het is met geen pen te beschrijven wat dit doet met hun leven. De systematische uitsluiting, de onzekerheid en angst over wat er kan gebeuren, het niet mogen meedoen, het niet worden geloofd en het leven van genadebrood: dat is schadelijk voor de psyche en het zelfbeeld en laat diepe sporen na. Daarvan herstellen kost tijd, soms heel veel tijd. Het niet hebben van inkomen of een eigen plek waar je kan wonen, het niet mogen hebben van een ziektekostenverzekering of bankrekening, zijn belemmeringen om volwaardig te kunnen leven. Soms leidt het tot fysieke schade, zoals een slecht gebit of verwaarloosde gezondheidsklachten. Je moet echt heel sterk en geduldig zijn om op deze manier je staande te kunnen houden.’
Advocate Gerda Later, die gespecialiseerd is in het vreemdelingenrecht, staat Hossini bij. Ook zij meent dat de IND soms te makkelijk bekeringsverhalen niet gelooft. Als dit soort zaken zich opstapelen, kan de IND wellicht niet meer anders dan zijn werkwijze aanpassen. Soms maakt de dienst volgens Later foute inschattingen: ‘De IND zei bijvoorbeeld tegen Sahar gezegd dat men in Iran haar Facebookpagina niet ziet. Terwijl in diezelfde periode een aantal Iraniërs tot lange straffen veroordeeld zijn vanwege hun Facebookactiviteiten.’
‘Als iemand een bekering veinst, prikt een kerk daar doorheen’
Later heeft zich voorgenomen om in asielzaken vergelijkbaar met die van Hossini standaard in beroep te gaan. ‘Op 9 januari won ik voor het eerst een zaak bij de Raad van State’, vertelt ze. Die zaak ging om een Turks-Koerdische vluchteling, die in 2021 een verblijfsstatus kreeg. ‘Zijn situatie was echter sinds 2016 niet meer veranderd.’
Er zijn meer zaken van asielzoekers wiens verblijfsvergunning eerder ten onrechte is afgewezen, vervolgt Later. Eind vorig jaar gaf de rechtbank in Middelburg een statushouder gelijk: de verblijfsvergunning moest eerder ingaan, op de datum van het eerste asielverzoek.
‘Als je naar Sahar kijkt, is het zo logisch dat zij bekeerd is’, vindt Later. ‘Ze was altijd al gelovig, maar toen ze naar Nederland vluchtte, kwam ze in de kerk terecht. Dat was een warm nest. Ik zie dat vaker gebeuren met Iraanse en Afghaanse vluchtelingen.’
Beoordeling bekeringsverhalen
De IND wil bekeringsverhalen streng controleren, omdat er ook asielzoekers zijn die een bekering veinzen omdat die het recht op een verblijfsvergunning vergroot. Om diezelfde reden wenden andere asielzoekers soms onterecht voor lhbti’er te zijn.
De immigratiedienst gaat richting de pers nooit in op individuele zaken. Omdat deze rechtszaak onderdeel is van een breder fenomeen, legt de Kanttekening de dienst enkele vragen voor. De IND reageert door een document te sturen waarin in zeer algemene zin staat hoe de dienst met bekeringsverhalen omgaat.
De laatste tijd komen asielzoekers die zich hebben bekeerd vaker in het nieuws. Zo was er in de herfst van 2022 nog een Iraans christelijk gezin, waarvoor uitzetting dreigde. De revolutie rond vrouwenrechten in Iran was toen al volop in gang. Hun tickets waren al geboekt. Leden van de christelijke kerk waarbij dit gezin was aangesloten, hielden een wake in Zeist, bij het detentiecentrum waar ze uitzetting afwachtten. Tot, op het laatste moment, de Iraanse man en vrouw en hun negenjarige dochter alsnog een verblijfsvergunning kregen.
In 2019 was er ook al een wake bij het detentiecentrum in Zeist, waar toen drie gezinnen wachtten op uitwijzing naar Iran en Afghanistan. Na publieke ophef mochten zij toch blijven. In 2021 riep de Raad van State de IND zelfs tot de orde, omdat twee Iraanse bekeerlingen tot het christendom te makkelijk waren uitgewezen.
In iemands ziel kijken
Asielzoekers staan niet geheel machteloos. Omdat al jaren duidelijk is dat de IND zelf niet de kennis heeft om complexe bekeringszaken te beoordelen, is er sinds vijf jaar de zogeheten commissie-Plaisier. Hierin zitten theologen uit christelijke kring, die op verzoek van de advocaat van een asielzoeker een advies kunnen geven: is deze bekering oprecht, ja of nee? Ook vragen advocaten en Vluchtelingenwerk regelmatig advies aan de christelijke Stichting Gave en aan hoogleraar theologie Joke van Saane.
Daarnaast kan de advocaat van een asielzoeker ook de lokale kerk, waar een asielzoeker lid van is, om advies vragen. Een kerkelijke gemeente zal na verloop van tijd door een geveinsde bekering heen prikken, stelt de protestantse dominee Marco Buitenhuis. Zijn kerk staat in Noardburgum, Friesland, een dorp met een groot asielzoekerscentrum in de buurt. Daardoor heeft hij al jaren veel asielzoekers in zijn kerk.
‘De overheid is nu willens en wetens de wet aan het overtreden’
Het Iraanse gezin, dat eind vorig jaar ternauwernood aan uitzetting ontkwam, zit bij hem in de kerk. ‘Een kerkelijke gemeente volgt mensen voor langere tijd’, vertelde Buitenhuis destijds aan het Nederlands Dagblad. ‘Zij weten hoe een gezin functioneert en of andere kerkgangers hen als christen zien.’
Daar is wel één groot probleem bij: de overheid dwingt asielzoekers de laatste jaren om telkens weer te verhuizen. Dat is bewust beleid om te voorkomen dat ze ‘geworteld’ raken in Nederland en op basis daarvan een verblijfsvergunning kunnen afdwingen. Daardoor is het voor kerken ook steeds lastiger om een asielzoeker echt te leren kennen.
Bekeringen blijven extreem lastig te beoordelen, erkent ook Vluchtelingenwerk. ‘Je kunt niet in iemands ziel kijken’, constateerde een woordvoerder vorig jaar. ‘Wel kun je controleren of de IND haar criteria goed heeft gehanteerd en de juiste stappen heeft gevolgd om een bekeringsverhaal te controleren.’
Sneeuwbaleffect
Advocaat Wil Eikelboom, voorzitter van de Vereniging Asieladvocaten en -Juristen Nederland, is niet bekend met de zaak van Hossini. Hij laat aan de Kanttekening weten dat dat een bestuursrechtelijke zaak, met als doel de verblijfsstatus met terugwerkende kracht vervroegd te laten ingaan, ‘meer kansrijk’ is dan een civielrechtelijke zaak, gericht op het krijgen van een schadevergoeding. Zo’n vergoeding is voor zover hij weet nooit toegekend.
Eikelboom sprak zich dit weekend in het Nederlands Dagblad zeer kritisch uit over de IND. Vroeger nam hij aan dat er sprake moest zijn van een misverstand, als die dienst iemand uitwees. Inmiddels is hem duidelijk dat de IND elke kans aangrijpt om een asielzoeker weg te kunnen sturen.
De ‘asieldeal’ van de huidige regering van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie is volgens hem een nieuw dieptepunt. Dat is een compromis tussen het anti-migratiestandpunt van VVD en CDA en de nadruk op mensenrechten bij D66 en ChristenUnie: enerzijds schortte het kabinet tijdelijk het recht op gezinshereniging op, anderzijds trok het de bevoegdheid naar zich toe om gemeenten te dwingen asielopvang te bieden. Het viel hem vooral tegen dat het kabinet het eerste deel van de afspraak, de nareisbeperking, niet wilde laten toetsen door de Raad van State. ‘Toen dacht ik: je bent nu als overheid willens en wetens de wet aan het overtreden. Dan hebben we de Toeslagenaffaire gehad, dan is daar een kabinet over gevallen, en nog geen jaar later ga je weer illegaal aan mensen leed berokkenen.’
Peter Rodrigues, hoogleraar Immigratierecht aan de Universiteit Leiden, is niet bekend met de specifieke rechtszaak die Sahar Hossini voert. Ook hij acht de kans op een schadevergoeding zeer klein. ‘Wel is ooit aan een Russische asielzoekster een schadevergoeding toegekend, maar dat was omdat ze na haar uitzetting direct was gedetineerd, mishandeld en verkracht. Er was een heel duidelijk verband met de beslissing haar uit te zetten.’
Rodrigues relativeert de ‘beleving’ van Hossini, dat in tien jaar tijd haar zaak niet is veranderd. ‘Het gaat om wat de IND aangeeft om tot een nieuwe beslissing te komen. Vaak is de dienst op basis van nieuwe informatie tot een ander inzicht gekomen.’
Blommaert erkent dat het beoordelen van bekeringsverhalen en van iemands seksuele gerichtheid hoort tot ‘de meest complexe asielverzoeken waar de IND mee te maken krijgt’. ‘We zien wel dat wantrouwen te vaak het uitgangspunt is als het toetsen van asielverzoeken aankomt op een geloofwaardigheidsbeoordeling. Wat ons betreft zou vaker het voordeel van de twijfel moeten worden toegepast.’ Vluchtelingenwerk doet in het rapport Web van wantrouwen suggesties voor verbetering.
Verpleegkunde
Hossini hoopt dat haar zaak, als ze die wint, een sneeuwbaleffect zal hebben. Dat de IND zorgvuldiger wordt en dat anderen bespaard blijft wat haar is overkomen. Ze snapt nog steeds niet waarom haar leven tien jaar op pauze moest staan. ‘Ik ben actief in de kerk en dat wisten ze. Ze wisten ook welke kerk ik bezoek. Toch bleven ze daar telkens aan twijfelen.’
Ze was al aan haar nieuwe leven begonnen voordat ze een verblijfsvergunning kreeg. ‘Ik heb de laatste jaren zelf de Nederlandse taal geleerd en ben actief geweest als vrijwilliger. Ook startte ik een mbo-opleiding tot verpleegkundige Bij die opleiding heb ik gezegd: alsjeblieft, laat me starten. Uiteindelijk heeft iemand me geholpen. Terwijl ik nooit op school had gezeten, haalde ik toch meteen goede cijfers. Ik doe die opleiding nog steeds, maar nu officieel. De verblijfsvergunning brengt rust. Ik mag hier nu leven. Drie jaar geleden, toen ik beviel van mijn eerste kind, kon ik geen kinderopvangtoeslag krijgen, ik kon niet rondkomen. Nu mag ik werken.’
Hossini’s broertje heeft intussen ook een verblijfsvergunning, maar haar moeder niet. Binnenkort dient Gerda Later haar nieuwe asielaanvraag in. Ondanks alles blijft Sahar Hossini optimistisch. ‘Ik had Nederland nodig voor mijn veiligheid. Maar de wereld draait door en dingen veranderen. Op een dag heeft Nederland míj nodig.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!