Niet-witte agenten, boa’s of beveiligingsmedewerkers worden regelmatig racistisch bejegend – ook door mensen van kleur.
In het centrum van Rotterdam, waar ondergetekende woont, is het regelmatig raak. Niet-witte agenten, boa’s en medewerkers van particuliere beveiligingsbedrijven krijgen van alles naar hun hoofd geslingerd. Vaak lokt juist een vriendelijk verzoek voor iets simpels – ‘U mag hier niet parkeren’ of ‘Houd anderhalve meter afstand’ – een racistische scheldpartij uit die er niet om liegt.
Dit gescheld gebeurt vaak vanuit witte mensen, maar ook door mensen van kleur. Ze roepen dan naar gezagsdragers van kleur dingen als: ‘Vuile n*g*r, je zou ons moeten beschermen, je laat je eigen mensen vallen.’ Het zijn andere beledigingen dan een wit iemand uitkraamt. Hoe moet hiermee worden omgegaan?
Het zit diep
George* is beveiligingsmedewerker in een grote stad in Nederland. Zijn donkergetinte huidskleur dankt hij aan zijn Kaapverdische roots. Hij maakt regelmatig mee dat hij wordt uitgescholden door mensen van dezelfde huidskleur. Volgens George heeft het vaak te maken met dat mensen hun zin niet krijgen. In het begin van het coronatijdperk moest je bij de meeste supermarkten verplicht een winkelwagentje nemen en daar wilde niet iedereen aan meewerken. ‘Ja, maar ik hoef maar één dingetje te hebben’, zeiden ze dan bijvoorbeeld.
George: ‘Dat kan wel, maar het waren de nieuwe huisregels. Daar kon best boos op gereageerd worden. Er werd door iemand van dezelfde kleur naar me geroepen dat ik racist was en discrimineerde. Nu ben ik niet op mijn mondje gevallen, en zei ik dingen terug als: ‘Luister eens, je bent zelf racistisch bezig. Het is beter als je weggaat. Wat wil je hiermee nu bereiken?’ Ik doe mijn werk en ik houd me aan de wensen van de opdrachtgever.’
Het bezorgt George een raar gevoel om voor racist uitgemaakt te worden door mensen met dezelfde huidskleur. ‘Het is vreemd om zoiets mee te maken, maar je kunt het diegene nooit kwalijk nemen. Ik ga er wel degelijk op in. Wat je nu zegt, is fout. Negen van de tien keer krijg ik te horen: ‘Sorry, het was niet zo bedoeld.’ Die excuses accepteer ik. Ik zeg er wel bij dat ze dit de eerstvolgende keer niet moet doen.’
De scheldwoorden liegen er niet om. Ook ‘k*nk*rn*g*r’ zit in het assortiment. ‘Als er zúlke dingen gezegd worden, dan stap ik op diegene af. Ze weten gelijk dat ze fout zitten. Met het discrimineren van mensen van je eigen huidskleur bereik je niets. Ik zeg weleens dat we wel hetzelfde kunnen zijn, maar ik ben hier gewoon aan het werk.’
George is blij met de aandacht voor racisme. ‘Het zit heel diep. Donkere mensen worden vaak gedenigreerd. Nu wordt er wat meer over gesproken. Kijk naar de storm rond Veronica Inside. Het komt eindelijk ter sprake. Racisme werd vaak genegeerd. Het is overwinning dat er nu over gepraat wordt, zodat een open wond kan helen.’
Racismekaart
Gerrit van der Kamp, voorzitter van de Politiebond ACP, noemt de situaties waarbij gezagsdragers onheus worden bejegend door mensen met dezelfde achtergronden herkenbaar. ‘Gaat het om discriminatie of om belediging? Het is een juridische kwestie. In ieder geval is het gedrag dat niet door de beugel kan. Als mensen dergelijke dingen roepen tijdens hun aanhouding dan kan het in het proces-verbaal worden opgenomen. Belediging van een ambtenaar in functie is strafbaar.’
Van der Kamp benadrukt dat het vaak verder gaat dan scheldpartijen alleen. Ook bedreigingen en vechtpartijen komen regelmatig voor. De Politiebond ACP bekijkt graag of de betrokkene hulp nodig heeft en wat er gedaan kan worden.
Xander Simonis, voorzitter van de Algemene Nederlandse Politie Vereniging, geeft toe dat racisme niet is voorbehouden aan witte mensen. Van politiemedewerkers met een migratieachtergrond wordt vaak door mensen met dezelfde achtergrond verwacht dat zij een oogje dicht knijpen, zegt hij. Bijvoorbeeld: ‘Wij komen van de Antillen, dus moeten we elkaar beschermen.’
Simonis: ‘Het speelt overal. We weten dát het speelt, maar bij ons zijn geen specifieke meldingen binnengekomen. Als uitgescholden agenten dergelijke incidenten wel melden, dan kunnen we ermee naar de politieleiding en de minister. Om tot vervolging te komen zal de betreffende politiemedewerker aangifte moeten doen, waarbij het een pré is als de naam van de verdachte bekend is. Vaak wordt die niet eens opgeschreven.’
Racisme in het korps
Sinds de dood van George Floyd is de discussie over vermeend racisme binnen het Nederlandse korps verder opgelaaid. Zo onthulde NRC enkele weken geleden dat Rotterdamse agenten zich in een WhatsApp-groep discriminerend hadden uitgelaten, waarna het Openbaar Ministerie tot vervolging overging.
Simons erkent dat er collega’s zijn die het niet zo nauw nemen. Maar daarom hoeft een heel korps nog niet over één kam geschoren te worden, vindt hij. ‘Er werken 65.000 mensen bij de politie. Het zoeken naar rotte appels is een continu proces. Maar om nu te zeggen dat de politie an sich een racistische organisatie is, dat gaat te ver.’
Volgens Simonis is dit een lastige tijd waarin het debat ook intern gevoerd wordt. ‘Een paar weken geleden waren er agenten die in uniform liepen bij een demonstratie van Black Lives Matter. Ze knielden met de hand omhoog en demonstreerden mee, terwijl ze waren ingezet voor beveiliging en in functie waren. Daar is intern een debat over gaande. Het is een manifestatie die veel draagvlak heeft, dus zou je zeggen dat het moet kunnen. Sommige collega’s kunnen ook rechtse opvattingen hebben. Wat als zij meedoen aan een rechtse demonstratie? Wie gaat bepalen of dit wel niet getolereerd wordt?’
*Naam gefingeerd. Echte naam bij de redactie bekend.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!