10.2 C
Amsterdam

‘Al jaren zeiden architecten en politici: door zo te bouwen, creëren we een kerkhof’

Tayfun Balcik
Tayfun Balcik
Journalist en historicus.

Lees meer

De vernietigende aardbeving in Turkije heeft ook geleid tot een heropleving van de politieke strijd. Het Erdogan-regime ligt onder vuur, onder meer vanwege corruptie bij het naleven van bouwvoorschriften en gebrekkige hulpverlening. Maar is die kritiek terecht bij een aardbeving van ongekende omvang? De Kanttekening spreekt met Turkije-experts Bülent Kenes, Joost Lagendijk en Mehtap Tosun.

Men kan het onmogelijk oneens zijn met de kritiek op zowel de nalatigheid bij de voorbereidingen vóór de aardbeving als de tekortkomingen en incompetentie bij de reddings- en hulpoperaties na de aardbeving’, zegt journalist Bülent Kenes vanuit zijn ballingsoord in Zweden.

‘In Turkije zijn na de aardbeving van 1999 strenge wettelijke en technische voorschriften voor de bouwsector opgesteld’, legt hij uit. ‘Zo moest de aardbevingsbestendigheid van oude gebouwen worden opgekrikt. En moesten nieuwe gebouwen worden gebouwd om aardbevingen van een magnitude van acht of negen op de schaal van richter te weerstaan.’

Om de kosten te dekken, voerde de Turkse regering een ‘aardbevingsbelasting’ in, vervolgt hij. ‘Tot op heden is 39 miljard dollar geïnd. Maar de aardbeving van 6 februari bracht aan het licht dat zelfs in de meest dodelijke aardbevingsgebieden geen enkel voorschrift voor oude en nieuwe gebouwen is nageleefd. Verschillende regeringen hebben niet alleen nagelaten de nodige maatregelen te nemen, het geld van de natie is ook uitgegeven voor andere doeleinden dan aardbevingsparaatheid. Dit alleen al zou voldoende reden zijn om de regering-Erdogan af te zetten.’

Volgens Kenes heeft de regering hulporganisaties zoals de Kizilay (Rode Halve Maan) en AFAD (Nationale Hulpverlening) tot lege hulzen gemaakt. Deze organisaties zijn ‘volledig disfunctioneel’ geworden na politieke benoemingen van ‘theologen’ die geen opleiding of ervaring hebben in noodhulp. ‘Daarom werden in de eerste drie dagen van de aardbeving 13 miljoen getroffenen aan hun lot overgelaten.’

Ook het leger faalde volgens Kenes, terwijl het in de periode vóór Erdogan juist opviel door zijn snelle en efficiënte reactie op aardbevingen. In plaats daarvan was er in de eerste twee dagen na de aardbeving van februari bijna geen soldaat te zien. Volgens Kenes speelt hierbij Erdogans paranoia een rol: hij zou bang zijn dat het leger opnieuw prestige verwerft bij het publiek.

‘Ramp van de eeuw’

Voormalig GroenLinks-politicus Joost Lagendijk, die al twintig jaar in Turkije woont, gaat ten dele mee in de kritiek die Kenes uit. ‘De huidige leiding van AFAD zit daar duidelijk vanwege politieke connecties met Erdogan.’ Ook beaamt Lagendijk de klacht dat het leger ‘niet snel genoeg ingeschakeld is’.

Maar tegelijk wijst hij op ‘verzachtende omstandigheden’. ‘Het is een enorme ramp geweest, van een omvang die niet te voorzien was. Dus ik snap wel dat de eerste twee, drie dagen niet overal hulpverlening was. Dat is buitengewoon tragisch en pijnlijk voor de betrokkenen, maar ik vraag mij af: was zo’n ramp in Nederland of een ander West-Europees land gebeurd, had de regering dan wel meteen hulp kunnen verlenen?’

Socioloog Mehtap Tosun, verbonden aan de Ruhr-Universiteit van Bochum, deed onderzoek naar Armeense gemeenschappen in de stad Dersim in Turkije. Zij is het niet eens met Lagendijk: ‘Erdogan, zijn woordvoerders en regeringsgezinde media definiëren deze aardbeving als ‘de ramp van de eeuw’. Met dit narratief proberen ze zowel hun falen in de hulpverlening te maskeren als het beeld te bepalen. Ja, deze aardbevingen waren zeer heftig, maar het zou beter zijn om van een slachtpartij te spreken.

Na de aardbeving van 1999 is er belasting geïnd voor voorzorgsmaatregelen, maar waar dat geld voor is gebruikt is niet bekend. Daarnaast heeft Erdogan met veel bombarie campagne gevoerd met zijn versoepeling van de bouwvoorschriften. Deze ‘bouwamnestie’ heeft nu een massaslachting onder de bevolking veroorzaakt.’

Bouwen op breuklijnen

Lagendijk kwalificeert de slechte kwaliteit van gebouwen als de meest ‘serieuze kritiek’ die ‘rechtstreeks naar de top’ gaat. ‘De bouwamnestie is in 2018 bewust ingezet door Erdogan om zichzelf populair te maken en geld op te halen. De regering richt haar kritiek nu sterk op de aannemers en bouwbedrijven, waarvan sommigen zijn gearresteerd. Zij krijgen de schuld in de schoenen geschoven. Ongetwijfeld is het waar dat in een aantal gevallen met de bouwvoorschriften is geknoeid. We zullen het zien.’

Was dit in Nederland gebeurd, had de regering dan wel meteen hulp kunnen verlenen?’
Volgens Lagendijk zijn die aannemers ‘een schakel in een veel langere keten’, waar ook gemeentebesturen, burgemeesters, inspectiediensten bij horen, die allemaal hun werk niet gedaan hebben. ‘Als je ziet op wat voor terrein er soms nieuwbouw is neergezet, dan kun je je echt afvragen: hoe heeft de gemeente in hemelsnaam toestemming kunnen verlenen om daar te bouwen? Dan gaat het bijvoorbeeld om breuklijngebieden, met een heel zachte ondergrond, waarvan je kon weten dat die heel kwetsbaar zijn.’

Volgens Lagendijk is dit een structureel probleem voor de Turkse regeringspartij AKP. ‘Ze hebben de afgelopen twintig jaar heel veel steun verworven, door snel te bouwen en veel appartementen neer te zetten, waardoor mensen voor het eerst in hun leven een appartement konden kopen. En nu blijkt dat de snelheid ten koste is gegaan van de kwaliteit. Daar is onvoldoende toezicht op gepleegd. Toen al zeiden architecten en politici: ‘Jongens, zo creëren we een kerkhof.’ Helaas moet je nu constateren dat in steden als Kahramanmaras dit ook is gebeurd.

Electoraal profiteren

Vanwege de aardbeving klinkt in Turkije nu het voorstel om de verkiezingen, die nu gepland staan voor 14 mei, uit te stellen. Kenes wil die vraag serieus nemen. ‘De kern van dit probleem is wie beslissen zal of de verkiezingen worden uitgesteld of niet, en zo ja, voor hoe lang. Een dergelijke cruciale beslissing kan niet worden genomen door de Hoge Raad voor Verkiezingen (YSK), die is omgevormd tot een partijdige instelling. Ook Erdoğan kan deze beslissing niet maken, omdat hij alleen maar aan zijn eigen politieke belangen denkt.’ Kenes vindt daarom dat het Turkse parlement hierover een beslissing moet maken, met een gekwalificeerde twee derde meerderheid.

Lagendijk vindt dit een lastige zaak. ‘De AKP is bang dat ze veel stemmen zullen kwijtraken. In de getroffen gebieden stond die partij sterk.’ Hij ziet echter dat ook de oppositie belangen heeft en van de onvrede over Erdogan electoraal hoopt te profiteren.

Lagendijk vindt dat de Turkse regering ergens ook een punt heeft: ‘Hoe moet je in hemelsnaam binnen drie maanden regelen dat tien miljoen mensen, die vanwege de aardbeving nu elders verblijven, gaan stemmen in de regio waar ze officieel wonen? Dat moet allemaal geregistreerd worden. En op wie gaan zij dan stemmen? Op een afgevaardigde uit de plek waar ze nu wonen?’ Hij vindt dat de oppositie te snel over deze ‘grote logistieke problemen’ heen stapt.

Tosun stelt dat de regering zich na de aardbeving inspant om te voorkomen dat de verkiezingen haar eigen ondergang worden. ‘Ze hebben gepolst hoe de bevolking zou reageren op het uitstellen van de verkiezingen met een jaar. Toen daar veel kritiek op kwam, omdat het leek alsof de regering bang is voor de verkiezingen, hebben ze dit idee weer gedropt.’

Boos op Erdogan

Stel dat de verkiezingen doorgaan, maakt de sterk verdeelde oppositie dan een kans tegen Erdogan? Kenes denkt dat dit vooral afhangt van de vraag of de oppositie erin slaagt een eigen narratief te ontwikkelen over de aardbeving: ‘Ze zullen geen gemakkelijke taak hebben tegen Erdogan, die meer dan 90 procent van de media rechtstreeks controleert. Tegelijkertijd is de aardbeving een klap in het gezicht van de president, omdat zijn verhaal van Turkije als ‘sterke staat’ nu aan diggelen ligt. Het wordt dus lastig voor hem.’

‘Mensen in de getroffen gebieden zijn nu boos op Erdogan’, merkt Lagendijk op. ‘Dat is goed voor de oppositie. Zullen de tien miljoen mensen, die na ramp nu elders in Turkije verblijven, zich registreren in een ander kiesdistrict? Dat durf ik te betwijfelen, omdat ze nu wel wat anders aan hun hoofd hebben. Voor de oppositie is het daarom gunstiger nu deze verkiezingen te hebben.’

Lagendijk denkt dat Erdogan-aanhangers weinig meekrijgen van de kritiek die de oppositie uit. ‘De Turkse regering houdt dit allemaal buiten de media. Daar komt nog bij dat de emotionele band van een groot deel van het AKP-electoraat met de partij groot is. Zij blijven Erdogan steunen, omdat hij zich in hun ogen in het verleden bewezen heeft als leider. Ze prefereren hem boven oppositieleider Kemal Kiliçdaroglu, die zich nog nooit bewezen heeft.’

De grote solidariteit onder Turken heeft volgens Tosun de regering-Erdogan bang gemaakt. ‘Ze hadden geen controle over die solidariteit. Daarom heeft de regering de noodtoestand uitgeroepen in de getroffen gebieden. Ook zijn de universiteiten gesloten om daarslachtoffers van de aardbeving op te vangen. Dat is een excuus, omdat de campussen broeinesten zijn van het verzet tegen Erdogan. De Turkse regering wil zo voorkomen dat studenten bij elkaar komen voor politieke acties. Nogmaals, bij de verkiezingen draait het om de vraag of de diverse bevolkingsgroepen van Turkije zich laten horen, of dat het regime toch overleeft.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -